Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op het consultatiedocument ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’ van de Europese Bankenautoriteit (EBA) (Kamerstuk 32013-222)
Toekomst financiële sector
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D43108, datum: 2019-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Schukkink, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z18928:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-10-08 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-10-16 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-10-29 14:00: Reactie op consultatiedocument Europese Bankenautoriteit ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’ (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2020-09-23 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2019-2020 32 013 Toekomst financiële sector Nr. INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld .. 2019 De vaste commissie voor Financiën heeft op 30 oktober 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de minister van Financiën voorgelegd over zijn brief van 4 oktober 2019 met zijn reactie op het consultatiedocument van de Europese Bankenautoriteit (EBA) ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’ (Kamerstuk 32013-222). De minister van Financiën heeft deze vragen beantwoord bij brief van … Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt. De voorzitter van de commissie, Anne Mulder De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het consultatiedocument over de ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’. Zij hebben nog enkele vragen en opmerkingen. De leden van de VVD-fractie vragen wat de aanleiding c.q. nut en noodzaak is van de “draft guidelines”. Is er een impact assessment gedaan of gaat dat nog gedaan worden? Wat zijn daarvan de uitkomsten? Wanneer wordt dat impact assessment gedaan? De leden van de VVD-fractie kunnen zich vinden in het idee om de paragraaf over “lending to professionals” te schrappen. De leden van de VVD-fractie lezen dat deze guidelines moeten bijdragen aan het beperken van non-performing loans (NPL’s) en exposures. Hoe hoog zijn deze NPL’s nu in de verschillende Europese landen? Kan uitgebreid worden ingegaan op de verandering in blootstelling aan NPL’s in de afgelopen jaren in de verschillende landen? In hoeverre is deze mutatie te danken of te wijten aan beleid van de lidstaten en de Unie en in hoeverre aan endogene omstandigheden zoals de verbeterde economische omstandigheden? Welke landen hebben nog een groot probleem? De leden van de VVD-fractie vragen hoe het staat met de uitvoering van het NPL-actieplan uit juli 2017. Welke elementen moeten nog uitgevoerd worden? Zij vragen in hoeverre deze guidelines bijdragen aan het verminderen van NPL’s. Zijn daar kwantitatieve uitspraken over te doen? De regering meent dat de guidelines zich dienen te beperken tot consumentenleningen. Zijn kwantitatieve uitspraken te doen over hoeveel NPL’s consumentenleningen zijn en hoeveel hiervan zakelijke leningen? Wat zijn de gevolgen in de praktijk van de “draft guidelines” voor de consumenten, maar ook voor de banken, onder meer voor bijvoorbeeld hypotheken, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Wat betekenen de “draft guidelines” voor de taxatie van onroerende en roerende zaken (valuation of immovable and movable property)? De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre deze richtlijnen bijdragen aan het vergroten van de administratieve lastendruk. Welke mogelijkheden ziet de regering om de regels effectiever en minder belastend te maken? Wat zijn de administratieve lasten voor consumenten en banken en de extra kosten? Het kabinet meent dat de EBA de scope van de originele afspraken uitbreidt door ook professionele leningen onder deze guidelines te brengen, zo merken de leden van de VVD-fractie op. Kan het kabinet dit onderbouwen? Verwacht de minister dat de EBA de scope zal beperken na deze kritiek? Zo nee, wat dan? De leden van de VVD-fractie vragen voorts of voor het invullen van deze consultatie is overlegd met de relevante toezichthouders. Zo ja, wat was hun inbreng? Zo nee, waarom niet? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66 De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie op het consultatiedocument ‘Draft Guidelines on loan origination and monitoring’ van de Europese Bankenautoriteit (EBA). De leden van de D66-fractie hebben naar aanleiding van de reactie nog een aantal vragen en opmerkingen. De leden van de D66-fractie lezen dat de regering van mening is dat kredietinstellingen zelf het beste zicht hebben op welke informatie nodig is om de kredietwaardigheid van hun cliënten te bepalen. Tegelijkertijd geeft De Nederlandsche Bank (DNB) aan dat de Nederlandse huizenmarkt systematisch te hoog wordt gewaardeerd, mede veroorzaakt door een gebrek aan zelfreguleringscapaciteit en een aaneenschakeling van perverse prikkels. Kan de minister aangeven hoe de bevindingen van de DNB zich verhouden tot bovenstaande opmerking omtrent informatieverstrekking? De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat enkele Nederlandse hypotheekverstrekkers in samenwerking met de Nederlandse Hypotheek Garantie (NHG) vanaf volgend jaar gaan experimenteren met een arbeidsmarktscan om hypotheken makkelijker beschikbaar te maken voor starters en mensen zonder vast contract. Wat zegt deze voorgestelde arbeidsmarktscan volgens de minister over de sectorale zelfreguleringscapaciteit? Acht de minister het verstandig de arbeidsmarktscan in de toekomst ook toe te passen op hypotheken zonder NHG? Welke conclusie trekt de minister uit het feit dat de arbeidsmarkscan alleen wordt toegepast in positieve zin (i.e. als het de kans vergroot dat huizenkopers tot aanschaf kunnen overgaan) en niet in negatieve zin over de risicoperceptie van de hypotheekverstrekkers? Hoe is de minister van plan de effecten van de arbeidsmarktscan te monitoren? De leden van de D66-fractie begrijpen dat het kabinet pleit voor het toestaan van automated valuation models (AVM’s) om huizen te waarderen. Hoe is de minister van plan de risico’s die het gebruik van AVM’s met zich meebrengen te minimaliseren (e.g. exclusie huizenconditie, inaccurate data)? Voorziet de minister een wens om het gebruik van AVM’s in de toekomst uit te breiden? Is de minister in staat om de beschreven voordelen (e.g. onafhankelijkheid, snelheid, accuraatheid) omtrent AVM te kwantificeren en in verhouding te zetten tot mogelijke nadelen? Zo ja, is hij bereid deze berekeningen op een inzichtelijke manier met de Kamer te delen? Hoe is de minister van plan de effecten van het gebruik van AVM’s te monitoren? Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van deze richtlijnen. De leden hebben wel enkele vragen. Bij Question 1: What are the respondents’ views on the scope of application of the draft guidelines? De leden van de SP-fractie vragen de minister waarom hij deze richtlijnen slechts voor consumenten wil laten gelden. Wat is hiervan de onderbouwing? Bij Question 7: What are the respondents’ views on the requirements for collection of information and documentation for the purposes of creditworthiness assessment (Section 5.1)? De leden van de SP-fractie vinden het goed dat er wordt uitgegaan van regels van het NIBUD bij kredietverlening van consumenten. Deze leden vragen de minister dat er wel degelijk een basis moet worden gezocht voor kredietverlening van bedrijven, startups, zzp’ers enzovoorts. De leden vinden de reactie van de minister onbevredigend dat het de verantwoordelijkheid van de schuldeiser om de kredietwaardigheid goed te beoordelen. Kan de schuldeiser uitputtend weten of de schuldenaar kredietwaardig is? Bij Question 9: What are the respondents’ view on the scope of the asset classes and products covered in loan origination procedures (Section 5)? De leden van de SP-fractie zijn teleurgesteld dat de minister de kredietbeoordelingsregels niet van toepassing wil verklaren op professionals. De leden vragen de minister welke regels wel van toepassing moeten worden verklaard op professionals. Kan hij dit onderbouwen? II Reactie van de minister HYPERLINK "https://www.dnb.nl/en/news/news-and-archive/DNBulletin2019/dnb382679.js p" https://www.dnb.nl/en/news/news-and-archive/DNBulletin2019/dnb382679.jsp HYPERLINK "https://account.fd.nl/auth/realms/fd/protocol/openid-connect/auth?clien t_id=fd&redirect_uri=https://fd.nl/login&response_type=code&scope=openid %20session%20email%20roles%20fdmg-user&state=L3VAKX" https://account.fd.nl/auth/realms/fd/protocol/openid-connect/auth?client _id=fd&redirect_uri=https://fd.nl/login&response_type=code&scope=openid% 20session%20email%20roles%20fdmg-user&state=L3VAKX PAGE PAGE 1