[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Voorstel van wet van de leden Kops, Graus en Van Aalst houdende een noodregeling over stikstof (Tijdelijke noodwet stikstof)

Memorie van toelichting (initiatiefvoorstel)

Nummer: 2019D45190, datum: 2019-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35333-3).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35333 -3 Voorstel van wet van de leden Kops, Graus en Van Aalst houdende een noodregeling over stikstof (Tijdelijke noodwet stikstof).

Onderdeel van zaak 2019Z21719:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 333 Voorstel van wet van de leden Kops, Graus en Van Aalst houdende een noodregeling over stikstof (Tijdelijke noodwet stikstof)

Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING

I. ALGEMEEN DEEL

Door deze noodwet kunnen onze hardwerkende boeren, bouwers en anderen weer direct aan de slag.

Met deze noodwet wordt voorkomen dat bedrijven omvallen en er onnodige ontslagen vallen. Een wet die rechtdoet aan iedereen die nu langs de kant staat; een noodwet waarmee Nederland weer aan het werk kan.

Voor alle overige toelichting, verwijzen de initiatiefnemers naar de artikelsgewijze toelichting.

II. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

Dit artikel regelt dat de vergunningplicht voor projecten van dringend openbaar belang wordt vervangen door een meldingsplicht. Dit betekent dat voor dergelijke projecten niet meer het vergunningsverleningstraject als bedoeld in de Wet natuurbescherming moet worden gevolgd, maar dat kan worden volstaan met een melding aan gedeputeerde staten.

Artikel 2

Als project van dringend openbaar belang worden alle projecten op het gebied van woningbouw, bouw van infrastructuur en landbouw aangemerkt. Dit betekent dat voor deze projecten geen vergunning op grond van de Wet natuurbescherming meer nodig is, maar dat een melding voldoende is. Hiervan zijn uitgezonderd projecten die zien op het realiseren van megastallen.

Artikel 3

Om bijvoorbeeld bouwprojecten doorgang te laten vinden is het noodzakelijk dat de grond en baggerspecie afgevoerd kunnen worden. Nu het dossier omtrent de PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen) nog in ontwikkeling is, is ervoor gekozen om bij ministeriële regeling regionale plaatsen aan te wijzen waar deze grond en baggerspecie naar toe kan worden gebracht. Op deze wijze bestaat inzicht in de plaatsen waar deze grond ligt en kan, na de vaststelling van een definitieve regeling omtrent deze materie, worden bekeken hoe dient te worden omgegaan met de grond en baggerspecie die op grond van deze wet op deze plaatsen is gebracht.

Artikel 4

Met dit artikel wordt geregeld dat een landbouwbedrijf de ruimte die een vergunning biedt volledig kan overdragen aan een ander landbouwbedrijf. Deze volle capaciteit wordt bij de overdracht niet beperkt naar de feitelijk gerealiseerde capaciteit, noch wordt een afroming toegepast op de capaciteit.

Artikel 5

Dit artikel bevat overgangsrecht, waarmee de lopende vergunningsaanvragen gelijk worden gesteld met de meldingsplicht. Wanneer op een lopende vergunningaanvraag nog niet is beslist, wordt deze automatisch na de inwerkingtreding van deze wet omgezet naar een melding. Een vergunning is dan niet meer nodig.

Artikel 6

Gezien het spoedeisende karakter van deze wet is het noodzakelijk dat deze zo spoedig mogelijk in werking treedt. Daarom is geregeld dat deze wet al in werking treedt de dag na de plaatsing ervan in het Staatsblad. Deze wet is voorts een tijdelijke noodwet – daarom vervalt deze automatisch na een half jaar.

Artikel 7

Dit artikel regelt de citeertitel van de wet.

Kops

Graus

Van Aalst