Reactie op verzoek commissie over drinkwaterbronnen in Nederland
Waterbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D43057, datum: 2019-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27625-485).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27625 -485 Waterbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z20591:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-06 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-11 11:00: Water (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-11-12 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-20 14:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
27 625 Waterbeleid
Nr. 485 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2019
Tijdens de procedurevergadering van de Vaste Commissie van Infrastructuur en Waterstaat op 2 oktober is mij gevraagd te reageren op het NOS bericht «Drinkwaterbronnen Nederland steeds meer vervuild».1
Het NOS bericht is geschreven naar aanleiding van de publicatie van het rapport «De kwaliteit van bronnen van drinkwater in Nederland» dat KWR geschreven heeft in opdracht van de Vewin.2 Op 12 september heeft de Vewin dit rapport aan mij aangeboden.
De Vewin heeft dit rapport op laten stellen vanuit de zorg dat veel ontwikkelingen die een bedreiging kunnen vormen voor de drinkwaterwinning, sectoraal worden opgepakt. Het rapport geeft een overzicht van de huidige kwaliteit van de drinkwaterbronnen in Nederland en beschrijft bedreigingen hiervoor, zoals opkomende stoffen, verzilting, gewasbeschermingsmiddelen en medicijnresten. In dit rapport wordt gekeken naar de optelsom van de verschillende ontwikkelingen en de effecten hiervan voor de drinkwatersector als geheel.
De basis voor dit rapport is dan ook een brede reeks aan rapporten van kennisinstituten, koepelverenigingen en overheden over specifieke ontwikkelingen waarmee de drinkwatersector geconfronteerd wordt. De onderwerpen die in het rapport over het voetlicht gebracht worden, zijn onderwerpen waarvan het belang voor de drinkwatervoorziening algemeen wordt onderschreven en waarop in de meeste gevallen acties lopen om de invloed op drinkwaterwinningen terug te dringen.
Daarbij werk ik samen met verschillende partijen die elk hun eigen verantwoordelijkheid hebben;
• Met de agrarische sector werk ik via het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer aan een reductie van emissies vanuit de landbouw.
• Met de zorgsector werk ik in de Ketenaanpak medicijnresten uit water aan terugdringen van medicijnresten in het water.
• In het kader van het programma Slim Watermanagement werk ik samen met waterbeheerders aan een gezamenlijke aanpak van de verziltingsproblematiek.
• Gezamenlijk met de sector en stakeholders werken we aan een structurele aanpak voor opkomende stoffen, en aan een sterkere invulling van vergunningverlening.
De instrumenten, zoals die in het rapport zijn opgesomd, zijn grotendeels in gang gezet maar zullen ook de komende jaren aandacht en inzet vragen. Ook het vraagstuk van klimaatverandering en het effect daarvan op drinkwaterkwaliteit moet meegewogen worden als het gaat om het aanpak van bedreigingen van ons drinkwater. De bevindingen van dit rapport van KWR zal ik daarom ook meenemen in de recent gestarte herziening van de Beleidsnota Drinkwater.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga