Memorie van toelichting
Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum
Memorie van toelichting
Nummer: 2019D47323, datum: 2019-11-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35344-3).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35344 -3 Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum .
Onderdeel van zaak 2019Z22816:
- Indiener: R.W. Knops, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-26 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-28 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-01-16 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-02-06 14:00: Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum (35344) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-04-06 11:00: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-04-22 23:25: HAMERSTUK: Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum (35344) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 344 Samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum
Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
1. Inleiding
Dit wetsvoorstel heeft betrekking op de samenvoeging van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum, gelegen in de provincie Groningen, tot de nieuwe gemeente Eemsdelta. Deze samenvoeging is op initiatief van de betrokken gemeenten zelf tot stand gekomen en leidt tot een nieuwe gemeente die circa 46.000 inwoners telt, 32 kernen heeft en een oppervlakte van 364 km² beslaat (waarvan 96,2 km² water). De beoogde datum van herindeling is 1 januari 2021.
Aanleiding voor het wetsvoorstel is het herindelingsadvies van de betrokken gemeenten (vastgesteld op 28 maart 2019) en de positieve zienswijze daarop van gedeputeerde staten van de provincie Groningen van 9 april 2019.1 De beoogde samenvoeging kan rekenen op breed bestuurlijk, maatschappelijk en regionaal draagvlak en past binnen de bredere beweging in de bestuurlijke organisatie van de provincie Groningen in de afgelopen jaren. Met de samenvoeging wordt een robuuste en duurzame gemeente gevormd die toegerust is om wettelijke en autonome taken te vervullen en urgente uitdagingen voor de toekomst in samenhang op te pakken. De vorming van de gemeente Eemsdelta staat daarmee in dienst van de belangen van de inwoners van de betrokken gemeenten.
In het volgende hoofdstuk worden de voorgeschiedenis en totstandkoming van het herindelingsadvies beschreven. Hoofdstuk 3 bevat de uitkomsten van de toets van het herindelingsadvies aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2018. De financiële consequenties van de herindeling komen in hoofdstuk 4 aan bod. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de herindelingsverkiezingen en de naam van de nieuwe gemeente.
2. Voorgeschiedenis en totstandkoming herindelingsadvies
2.1. Voorgeschiedenis
Alle gemeenten in de provincie Groningen hebben zich in de achterliggende jaren (circa sinds 2006) georiënteerd op de vraag hoe zij hun bestuurskracht effectief kunnen versterken en wat het antwoord op die vraag betekent voor hun bestuurlijke toekomst. Voor de gemeenten Appingedam, Loppersum en Delfzijl vond het bestuurskrachtonderzoek plaats in 2008 (BMC, «Sterke gemeenten in Groningen, varianten voor versterking van de bestuurskracht»). Dit onderzoek werd geïnitieerd door de provincie Groningen en vond plaats in opdracht van de Vereniging Groninger Gemeenten (VGG). Naar aanleiding van deze onderzoeken hebben de betreffende gemeenten geprobeerd de gebleken bestuurskrachtproblemen te ondervangen door het inrichten van diverse samenwerkingsverbanden in zogeheten «clusters». Ook de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum zijn in clusterverband gaan samenwerken.
In 2012 hebben de meeste Groninger gemeenten deze clustersamenwerking geëvalueerd, zo ook de gemeenten Appingedam, Loppersum en Delfzijl. Op basis van deze evaluatie van Berenschot werd de conclusie getrokken dat ambtelijke en bestuurlijke fusies in de toekomst noodzakelijk waren om de kwaliteit van het openbaar bestuur in de provincie Groningen te waarborgen. Daarop is door de provincie Groningen en de VGG de «Visitatiecommissie Bestuurlijke Toekomst Groningen» ingesteld (commissie-Jansen). In februari 2013 presenteerde deze commissie haar rapport «Grenzeloos Gunnen – Advies over de maatschappelijk urgente vernieuwing van de bestuurlijke organisatie en bestuurscultuur in Groningen» en concludeerde dat met het werken in clusters onvoldoende resultaat bereikt werd, terwijl de maatschappelijke opgaven complex zijn, dat sprake is van een gemiddeld relatief laag aantal inwoners en dat de betrokken gemeenten kampten met financiële tekorten. Om de opgaven het hoofd te bieden en kansen te benutten achtte de commissie herindelingen nodig. Voor het noordelijk deel van de provincie Groningen adviseerde de commissie de vorming van twee nieuwe gemeenten en daarbij het haven- en industriegebied van Eemsmond en de haven van Delfzijl in één hand onder te brengen. Dat zou dan moeten leiden tot een gemeente «Hogeland» (samenvoeging van Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond, maar zonder de Eemshaven) en een gemeente «Eemsdelta» (samenvoeging van Appingedam, Delfzijl, Loppersum, met de Eemshaven). De provincie Groningen nam het advies van de commissie over.
