Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Gijs van Dijk en Kerstens over de verdubbeling van het aantal daklozen
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D43062, datum: 2019-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-557).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede namens: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Mede namens: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z16052:
- Gericht aan: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Gericht aan: T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.W.M. Kerstens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
557
Vragen van de leden Nijboer, Gijs vanDijk en Kerstens (allen PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de verdubbeling van het aantal daklozen (ingezonden 27 augustus 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 30 oktober 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3926.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Aantal daklozen in Nederland verdubbeld: «Iedereen kan dakloos worden»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 4, 5, 6
Deelt u de mening dat iedereen tenminste zeker moet kunnen zijn van een dak boven zijn hoofd? Vindt u het een taak van de overheid daarvoor te zorgen? Hoe verklaart u dat u mensen deze basale zekerheid niet kan bieden?
Kunt u ingaan op de uitspraak dat het ontbreken van basale levensbehoeften in Nederland, zoals een huis, voldoende eten en toegang tot de dokter, een schending van mensenrechten impliceert?
Wat vindt u ervan dat zelfs mensen met een baan tegenwoordig geen woning kunnen krijgen?
Hoe pijnlijk zichtbaar moeten de gevolgen van de woningcrisis in Nederland worden voordat u bereid bent maatregelen te nemen om de woningcrisis te beteugelen, die echt zoden aan de dijk zetten, zoals een investeringsfonds en het substantieel verminderen van de belasting op betaalbare woningen?
Antwoord 2, 4, 5, 6
Het bevorderen van de volksgezondheid en huisvesting zijn sociale grondrechten die in de Grondwet zijn opgenomen. Veel partijen hebben hierin een taak, waaronder de overheid. Er worden veel maatregelen getroffen om hier invulling aan te geven.
De verplichting om te zorgen voor voldoende zorg en ondersteuning en huisvesting is uitgewerkt in verschillende wetten. Uit de Wmo 2015 vloeit voort dat gemeenten opvang moeten bieden aan mensen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht, met gebruikelijk hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk te handhaven in de samenleving.
De rijksoverheid heeft een systeemverantwoordelijkheid om maatregelen te nemen waardoor voorzien wordt in voldoende huisvesting. Huurders van een niet geliberaliseerde woning kunnen op basis van de Wet op de huurtoeslag een aanvraag indienen voor huurtoeslag, waarmee de betaalbaarheid van de woning voor de doelgroep wordt verzekerd. Op basis van de Huisvestingswet 2014 kunnen gemeenten bij schaarste aan woonruimte die leidt tot onevenwichtige en onrechtvaardige effecten maatregelen nemen inzake woonruimteverdeling en woonruimtevoorraadbeheer. Omdat de markt onvoldoende voorziet in goedkope huurwoningen is op basis van de Woningwet het voorzien in voldoende betaalbare woonruimte als een dienst van algemeen economisch belang opgedragen aan de woningcorporaties.
Hoe lokaal invulling gegeven wordt aan deze taak kan de gemeente in haar woonbeleid vastleggen door middel van een woon(zorg)visie. Woningcorporaties zijn verplicht daar naar redelijkheid aan bij te dragen. Gemeenten, woningcorporaties en huurdersorganisaties kunnen in kwantitatieve en kwalitatieve prestatieafspraken vastleggen hoe het best kan worden voorzien in de lokale (zorg)behoefte van bijvoorbeeld dak- en thuislozen.
Het Kabinet vindt het belangrijk dat voor diverse groepen zoals starters, mensen met een laag of middeninkomen, ouderen en andere kwetsbare groepen, zoals dak- en thuislozen, voldoende geschikte en betaalbare woningen en woonruimten zijn, of dat nu huren of kopen is. Het kabinet neemt daarom een pakket aan maatregelen om de verschillende aspecten van de woningnood aan te pakken. Met een woningbouwprogramma van 2 miljard euro kunnen sneller en meer betaalbare woningen worden gebouwd in een goede leefomgeving. De Minister van BZK treft een aantal maatregelen om de bouw van goedkope sociale woningen te bevorderen. Zo kunnen verhuurders vanaf 2020 een vermindering van de verhuurderheffing van € 25.000 per woning krijgen indien ze nieuwe goedkope huurwoningen bouwen en nieuwe tijdelijke woningen kunnen vrijgesteld worden van de verhuurderheffing. Beide maatregelen zijn deel van het Belastingplan. Ook heeft de Minister van BZK samen met een aantal gemeenten een aantal woondeals gesloten zodat de nodige actie wordt ondernomen om te voorzien in voldoende passende woonruimte.
Vraag 3
Deelt u de analyse dat de grote en stijgende woningnood en de afname van het aantal bedden in de gezondheidszorg de oorzaken zijn van de verontrustende verdubbeling van het aantal daklozen in Nederland? Zo nee, hoe verklaart u dan deze verdubbeling?
