Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2019-2020

22 452 Internationalisering van het onderwijs

Nr. 79 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2019

Bij de brief van 25 april 2019 van de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is mij gevraagd de commissie te informeren over de stand van zaken van internationale en Europese scholen in Nederland en is mij tevens gevraagd een reactie te geven op de punten die zijn geadresseerd in de brief van de «Chairman IST-Secondary Parent Council» (Chairman).

Over de stand van zaken van internationale en Europese scholen in Nederland heb ik de vaste commissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geïnformeerd per brief op 20 september 2019.¹ Met de onderhavige brief geef ik een reactie op de vragen van de vaste commissie naar aanleiding van de bovengenoemde brief van de Chairman.

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben op 22 april jl. een brief ontvangen van de Chairman over de (bekostigings)licentie van de International School Twente te Enschede (IST-Sec). Daarin wordt aan de leden van de vaste commissie aandacht gevraagd voor de ongerustheid die bij ouders van de leerlingen bestond in verband met vraag of de licentie (de rijksbijdrage) voor de IST-Sec voortgezet zou worden.

Ondanks de inspanningen die in de afgelopen jaren zijn gedaan om aan deze ondergrens te voldoen, heeft de IST-Sec minder leerlingen dan de Beleidsregel internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs 2010 (Beleidsregel IGVO 2010) voorschrijft. De ondergrens voor een bijdrage van het Rijk is 100 leerlingen. De vraag die voorlag, is of de rijksbijdrage voortgezet kon worden.

In de specifieke omstandigheden van de IST-Sec zie ik hier aanleiding voor. De gemeente Enschede, de provincie Overijssel en het regionale bedrijfsleven achten het internationaal onderwijs van wezenlijk belang voor de economische ontwikkelingen van de regio waarin zij ook gezamenlijk investeren. Daarnaast is onlangs ook de Regio Deal Twente² tot stand gekomen die een bijdrage moet gaan leveren om de concurrentiepositie van de regio Twente te verstevigen. De borging van internationaal onderwijs is daarvoor van belang. Verder bevinden zich in de nabijheid van Enschede geen scholen met een internationale afdeling voortgezet onderwijs, waardoor, indien de IST-Sec niet voortgezet kan worden, leerlingen een aanzienlijke langere reistijd zouden hebben dan nu het geval is.

Gelet op deze omstandigheden vind ik het onwenselijk dat de bekostiging van de IST-Sec niet wordt voortgezet. Maar, ik vind ook belangrijk dat het aantal leerlingen dat de school bezoekt op de korte termijn voldoende progressie gaat vertonen en binnen vier jaar voldoet aan de ondergrens uit de Beleidsregel IGVO. Het hebben van voldoende leerlingen is van belang voor het aanbieden van kwalitatief voldoende onderwijs in onderwijskundige en organisatorische zin.

Ik zet de bekostiging voort onder de voorwaarde dat over vier jaar de IST-Sec door honderd leerlingen wordt bezocht. Die groei zal trapsgewijs ieder jaar moeten toenemen ten opzichte van het jaar ervoor. De IST-Sec en de regio krijgen zodoende tijd deze groei te realiseren. Daarnaast zal ik in overleg met de IST-Sec de borging van de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkeling van de (verplichte) ouderbijdrage monitoren. Indien de jaarlijkse groei niet wordt gerealiseerd, stopt de bekostiging per 1 augustus volgend op de teldatum van 1 oktober.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob

---

1. Kamerstuk 22 452, nr. 77.↩︎

2. Kamerstuk 29 697, nr. 66.↩︎