In het voorjaar van 2013 werden de conclusies van het rapport besproken in de raden van de zeven betrokken gemeenten. Hoewel de zeven betrokken gemeenten in meerderheid de geconstateerde noodzaak tot gemeentelijke opschaling onderschreven, ondersteunden zij de door de Visitatiecommissie voorgestelde vorming van twee gemeenten – met daarbij een splitsing van de gemeente Eemsmond – niet. Zij verschilden bovendien van mening over de vraag welke herindelingsvarianten dan wél wenselijk waren. Een aantal gemeenten (Appingedam, Bedum, De Marne en Eemsmond) vond de schaal van twee nieuwe gemeenten niet optimaal en opteerde voor de zogenoemde «G7-variant», waarbij alle zeven gemeenten in één gemeente op zouden gaan. Delfzijl en Loppersum opteerden voor een variant met Appingedam en Eemsmond, terwijl Winsum koos voor herindeling met Eemsmond, Bedum en De Marne. De voorkeursopties werden geformuleerd in 2015, nadat bijeenkomsten en rondetafelgesprekken hadden plaatsgevonden met inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen van de gemeenten Appingedam, Loppersum en Delfzijl. Ook de positionering van de Eemshaven in relatie tot de haven van Delfzijl vormde een punt van discussie. Volgens de gemeente Eemsmond diende het gehele gebied van de gemeente, inclusief de Eemshaven, in één nieuwe gemeente op te gaan, omdat deze haven onlosmakelijk met de gemeente Eemsmond is verbonden.
Om tot een eensluidend eindbeeld te komen, vond op initiatief van gedeputeerde staten bestuurlijk overleg plaats met de zeven betrokken gemeenten. Na meerdere overlegrondes bleek dat de betrokken gemeenten niet tot overeenstemming konden komen. Gedeputeerde staten zijn vervolgens in april 2016 het open overleg op grond van artikel 8 van de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) gestart met de colleges van burgemeesters en wethouders van de zeven betrokken gemeenten. Het open overleg was gericht op het verkennen van een samenhangend, regionaal evenwichtig en duurzaam perspectief op de bestuurlijke organisatie in Noord-Groningen. In deze periode hebben de toenmalige gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond (inclusief de Eemshaven) elkaar gevonden in de wens tot samenvoeging, waarna gedeputeerde staten de Arhi-procedure voor alle zeven gemeenten hebben beëindigd in oktober 2016.
De voormalige gemeenten Bedum, De Marne, Winsum en Eemsmond vormen sinds 1 januari 2019 de gemeente Het Hogeland. Het veranderde bestuurlijke landschap leidde ertoe dat de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum een vorm wilden vinden waarbinnen zij – onder meer – zelfbewust en krachtig zouden kunnen inspelen op de regionale opgaven én in staat zouden zijn om te kunnen gaan met snel veranderende omstandigheden en nieuwe ontwikkelingen.
2.2. Totstandkoming herindelingsadvies
De gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum hebben in 2017 een gezamenlijke verkenning laten uitvoeren naar de bestuurlijke toekomst van deze drie gemeenten. Daarbij was voor de drie raden de vraag relevant wat het verschil in perspectief was ten opzichte van eerdere voorkeursvarianten. Voor die verkenning van de bestuurlijke toekomst is een twee-sporenaanpak gevolgd. Het eerste spoor betrof het opstellen van een strategische agenda, het inzichtelijk maken hoe overheidsnabijheid (en burgerparticipatie) te organiseren, en een herijking van de financiële positie van de drie gemeenten. Een nadere uitwerking van de samenwerking met de nieuwe gemeente Het Hogeland en de overige samenwerkingsverbanden vormde het tweede spoor. De uitkomsten van deze verkenningen zijn samengevat en nader geduid in een «Verbindend document» (september 2017).
