Lijst van vragen over artikel 47a-besluit inzake de concentratie van PostNL en Sandd (Kamerstuk 29502-173)
Toekomstige ontwikkeling van de Nederlandse postsector
Lijst van vragen
Nummer: 2019D43025, datum: 2019-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D43025).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.I. Diks, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. Nieuwerf, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z18281:
- Indiener: M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-10-01 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-08 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-10-29 12:00: Artikel 47a-besluit inzake de concentratie van PostNL en Sandd (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2019-12-18 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-02-02 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2021-06-21 00:00: Debat over ontslagen postbezorgers als gevolg van de fusie tussen PostNL en Sandd (Plenair debat (debat)), TK
- 2021-07-06 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-02-01 16:30: Procedurevergadering EZK (digitaal) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-10-11 16:30: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2019D43025 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris Economische Zaken en Klimaat over de brief «Artikel 47a-besluit inzake de concentratie van PostNL en Sandd» van het Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 29 502, nr. 173).
De voorzitter van de commissie,
Diks
De adjunct-griffier van de commissie,
Nieuwerf
Nr | Vraag |
1 | Op welke wijze heeft de Staatssecretaris belanghebbende partijen in aanpalende markten, zoals de pakketsector, geconsulteerd bij het afwegingsproces tot besluit van inzet artikel 47a? |
2 | Zijn er partijen die tot dusver bezwaar hebben aangetekend tegen het besluit van de Staatssecretaris om een vergunning in het kader van artikel 47a van de Mededingingswet toe te kennen? |
3 | In hoeverre helpt consolidatie bij het vermijden van staatssteun, zoals al in veel andere landen gebruikelijk is (zelfs indien deze minder zijn gedigitaliseerd), hetgeen blijkt uit de vergunningsaanvraag van PostNL? |
4 | Wanneer verwacht de Staatssecretaris nadere informatie over volume en tariefopbouw in de Universele Postdienst (UPD) te kunnen verstrekken? |
5 | Is er een vorm van kostentoerekening voor de zakelijke markt voorzien? Indien ja, in welke vorm en op welk moment? |
6 | Wat is de visie van de Staatssecretaris op de rol van de overheid in het algemeen en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in het bijzonder in de transitie naar een brede, «intermodale» bezorgmarkt? |
7 | Klopt het dat PostNL een vast rendement krijgt voor het verzorgen van de UPD? |
8 | Klopt het dat PostNL de inkomsten die zij verkrijgt via niet-UPD gebruikt om niet-UPD producten aan te bieden? |
9 | Is de Staatssecretaris, vanuit het oogpunt van het doel van een goede prijs-kwaliteitverhouding, bekend met het fenomeen van «kruissubsidiëring» in de kostentoerekening van de UPD werkzaamheden, hetgeen nadelen oplevert voor het zakelijke deel van de postmarkt? |
10 | Voorziet de Staatssecretaris in het kader van de herziening van de Postwet mogelijke maatregelen die kruissubsidiëring inzichtelijk maken en kunnen tegengaan? Zo nee, is de Staatssecretaris hiertoe bereid? |
11 | Is de Staatssecretaris bereid om vanuit het oogpunt van een goede prijs-kwaliteitverhouding en een toegankelijke postvoorziening – ook voor zakelijke gebruikers – een maatschappelijk overleg voor de postmarkt in te regelen, waarin postvervoerders en (zakelijke) grootgebruikers vertegenwoordigd zijn? |
12 | Is de Staatssecretaris voornemens een maatschappelijk overleg postmarkt in te regelen, waarin postvervoerders, gebruikers, overheid en ACM zijn vertegenwoordigd? Indien ja, per wanneer? |
13 | Is de Staatssecretaris bereid de ACM te vragen om een extra jaarlijkse evaluatie in haar Post- en Pakkettenmonitor op te nemen? Indien ja, per wanneer? |
14 | Heeft de Staatssecretaris in het vaststellen van het maximumrendement op de UPD van 9% de in de afgelopen jaren behaalde rendementen van PostNL op de UPD, die aanzienlijk lager liggen, in overweging genomen? |
15 | Kan de Staatssecretaris aangeven wat haar overwegingen zijn geweest bij het vaststellen van het maximumrendement op de UPD op een niveau van 9%, zeker in het licht van het mediaanrendement dat door vergelijkbare postbedrijven op vergelijkbare diensten wordt behaald, dat met 6,4% aanzienlijk lager ligt? |
16 | Hoe is de Staatssecretaris van plan om te monitoren en vast te stellen op welk moment de «intermodale concurrentie van digitale alternatieven of andere bezorgnetwerken» voldoende heeft gedisciplineerd in het kader van het vastgestelde maximumrendement op de UPD? |