Antwoord 3
Uit eerder onderzoek van het CBS blijkt dat mensen vaak vanuit een situatie van relatieve armoede dakloos worden2. De G4 heeft onlangs onderzoek uitgevoerd naar het aantal daklozen in de G43. Geïnterviewden noemen het tekort aan geschikte en betaalbare woningen en de ambulantisering in de ggz als mogelijke oorzaken voor de toename van het aantal daklozen in de afgelopen jaren. Zij noemen ook andere oorzaken, bijvoorbeeld dat «alles ingewikkelder wordt».
Ik heb CBS gevraagd nader onderzoek te doen naar de toename van het aantal daklozen in de afgelopen jaren. Dit onderzoek is naar verwachting eind 2019 beschikbaar.
Vraag 7
Nu blijkt dat de bijstand onvoldoende bestaansminimum biedt aan mensen, waardoor het risico op schulden groeit, bent u bereid maatregelen te treffen die het bestaansminimum in Nederland kunnen verhogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
De bijstand is een tijdelijke vangnetregeling die voorziet in de noodzakelijke kosten van het bestaan. Mensen met een laag inkomen, waaronder mensen in de bijstand, hebben bovendien recht op allerlei vormen van inkomensafhankelijke ondersteuning zoals de huur- en zorgtoeslag. Ook kunnen gemeenten in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekken voor noodzakelijke kosten die iemand door persoonlijke omstandigheden niet kan betalen.
In Actielijn 3 van de Brede Schuldenaanpak is daarnaast aandacht voor een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso om te voorkomen dat mensen met (problematische) schulden verder in de problemen raken. De bescherming van het bestaansminimum maakt hier expliciet onderdeel van uit. In de voortgangsbrief Brede Schuldenaanpak gaat de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in op deze acties van het kabinet.4
Vraag 8, 9
Welke maatregelen gaat u treffen om ervoor te zorgen dat mensen die dakloos zijn toch in een opvanglocatie terecht kunnen, nu die overvol blijken te zitten? Bent u bereid desnoods noodmaatregelen te treffen totdat eindelijk maatregelen worden genomen die de woningcrisis kunnen bezweren en het bestaansminimum verhogen?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat mensen die psychische zorg nodig hebben, die ook daadwerkelijk krijgen, zodat ze niet onnodig op straat belanden?
Antwoord 8, 9
De afgelopen periode heb ik met betrokken partijen op diverse manieren gewerkt aan het terugdringen van het aantal daklozen. Zo ondersteun ik met de meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang5 lokale en regionale partijen om versneld tot de implementatie van het advies van de commissie Dannenberg te komen6. Met het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren, dat ik op 14 maart jl. lanceerde7 (2018/19, 29 325, nr. 97), wordt gewerkt aan een forse vermindering van het aantal dak- en thuisloze jongeren en het bieden van integrale ondersteuning op alle levensgebieden8. Gezien de cijfers van het CBS is echter meer nodig om deze ontwikkeling ten aanzien van de hele groep dak- en thuislozen te keren. Daarom komt het Kabinet dit najaar samen met andere (lokale) partijen met een aanvullend plan om het aantal dak- en thuislozen de komende jaren fors terug te dringen.
Vraag 10
Doet u ook onderzoek naar de bredere gevolgen voor de maatschappij van het toenemend aantal daklozen, ook voor de veiligheid in buurten en maar ook voor het welzijn van mensen en hun kansen op de arbeidsmarkt? Zo ja, wat zijn uw conclusies? Zo nee, waarom acht u inzicht hierin niet noodzakelijk?
Antwoord 10
In 2011 is reeds een kosten-baten analyse voor de maatschappelijke opvang9 gemaakt. Daarin zijn de brede maatschappelijke gevolgen verwerkt. Binnen het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (2019–2021) kijk ik samen met 14 gemeenten naar de effecten van de pilots. Daarin neem ik ook het bredere perspectief mee.
Algemeen Dagblad, 23 augustus 2019↩︎
Kamerstuk 29 325, nr. 95↩︎
Signalen van een toename daklozen in de G4: feit of fictie?↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 489↩︎
Kamerstuk 29 325, nr. 93↩︎
De meerjarenagenda is opgesteld samen met Aedes, Divosa, Federatie Opvang, GGZ Nederland, MIND, Netwerk Directeuren Sociaal Domein (NDSD), RIBW-Alliantie, het Schakelteam Personen met Verward gedrag, Stichting Werkplaats Cliënten Organisaties Maatschappelijke Opvang (COMO), VNG en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de ministeries van BZK, SZW en JenV.↩︎
Kamerstuk 29 325, nr. 97↩︎
Daarbij leg ik bijvoorbeeld ook de verbinding met de Kabinetsbrede Schuldenaanpak.↩︎
Kamerstuk 29 325, nr. 54↩︎