Op basis van de resultaten van de verkenning hebben de drie betrokken raden – na informatieavonden voor inwoners, bedrijven en maatschappelijke instellingen – op 16 november 2017 de intentie uitgesproken om te komen tot een samenvoeging. Daarbij was nog geen beoogde datum van herindeling gekozen. In Delfzijl en Loppersum is het aan de raad voorgelegde besluit ongewijzigd vastgesteld, in Appingedam heeft de raad een amendement aangenomen dat de herindeling «uiterlijk op 1 januari 2021» tot stand moet zijn gekomen. De colleges van B&W hebben op basis van de door deze raadsbesluiten geformuleerde opdracht een Plan van Aanpak voor het herindelingsproces laten opstellen, met 1 januari 2021 als beoogde herindelingsdatum. Dit Plan van Aanpak is in september 2018 vastgesteld door de raden van de drie gemeenten, waarbij ook overeenstemming is bereikt over de beoogde datum van herindeling. In vervolg op deze raadsbesluiten is op 29 november 2018 het herindelingsontwerp door de drie betrokken raden vastgesteld, na input van de raadsklankbordgroep die werd gevorm door inwoners, partners en medewerkers. Op 28 maart 2019 hebben de raden van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum allen het herindelingsadvies unaniem vastgesteld.
Gedeputeerde staten van de provincie Groningen hebben op 9 april 2019 in hun zienswijze aangegeven deze herindeling positief te beoordelen. De provincie heeft het herindelingsadvies getoetst aan de criteria uit het beleidskader en aan de criteria uit de provinciale visie op de bestuurlijke organisatie van de provincie Groningen. De provincie is positief over het procesverloop en verwacht dat de herindeling een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de bestuurlijke organisatie in de provincie.
3. Toets aan het beleidskader gemeentelijke herindeling
Het herindelingsadvies is getoetst aan het Beleidskader gemeentelijke herindeling 2018.2 Het kabinet spreekt in het beleidskader de voorkeur uit voor herindelingen «van onderop», dat wil zeggen op initiatief van de betrokken gemeenten. Het is primair aan gemeenten zelf om te werken aan versterking van hun bestuurskracht, zo nodig via een herindeling. Een gemeentelijk herindelingsadvies wordt door gedeputeerde staten aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden, voorzien van een zienswijze van gedeputeerde staten. De Minister beoordeelt vervolgens of het herindelingsproces op de door de wetgever beoogde zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden.
Daarnaast hanteert het kabinet de volgende inhoudelijke beoordelingscriteria: (1) draagvlak, (2) bestuurskracht, (3) interne samenhang en nabijheid van bestuur en (4) regionale samenhang. Uit het herindelingsadvies moet blijken dat er voldoende steun is voor het voornemen bij inwoners, bestuurlijke partners en maatschappelijke partijen. Ook moet duidelijk worden dat de nieuwe gemeente beter in staat is de taken uit te voeren dan de individuele gemeenten die worden samengevoegd. De nieuwe gemeente moet een logische samenhang kennen en voldoende waarborgen kunnen bieden dat het gemeentebestuur voor inwoners nog steeds bereikbaar en nabij is. Tot slot moet de herindeling ook bijdragen aan evenwichtige regionale verhoudingen.
Na een periode van bezinning op het bestuurlijke landschap binnen de gehele provincie Groningen hebben de gemeenten Appingedam, Loppersum en Delfzijl het initiatief genomen om samen de gemeente Eemsdelta te gaan vormen. Daarbij is een zorgvuldige herindelingsprocedure doorlopen. De regering concludeert verder dat de voorgestelde samenvoeging voldoet aan de hierboven genoemde inhoudelijke criteria uit het beleidskader. Deze conclusie wordt in het vervolg van dit hoofdstuk toegelicht.
3.1. Draagvlak
Binnen het draagvlak-criterium worden drie typen draagvlak onderscheiden: bestuurlijk draagvlak op lokaal niveau, maatschappelijk draagvlak en bestuurlijk draagvlak in de regio.
