[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Bisschop over uitgedeelde boetes op grond van de Meststoffenwet

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2019D46312, datum: 2019-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-744).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z15440:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

744

Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over uitgedeelde boetes op grond van de Meststoffenwet(ingezonden 30 juli 2019).

Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 18 november 2019).

Vraag 1, 2 en 3

Kunt u aangeven hoeveel boetes in het kader van de Meststoffenwet op basis van controles van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) onderscheidenlijk administratieve controles van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in 2017 onderscheidenlijk 2018 uitgedeeld zijn?

Wat was het totaalbedrag van deze boetes in 2017 onderscheidenlijk 2018?

Kunt u daarbij aangeven wat de boetebedragen (totaal) en aantallen beschikkingen waren voor de verschillende soorten overtredingen (gebruiksnormen, verantwoordingsplicht, mestverwerkingsplicht, hoeveelheidsbepaling, etc.)?

Antwoord 1, 2 en 3

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is belast met het fysieke toezicht op de naleving van de mestregelgeving. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) ontvangt en controleert als uitvoerder van die wetgeving de gegevens en voert namens de rijksoverheid de bestuursrechtelijke handhaving uit. RVO.nl kan maatregelen nemen, zoals het opleggen van een bestuurlijke boete, opleggen van een last onder dwangsom of geven van een waarschuwing.

In 2017 heeft RVO.nl 2.662 boetes, lasten onder dwangsom (LOD) of waarschuwingen opgelegd, met een totaal bedrag van € 2.105.405. In 2018 waren dat 3.674 boetes, lasten onder dwangsom (LOD) of waarschuwingen, met een totaalbedrag van € 11.398.215. Het bedrag aan boetes verschilt per jaar en is sterk afhankelijk van de aanwezigheid van grote zaken met hoge boetes. In 2018 was sprake van een aantal grote zaken, met name bij de controles van de gebruiksnormen en van de verantwoordingsplicht.

2017 2.662 € 2,1 mln
2018 3.674 € 11,4 mln

Dit is nader uitgesplitst in onderstaande tabel.

Administratieve verplichtingen intermediairs 65 € 17.400 173 € 45.040
Administratieve verplichtingen landbouwers 852 € 231.970 885 € 234.415
Administratieve verplichtingen overige leveranciers en afnemers bedrijven 9 € 5.300 8 € 0
Gebruiksnormen 625 € 1.261.078 412 € 6.173.157
Grensoverschrijdende overbrenging 124 € 24.670 158 € 38.115
Hoeveelheidsbepaling 118 € 35.545 269 € 136.171
Mestverwerking 31 € 227.548 89 € 1.978.610
Overige bepalingen 2 € 0 3 € 900
Verantwoorde groei melkveehouderij 17 € 57.358 42 € 231.266
Verantwoordingsplicht dierlijke meststoffen 5 € 73.060 17 € 2.091.588
Vervoer van dierlijke meststoffen 232 € 59.135 164 € 119.530
Vervoer van zuiveringsslib en compost 7 € 2.100 9 € 2.430
Vervoersbewijs dierlijke meststoffen 575 € 110.240 1.445 € 346.993
Eindtotaal 2.662 € 2.105.405 3.674 € 11.398.215

Vraag 4

Kunt u voor de in 2017 en 2018 opgelegde beschikkingen een verdeling geven van de hoogte van de opgelegde boetes (<2.000 euro, 2.000–15.000 euro, 15.000–50.000 euro, >100.000 euro)?

Antwoord 4

De boetes en LOD’s in 2017 en 2018 zijn als volgt te verdelen:

2017 886 90 28 3 1
2018 659 193 122 33 18

Vraag 5 en 6

Kunt u aangeven in hoeverre in 2017 en 2018 opgelegde boetes zijn gematigd door toepassing van het matigingsbeleid naar aanleiding van ingediende zienswijzen onderscheidenlijk naar aanleiding van ingediende bezwaren (met uitzondering van matiging vanwege overschrijding van termijnen)?