17 | Welke instantie houdt na de postfusie toezicht op het serviceniveau dat postbedrijven leveren aan hun gebruikers? |
18 | Wanneer is er volgens de Staatssecretaris sprake van voldoende intermodale concurrentie van digitale alternatieven of andere bezorgnetwerken? Op basis van welke criteria wordt dit beoordeeld? |
19 | Op welke wijze is de Staatssecretaris voornemens om te bezien of via het huidige kostentoerekeningssysteem van de UPD voldoende wordt gewaarborgd dat de efficiëntievoordelen van de concentratie daadwerkelijk ten goede komen van de UPD-gebruiker? |
20 | Hoe wordt bepaald of de voordelen van de concentratie voldoende bij de UPD-gebruiker terecht komen? Wanneer is hier volgens de Staatssecretaris aan voldaan? |
21 | Is de Staatssecretaris van plan om in deze kostentoerekening een onderscheid te maken tussen brieven en pakketten, waarbij de kosten van brievenbuspakketten worden toegerekend aan de pakketten? |
22 | Kan de Staatssecretaris aangeven of zij voornemens is om de ACM op te dragen erop toe te zien dat deze kostentoerekening op transparante wijze zal plaatsvinden en is zij bereid om de resultaten van dit toezicht jaarlijks mee te nemen in de post- en pakketmonitor van de ACM? Zo ja, op welke termijn is dit mogelijk? |
23 | Is de Staatssecretaris bereid om de ACM op te dragen om daarnaast in haar jaarlijkse post- en pakketmonitor een evaluatie op te nemen van de ontwikkelingen op de postmarkt als gevolg van de concentratie en de effecten daarvan voor zakelijke - en niet zakelijke gebruikers? Kan hierbij onder andere het serviceniveau van postbezorging en de gevolgen van de postfusie voor het personeel van PostNL en Sandd worden meegenomen? Zo ja, op welke termijn is dit mogelijk? |
24 | Kan de Staatssecretaris aangeven op welke termijn zij meer transparantie gaat verschaffen over de kostentoerekening van de UPD, bijvoorbeeld door het vrijgeven van meer informatie over de tariefopbouw en de volumes van de UPD? |
25 | Heeft de Staatssecretaris een vorm van kostentoerekening voor de zakelijke markt voorzien om de transparantie voor zakelijke gebruikers op de postmarkt te maximaliseren en zo ja, in welke vorm en op welk moment? |
26 | Welke mogelijkheden heeft de regering om in te grijpen indien zij van mening is dat de postfusie grote nadelige gevolgen heeft? |
27 | Maakt de consolidatie een eind aan de concurrentie op arbeidsvoorwaarden voor de laagstbetaalden, zoals de postbezorgers, in de postsector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is geborgd dat postbezorgers niet meer het slachtoffer kunnen worden van concurrentie op arbeidsvoorwaarden? |
28 | Hoe is het samengaan van PostNL en Sandd uit sociaal oogpunt goed? |
29 | Kunt u aangeven in welke mate er in andere Europese landen via de moederbedrijven van DPD, GLS en DHL brievenbuspakketten via het postnetwerk worden vervoerd? In hoeverre is de situatie in Nederland vergelijkbaar met deze vervoerders met een grote thuismarkt? |
30 | In hoeverre worden er via het huidige netwerk van Sandd zogenaamde «brievenbuspakjes» verstuurd? |
31 | Welke toezeggingen heeft PostNL nog meer gedaan op het gebied van het personeelsbestand in het kader van de aanvraag voor de art. 47a-procedure, naast de toezegging dat er vanuit het personeelsbestand dat overkomt van Sandd geen gedwongen ontslagen zullen vallen? |
32 | Stelt de voorgestelde toegangsregeling andere postbedrijven dan PostNL in staat om hun positie te handhaven op de postmarkt? |
33 | Heeft PostNL toezeggingen gedaan over eventuele gedwongen ontslagen binnen het eigen personeelsbestand, zeker in het licht van de effecten van twee landelijke postbezorgingsnetwerken tot één netwerk? |
34 | Wat zijn de verwachtingen van de Staatssecretaris met betrekking tot het aantal gedwongen ontslagenen als gevolg van de postfusie? |
35 | Hoe wil de Staatssecretaris, indachtig het advies van de ACM, de toegangsregulering van andere postbedrijven op het netwerk van PostNL inrichten? |
36 | In hoeverre bestaat er op dit moment concurrentie op de pakketmarkt? |
37 | Kan de Staatssecretaris een overzicht geven van de ontwikkeling van het marktaandeel van alle pakketvervoerbedrijven op de pakketmarkt in de afgelopen tien jaar? |
38 | Kan de Staatssecretaris een prognose geven hoe de pakketmarkt zich de komende vijf jaar zal ontwikkelen? |
39 | Kan PostNL haar monopoliepositie op de postmarkt gebruiken om haar positie op de pakketmarkt te verstevigen en verder uit te breiden? Zo ja, hoe? |
40 | In hoeverre is geborgd dat het voortbestaan van het te vormen landelijke postnetwerk niet wordt uitgehold door spelers met een verdienmodel dat volledig is gebaseerd op toegangsregulering? |