Lokaal bestuurlijk draagvlak
Alvorens tot besluitvorming te komen over de herindeling hebben de drie betrokken gemeenten een zorgvuldig traject doorlopen. De raden van de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum hebben op 29 november 2018 alle drie het herindelingsontwerp unaniem vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de vaststelling op 28 maart 2019 van het herindelingsadvies door de betrokken raden. Gelet op de unanimiteit bij de besluitvorming in de drie gemeenteraden kan de beoogde herindeling rekenen op breed bestuurlijk draagvlak. Verder heeft de Bijzondere Ondernemingsraad Appingedam, Delfzijl en Loppersum een positieve zienswijze gegeven op het herindelingsvoorstel.
In onderstaande tabel zijn de stemverhoudingen in de gemeenteraden weergegeven bij de vaststelling van het herindelingsadvies.
Appingedam | 14 | 0 | 1 |
Delfzijl | 15 | 0 | 4 |
Loppersum | 13 | 0 | 0 |
Totaal | 42 | 0 | 5 |
Maatschappelijk draagvlak
Een gemeentelijke herindeling is een ingrijpende verandering voor inwoners, bedrijven, instellingen en de bestuurlijke omgeving van gemeenten. Daarom verlangt het kabinet dat de mate van maatschappelijk draagvlak voor de herindeling kenbaar wordt gemaakt in het herindelingsadvies. Uit het herindelingsadvies en het daarbij gevoegde logboek blijkt dat de drie betrokken gemeenten zowel afzonderlijk als gezamenlijk een uitgebreid interactief en open traject met hun inwoners en maatschappelijke partners hebben doorlopen.
Zoals in de uiteenzetting van de voorgeschiedenis en de totstandkoming van het herindelingsadvies, in paragraaf 2.2, reeds is toegelicht, zijn inwoners, burgers en maatschappelijke instellingen van Appingedam, Delfzijl en Loppersum actief betrokken bij de knelpunten en oplossingsrichtingen met betrekking tot de bestuurlijke toekomst van het gebied. De drie gemeenten hadden daartoe een gezamenlijk strategisch communicatieplan opgesteld, op basis waarvan een actief informatie-, communicatie- en participatieproces is uitgevoerd. Het gaat daarbij onder meer om informatieavonden, rondetafelgesprekken dan wel inloopbijeenkomsten vanaf de bespreking van het rapport van de Visitatiecommissie Bestuurlijke Toekomst Groningen (februari 2013) tot aan inloopbijeenkomsten over het herindelingsontwerp (januari 2019). Uit de verslagen van de bewonersavonden blijkt dat de inwoners de uitgangspunten van de herindeling ondersteunen. Daarnaast is de eerder genoemde raadsklankbordgroep (bestaande uit inwoners, partners en medewerkers) betrokken bij het opstellen van het herindelingsontwerp.
In de periode van 5 december 2018 tot en met 30 januari 2019 heeft het herindelingsontwerp ter inzage gelegen. Er zijn twee inwoners die een zienswijze hebben ingediend. In één zienswijze wordt gepleit voor overgang van het gebied Middelstum (gemeente Loppersum) naar de gemeente Het Hogeland; de andere zienswijze was ondersteunend aan de beoogde herindeling. In de reactienota is aangegeven dat de colleges geen aanleiding zagen om het herindelingsadvies naar aanleiding van deze zienswijzen aan te passen.
Uit het participatieve traject concludeert de regering dat de nieuw te vormen gemeente Eemsdelta kan rekenen op breed maatschappelijk draagvlak.
Regionaal bestuurlijk draagvlak
Er is regionaal bestuurlijk draagvlak voor deze herindeling. In de periode van de terinzagelegging van het herindelingsontwerp zijn – conform wat in het beleidskader wordt verwacht – de omliggende gemeenten, de twee waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa's en een aantal samenwerkingsverbanden uitgenodigd een zienswijze te geven. In reactie daarop hebben de gemeenten Midden-Groningen en Het Hogeland, alsook de samenwerkingsverbanden Omgevingsdienst Groningen, Werkorganisatie DEAL-Gemeenten en Publiek Vervoer Groningen Drenthe een positieve zienswijze gegeven op het herindelingsvoorstel, waarbij zij aandacht vragen voor bepaalde beleidsterreinen dan wel het belang benadrukken van voortzetting van de samenwerking met de nieuw te vormen gemeente op de desbetreffende beleidsterreinen. Het waterschap Hunze en Aa’s en de openbare lichamen Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen en Publieke Gezondheid & Zorg Groningen hebben in hun reactie aangegeven geen zienswijze te zullen indienen.