Als dergelijke matiging werd toegepast, wat was dan gemiddeld genomen het percentage waarmee de boete verlaagd werd?

Antwoord 5 en 6

Matiging van boetes kan plaatsvinden op basis van ontvangen zienswijzen op voornemens, door toepassing van het matigingsbeleid bijvoorbeeld wegens overschrijding van termijnen door de overheid, en op basis van (gedeeltelijk) gegronde bezwaren. In het matigingsbeleid wordt rekening gehouden met de individuele omstandigheden van de ondernemer. De mate waarin een boete verlaagd wordt is dus maatwerk. Een gemiddeld percentage waarmee boetes verlaagd zijn, geeft in dat licht geen relevante informatie. Om hoeveel gevallen van matiging en om welke bedragen het gaat wordt door RVO.nl niet in haar totaliteit bijgehouden. Een meer specifieke beantwoording zou een individuele doorlichting van alle zaken vragen. Hiervoor is thans geen capaciteit bij RVO.nl beschikbaar.

Op 18 december 2018 heeft het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb) drie uitspraken gedaan over een aantal categorieën mestboetes. Als gevolg hiervan heeft RVO.nl in 2019 138 boetebeschikkingen waartegen bezwaar liep geheel of gedeeltelijk ingetrokken, 9 uit 2017 en 129 uit 2018. Een boetebeschikking kan uit meerdere administratieve bevindingen bestaan.

Vraag 7

Kunt u inmiddels meer inzicht ingeven in de mogelijke oorzaken van de door RVO.nl geconstateerde stijgende trend in het aantal mestboetes dat opgelegd wordt?1

Antwoord 7

De handhaving van het mestbeleid bij RVO.nl wordt programmatisch aangepakt in nauwe samenwerking met de NVWA. Programmatisch handhaven is een aanpak waarbij op basis van de risico’s van niet-naleving van de regelgeving periodiek prioriteiten worden vastgesteld en met behulp van een doelgroep-analyse een interventiestrategie wordt bepaald.

De toename van het totale boetebedrag en het aantal mestboetes in 2018 is het gevolg van het gebruik van steeds geavanceerdere data-analyses, waardoor administratieve onderzoeken bij geselecteerde bedrijven vaker leiden tot een bestuurlijke sanctie ten opzichte van een steekproefsgewijze aanpak. In mijn brief van 28 september 2018 heb ik uw Kamer mijn aanpak (versterkte handhavingsstrategie mest) toegezonden (Kamerstuk 33 037, nr. 311).

Verder waren er in 2018 een aantal grotere strafrechtelijke onderzoeken. Daarbij gaat het met name om onderzoeken naar overtreding van de gebruiksnormen en/of verantwoordingsplicht.

Vraag 8

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het aangekondigde onderzoek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet naar behaalde economische voordelen door fraude, de verhouding tot de boetehoogte en de regio’s waar economische voordelen relatief hoog zijn?2

Antwoord 8

Dit onderzoek is afgerond en ik heb uw Kamer hier inmiddels over geïnformeerd. Ik verwijs naar mijn brief van 24 oktober jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 365)

Vraag 9

Wordt in het genoemde onderzoek, zoals geadviseerd door de Auditdienst Rijk, ook gekeken naar eventuele differentiatie naar soort mest of soort grond?

Antwoord 9

In het onderzoek van de CDM wordt ingegaan op varkens-, rundvee- en pluimveemest. Er wordt niet ingegaan op de soort grond, wel op verschillen tussen regio’s. Voor meer achtergrondinformatie verwijs ik naar mijn brief van 24 oktober jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 365)


  1. Auditdienst Rijk; Onderzoeksrapport Onderzoek Sanctiebeleid Mestwetgeving; oktober 2018, p. 12↩︎

  2. Auditdienst Rijk; Onderzoeksrapport Onderzoek Sanctiebeleid Mestwetgeving; oktober 2018, managementreactie (vanaf p. 21)↩︎