Reactie op verzoek commissie over een reactie inzake de vrijlating van Catalaanse politieke gevangenen
Mensenrechten in het buitenlands beleid
Brief regering
Nummer: 2019D45623, datum: 2019-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32735-271).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 32735 -271 Mensenrechten in het buitenlands beleid.
Onderdeel van zaak 2019Z21943:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-11-14 14:30: Raad Algemene Zaken dd 19 november 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-11-21 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-28 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-12-04 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (ð origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
32 735 Mensenrechten in het buitenlands beleid
Nr. 271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13Â november 2019
Op 8Â oktober 2019 heeft L.B. te A. een brief en petitie aan uw Kamer gestuurd inzake de vrijlating van Catalaanse politieke gevangenen. De brief toont de betrokkenheid van de indiener en de ondertekenaars bij de recente ontwikkelingen in Spanje. Ik ga mede hierom graag in op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken om op de brief te reageren en zal daarbij, zoals gevraagd, ingaan op de strafoplegging van de Catalaanse leiders.
Het Spaanse Hooggerechtshof deed op 14Â oktober jl. uitspraak in de strafzaken tegen twaalf Catalaanse separatistische leiders. Het betreft hier een interne Spaanse aangelegenheid. De separatistische leiders zijn door het Hooggerechtshof veroordeeld wegens: i) de organisatie van het ongrondwettelijk verklaarde Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum; ii)Â de hierop volgende unilaterale en illegale onafhankelijkheidsverklaring en iii) opruiing, malversaties en burgerlijke ongehoorzaamheid.
Het Hof heeft rebellie uiteindelijk laten vallen als aanklacht. In zijn vonnis heeft het Hof expliciet gemaakt dat vervolging niet gebaseerd is op ideologische gronden, maar puur op grond van wetsovertredingen. De uitspraken zijn in lijn met het Spaanse strafrecht, voortvloeiend uit de democratisch tot stand gekomen Spaanse Grondwet. De betrokkenen hebben de mogelijkheid om in beroep te gaan bij het Spaanse Constitutionele Hof.
Spanje is een Europese democratische rechtsstaat en gebonden aan het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Verder is Spanje actief deelgenoot van de internationale gemeenschap. Ik zie geen reden te twijfelen aan de onafhankelijke rechtsgang of de naleving van de mensenrechten in Spanje. Bovendien staat voor betrokkenen de gang naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens open nadat zij de rechtsmiddelen in Spanje hebben uitgeput.
Ik verwijs tenslotte en wellicht ten overvloede ook naar mijn antwoorden op Kamervragen van het lid Leijten die ik aan uw Kamer zond op 7Â november 2019 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 767).
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok