Amendement van het lid Omtzigt over zware voorhang van de inwerkingtreding
Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven)
Amendement
Nummer: 2019D45487, datum: 2019-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35306-7).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
Onderdeel van kamerstukdossier 35306 -7 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven).
Onderdeel van zaak 2019Z21873:
- Indiener: P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 306 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 met het oog op afschaffing van de fiscale aftrek van scholingsuitgaven (Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven)
Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT
Ontvangen 12 november 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel III, eerste lid, komt te luiden:
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De voordracht voor het koninklijk besluit wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien binnen deze termijn door of namens een van de Kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een van de Kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van deze wet bij wet wordt geregeld, wordt geen voordracht gedaan.
Toelichting
Dit amendement regelt dat de Kamers grip houden op de inwerkingtreding van de afschaffing van de fiscale aftrek van de scholingsuitgaven. De Kamers krijgen het ontwerp van het koninklijk besluit voor de inwerkingtreding vier weken voor de voordracht ervan te zien en kunnen dan bij meerderheid of met dertig leden respectievelijk vijftien leden de wens te kennen geven dat inwerkingtreding bij wet wenselijk is. De wet kan dan niet eerder in werking treden dan nadat het wetsvoorstel houdende de inwerkingtreding beide Kamers heeft gepasseerd.
Omtzigt