Motie van het lid Leijten over het niet scheppen van een precedent met de Rijkswet
Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creƫren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit)
Motie
Nummer: 2019D43088, datum: 2019-10-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-35130-16).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35130 (R2119)-16 Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creƫren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit).
Onderdeel van zaak 2019Z20610:
- Indiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-10-29 21:15: Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creƫren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit) (35130-R2119) (voortzetting) (Plenair debat (initiatiefwetgeving)), TK
- 2019-11-05 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 130 Voorstel van Rijkswet van de leden Sjoerdsma, Asscher, Van Otterloo, Van Wijngaarden en Van Ojik houdende regels inzake het creƫren van tijdelijke uitzonderingen op de Rijkswet op het Nederlanderschap (Rijkswet inperking gevolgen Brexit)
Nr. 16 MOTIE VAN HET LID LEIJTEN
Voorgesteld 29Ā oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het wetsvoorstel beoogt een grote groep Nederlanders die in de knel dreigt te komen als gevolg van de brexit, die zij niet konden voorzien, coulance te bieden door een tijdelijke en voorwaardelijke uitzondering te creƫren in de Rijkswet op het Nederlanderschap;
overwegende dat het wetsvoorstel absoluut niet bedoeld is om de werking van de Rijkswet in zijn algemeenheid onderuit te halen, ook niet als het gaat om de bepalingen die daarin zijn opgenomen over de dubbele nationaliteit;
spreekt uit dat deze tijdelijke en voorwaardelijke wet slechts tot doel heeft deze hoogst uitzonderlijke situatie het hoofd te bieden en op geen enkele wijze bedoeld is om een precedent te scheppen en ook niet zo mag worden uitgelegd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Leijten