Motie van de leden Raemakers en Van Kooten-Arissen over een mogelijk bredere vergoeding van CGM
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020
Motie
Nummer: 2019D43601, datum: 2019-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-XVI-60).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Raemakers, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid (Ooit vKA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 XVI-60 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2019Z20900:
- Indiener: R. Raemakers, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: F.M. van Kooten-Arissen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-10-31 15:15: Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (35300-XVI) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-11-05 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2020
Nr. 60 MOTIE VAN DE LEDEN RAEMAKERS EN VAN KOOTEN-ARISSEN
Voorgesteld 31 oktober 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Zorginstituut momenteel onderzoek doet naar bredere vergoeding van FGM voor insulineafhankelijke diabetespatiënten, die nu nog vingerprikken;
constaterende dat de Minister heeft toegezegd het Zorginstituut te vragen ook onderzoek te doen naar bredere vergoeding van CGM (zonder dat dit leidt tot vertraging van het onderzoek naar FGM), maar daarna heeft aangegeven dit niet te doen omdat dit tot vertraging zou leiden;
overwegende dat de potentiële voordelen van CGM (met alarmfunctie) voor patiënten nog groter zijn dan FGM, mogelijk leiden tot fors minder zorgkosten en meer maatschappelijke voordelen, en het goed is als het Zorginstituut ook alle kosten en baten daarvan onderzoekt;
verzoekt de regering, om alsnog het Zorginstituut te vragen zo snel als mogelijk een apart onderzoek te doen naar een mogelijk bredere vergoeding van CGM en de maatschappelijke kosten en baten daarvan, zonder dat dit leidt tot vertraging van het onderzoek naar FGM,
en gaat over tot de orde van de dag.
Raemakers
Van Kooten-Arissen