3.2. Bestuurskracht
De nieuwe gemeente verwacht op basis van een concrete inhoudelijke ontwikkelagenda beter in staat te zijn om te komen tot een samenhangende aanpak van de volgende vijf urgente maatschappelijke uitdagingen:
1. Aardbevingen de baas.
2. Meer mensen aan de slag.
3. Binden van jongeren en voorbereid op minder mensen.
4. Toekomstbestendige zorg en ondersteuning.
5. Verduurzaming en energietransitie.
Het schaalniveau van de nieuwe gemeente Eemsdelta sluit beter aan op het schaalniveau waarop deze uitdagingen zich aandienen. Met deze herindeling ontstaat een robuustere ambtelijke organisatie die kwalitatief beter is toegerust om de opgaven waar de gemeente voor staat, aan te pakken. De heringedeelde gemeente kan meer kwaliteit leveren en maakt (meer) functionele specialisatie mogelijk, mede omdat er meer kennis in eigen huis aanwezig is. Tegelijkertijd zal het aantal «eenpersoonsfuncties» afnemen, wat tot een robuustere gemeentelijke organisatie zal leiden en de kwetsbaarheid van de ambtelijke organisatie(s) doet afnemen. Verder krijgt de nieuwe gemeente in regionaal verband een grotere rol en een reële kans op meer invloed in de samenwerking met omliggende gemeenten, in bijvoorbeeld de Veiligheidsregio en de Omgevingsdienst.
De gemeenschappelijke visie op hoofdlijnen op de nieuwe gemeente die is opgenomen in het herindelingsadvies en de Strategische agenda (2017) dragen bij aan het vertrouwen dat een gemeente ontstaat die in staat is haar maatschappelijke opgaven op te pakken en wettelijke taken adequaat te vervullen, waarbij recht wordt gedaan aan en in het belang wordt gehandeld van haar maatschappelijke omgeving.
3.3. Interne samenhang en nabijheid van bestuur
De vorming van de nieuwe gemeente Eemsdelta biedt de mogelijkheid om samenhang, complementariteit en onderlinge versterking te realiseren ten aanzien van de stedelijke kernen (Delfzijl en Appingedam) en het landelijk gebied en verbinding aan te brengen tussen landelijke en stedelijke opgaven. Binnen het landelijk gebied, in de stedelijke kernen en in dorpskernen van de drie gemeenten verschilt de mate van sociale cohesie. De voorzieningen in de stedelijke kernen zijn van belang voor de omliggende dorpskernen.
In het herindelingsadvies zijn daarbij de volgende gemeenschappelijke uitgangspunten benoemd ten behoeve van de nieuwe gemeente: koesteren van de unieke kenmerken van de drie gemeenten; inzet op behoud van voorzieningen die door de inwoners positief worden gewaardeerd; nabijheid, overheidsparticipatie en kleinschaligheid als gedeelde waarden voor de dienstverlening; het meer betrekken van inwoners bij de inrichting van hun eigen leefomgeving, wijk en dorp. De drie gemeenten geven aan dat de nieuw te vormen gemeente een schaal zal krijgen waarop het goed mogelijk is het dorps- en kernenbeleid vorm te geven en het evenwicht te vinden tussen strategie en beleid op het niveau van de gemeente als geheel, en lokaal maatwerk te organiseren in de uitvoering op wijk- en kernenniveau.
De huidige drie gemeenten werken al lange tijd op veel terreinen intensief met elkaar samen, zowel op de schaal van deze drie gemeenten als breder. Beleidsmatige samenwerking in de regio gaat terug op het Bestuursakkoord Eemsdelta (2008) tussen de gemeenten Appingedam, Delfzijl, Eemsmond en Loppersum en de provincie Groningen op het gebied van economie (werken, havens, infrastructuur, arbeidsmarkt/onderwijs), wonen en voorzieningen, klimaatadaptatie en organisatorische (intergemeentelijke) samenwerking.
