Reactie op verzoek commissie om de stand van zaken over de moties inzake onderzoek naar blootstelling aan homogenezingstherapieën
Aanpak huiselijk geweld
Brief regering
Nummer: 2019D46288, datum: 2019-11-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28345-225).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Mede ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 28345 -225 Aanpak huiselijk geweld.
Onderdeel van zaak 2019Z22292:
- Indiener: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Medeindiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-11-21 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-04 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-02-06 12:00: Onderzoek naar blootstelling aan homogenezingstherapieën (TK 28345-224 en 28345-225) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-06-17 14:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-07-01 10:15: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2020-09-09 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
28 345 Aanpak huiselijk geweld
30 420 Emancipatiebeleid
Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2019
Op verzoek van uw kamer gaan wij in op uw verzoek om de stand van zaken over de motie inzake onderzoek naar blootstelling aan homogenezingstherapieën (Kamerstuk 28 345, nr. 219).
Stand van zaken moties
In deze motie wordt de regering verzocht om «diepgaand en onafhankelijk te laten onderzoeken in welke mate jongeren en kwetsbare personen in Nederland worden blootgesteld aan «homogenezingsbehandelingen» of «conversietherapieën» en uw Kamer daarover voor het einde van het jaar te informeren».
Als eerste stap voor de uitvoering van de motie hebben de Ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Justitie en Veiligheid (JenV) en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) in augustus en september jl. verkennende gesprekken gevoerd met ervaringsdeskundigen, vertegenwoordigers van christelijke LHBTi-organisaties, deskundigen en professionals om een beeld te vormen hoe het onderzoek het best vormgegeven kan worden.
Op basis van deze gesprekken stel ik een onderzoeksopzet op voor een kwalitatief onderzoek. Dit doe ik in overleg met de Ministeries van JenV en OCW. Deze opzet wordt vervolgens in oktober uitgezet bij vijf partijen voor een offerte.
Onderzoeksopzet
Om te onderzoeken in welke mate jongeren en kwetsbare personen worden blootgesteld aan praktijken gericht op homoconversie vraag ik de onderzoeker
in ieder geval ervaringsdeskundigen te interviewen. Tevens worden religieuze partijen uit kerkelijke gemeenschappen geïnterviewd. Op basis van de interviews wordt aan de onderzoekers gevraagd aan te geven of het mogelijk is om te komen tot een kwantitatieve inschatting danwel of het mogelijk is om deze praktijken kwantitatief te onderzoeken.
De onderzoekers vraag ik twee producten te leveren:
1) Fase 1: eind maart 2020 een rapport op basis van gesprekken met (ervarings)deskundigen, professionals en de kerkelijke koepels dat ingaat op de mate en de manier waarin jongeren en kwetsbare personen in Nederland worden blootgesteld aan «homogenezingsbehandelingen» of «conversietherapieën» met daarbij een verkenning naar een kwantitatieve onderbouwing;
2) Fase 2: Eind juni 2020 een rapport met mogelijke richtingen voor (beleids)maatregelen om homogenezingstherapie in Nederland tegen te gaan en te voorkomen.
Planning
Oktober: Uitzetten van de opdracht bij 5 onafhankelijke partijen
November: Start onderzoek
Eind januari: Eerste fase van het onderzoek gereed, toezending rapport aan Tweede Kamer
Eind april: Tweede fase van het onderzoek gereed
Mei: Informeren Tweede Kamer
De vaste kamercommissie van OCW heeft gevraagd om een nadere uitwerking van motie van de leden Yesilgöz en Zegerius met Kamerstuk 30 420, nr. 311. In deze motie wordt de regering verzocht met een wetsvoorstel te komen met als doel een ieder die de seksuele oriëntatie of genderidentiteit van een ander probeert te veranderen, te onderdrukken of uit te wissen, te bestraffen.
Zoals hierboven beschreven wordt ter uitvoering van de motie Bergkamp c.s. een onderzoek uitgevoerd naar conversietherapieën in Nederland. Met dit onderzoek kan inzicht worden verkregen in de aard en omvang van de problematiek en de mate waarin aanvullende (strafrechtelijke) regelgeving een zinvolle bijdrage kan leveren. Op dit moment bestaan er reeds diverse mogelijkheden om op te treden tegen conversietherapieën. In antwoord op eerdere Kamervragen (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1788) is reeds uiteengezet dat in de (reguliere) zorg geen ruimte is voor het aanbieden van conversietherapie. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) trekt iedere melding van het «genezen» van homoseksualiteit na en verbindt hieraan maatregelen.
Ook het strafrecht biedt reeds mogelijkheden om – ook buiten de reguliere zorg – op te treden tegen misstanden die het gevolg zijn van conversietherapieën. Afhankelijk van het feitencomplex kan bijvoorbeeld worden gedacht aan mishandeling, vrijheidsberoving, bedreiging en dwang.1 Wanneer het tweede gedeelte van voornoemd onderzoek is afgerond, zal in de beleidsreactie worden bezien of aanvullende (strafrechtelijke) regelgeving aangewezen is.
Voor strafrechtelijke vervolging is het hoe dan ook van belang dat incidenten bekend zijn bij de politie. Om die reden zal ik met het OM, de politie en belangenorganisaties in gesprek gaan over de mogelijkheden om de aangiftebereidheid te vergroten.
Daarnaast zal het kabinet bezien of het mogelijk is om tot een gedragscode te komen met verschillende organisaties. Een dergelijke gedragscode kan eraan bijdragen dat wordt voorkomen dat conversietherapieën worden aangeboden. Een gedragscode kan zo een rol spelen bij het voorkomen dat jongeren en kwetsbare personen aan (druk om deel te nemen aan) dergelijke therapieën worden blootgesteld. Daarmee wordt aangesloten bij de aanpak die is gekozen in het Verenigd Koninkrijk. Daar is een Memorandum of Understanding gesloten, waarbij verschillende organisaties zich hebben verbonden aan de inzet om het publiek te beschermen tegen conversietherapie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Zie de artikelen 300 e.v. (mishandeling), 282 (vrijheidsberoving), 285 (bedreiging) en 284 (dwang) Sr.↩︎