De Europese investeringstoets en Chinees investeringsgedrag op de EU-markt
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D43258, datum: 2019-10-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2019Z20672).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Weverling, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z20672:
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: A. Weverling, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z20672
Vragen van het lid Weverling (VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de Europese investeringstoets en Chinees investeringsgedrag op de EU-markt (ingezonden 30 oktober 2019).
Vraag 1
Kunt u zich herinneren dat u de Kamer meedeelde dat op dit moment op interdepartementaal niveau aan een generieke investeringstoets wordt gewerkt, als gevolg van de EU-verordening inzake het ontwikkelen van een raamwerk voor het screenen van buitenlandse investeringen in de EU (2019/452/EU)? Wat is hier de stand van zaken van? En wordt in iedere lidstaat nu een nationaal contactpunt ingericht?1
Vraag 2
Hebt u kennisgenomen van het onderzoeksrapport «Beyond Investment Screening: Expanding Europe’s toolbox to address economic risks from Chinese state capitalism»?2 Zo ja, hoe beoordeelt u dit rapport?
Vraag 3
Deelt u de in dit rapport geuite kritiek dat de huidige investeringstoets vooral gericht is op het beoordelen van investeringen die de (Europese of nationale) veiligheid of openbare orde raken, en niet, zoals in Canada, op investeringen die wellicht grote impact hebben op de Europese innovatie- en concurrentiekracht?3
Vraag 4
Beschikt de Europese Commissie thans over voldoende capaciteit om onderzoek te doen naar Chinese investeringen, hun herkomst (bijvoorbeeld de aanwezigheid van staatssteun) en hun reikwijdte?
Vraag 5
Hoe staat u tegenover het voorstel om het Directoraat-generaal Handel van de Europese Commissie de bevoegdheid te geven om, bijvoorbeeld ten aanzien van Chinese activiteiten met staatssteun, zelfstandig onderzoek te doen en de bewijslast te leggen bij Chinese bedrijven die op de EU-markt actief willen zijn?
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om, als vervolgstap na de investeringstoets, meer coördinatie op EU-niveau tegen (riskante of marktverstorende) Chinese investeringen te bewerkstelligen?
Vraag 7
Wanneer vindt de evaluatie van de richtlijn betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten plaats, zoals aangekondigd in artikel 92 van de richtlijn (2014/24/EU)? Ziet u aanleiding om de Europese Commissie op te roepen bij het evalueren van de economische gevolgen voor de interne markt ook zaken als staatssteun mee te nemen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Deelt u tot slot de mening dat marktverstoringen door Chinese investeringen niet alleen in de EU, maar ook op derde markten aangepakt dienen te worden, bijvoorbeeld in OESO(/DAC)-verband? Zo nee, waarom niet?