3.4. Regionale samenhang
Met deze herindeling ontstaat ook meer evenwicht in regionale verhoudingen. De nieuw te vormen gemeente Eemsdelta zal ruim 46.0000 inwoners tellen; een inwonertal dat zich goed verhoudt tot de aangrenzende gemeenten Het Hogeland (ca. 47.000 inwoners), Oldambt (ca. 38.000 inwoners) en Midden-Groningen (ca. 60.000 inwoners). De aangrenzende nieuwe gemeente Groningen, met ca. 235.000 inwoners, blijft substantieel groter.
Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden zullen eveneens meer gelijkwaardige verhoudingen krijgen. Met vermindering van het aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden zal ook de bestuurlijke drukte afnemen in de provincie Groningen. De samenvoeging van gemeenten zal tot gevolg hebben dat een aantal samenwerkingsverbanden en verbonden partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen, worden beëindigd. Gemeenschappelijke regelingen waaraan uitsluitend door de drie betrokken gemeenten wordt deelgenomen komen op de datum van herindeling van rechtswege te vervallen (artikel 41, eerste lid, Wet arhi).
De gemeenten onderkennen in het herindelingsadvies dat ook na de samenvoeging samenwerking met omliggende gemeenten en de provincie nodig is. Voor de aanpak van een aantal majeure (regionale) opgaven is het van belang dat de nieuwe gemeente de samenwerking met andere (opgeschaalde) gemeenten op adequate wijze vorm en inhoud zal geven voor een reeks van jaren. De gemeenschappelijke visie op en de strategische agenda voor de nieuwe gemeente bieden daartoe een goede basis.
De nieuwe gemeente Eemsdelta is tevens duurzaam in regionaal bestuurlijk perspectief gelet op de totstandkoming van de aangrenzende gemeenten Oldambt (2010), Midden-Groningen (2018), Het Hogeland en Groningen (2019) in de afgelopen periode. Er zijn geen voornemens of ontwikkelingen bekend om aan te nemen dat de nieuwe gemeente Eemsdelta binnen een afzienbare periode opnieuw bij een herindelingsdiscussie betrokken zal worden.
4. Financiële aspecten
Er zijn verschillende analyses uitgevoerd naar de financiële levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente. Uit onderzoek van COELO blijkt dat de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum drie financieel stabiele gemeenten zijn.3 Er zijn geen zorgpunten vanuit provinciaal toezicht en vanuit controles van de accountant. Ook blijkt uit dit onderzoek dat de gemeenten een vergelijkbare financiële positie kennen.
Bij elk van de drie gemeenten is sprake van een beperkte reservepositie en weinig ruimte voor nieuw beleid. De herindeling leidt op voorhand niet tot een aanzienlijk financieel betere of slechtere uitgangsituatie. De gemeente Eemsdelta gaat met de provincie Groningen het gesprek aan over financiële ondersteuning om te voorkomen dat de relatief kwetsbare startpositie een langjarige achterstandspositie gaat worden.
Naar verwachting zal de algemene uitkering aan de nieuwe gemeente Eemsdelta ongeveer € 699.000 lager zijn dan de som van de algemene uitkeringen die de gemeenten zonder samenvoeging zouden ontvangen. Dat komt vooral door het verlies van tweemaal het vaste bedrag in de algemene uitkering. Tegenover de daling van de algemene uitkering staat een afname van de kosten. Die betreft onder meer besparingen op bestuurskosten (raad, college, griffie en gemeentesecretaris).
Op grond van de maatstaf herindeling krijgen de gemeenten voor de tijdelijke kosten om de samenvoeging te realiseren (ook wel aangeduid als frictiekosten) een uitkering uit het gemeentefonds van circa € 11.319.000 verspreid over vijf jaar. De eerste betaling vindt plaats in het jaar voorafgaande aan de herindeling.
5. Overige aspecten
5.1. Herindelingsverkiezingen en zittingsduur gemeenteraad
Bij een wijziging van de gemeentelijke indeling vinden tussentijdse raadsverkiezingen plaats, waarvan de organisatie berust bij de naar inwonertal grootste betrokken gemeente (artikel 52 Wet arhi). In dit geval dienen tussentijdse raadsverkiezingen te worden gehouden voor de raad van de nieuwe gemeente Eemsdelta. De gemeente Delfzijl is de naar inwonertal grootste betrokken gemeente en derhalve belast met het organiseren van de verkiezingen. De beoogde datum van herindeling is 1 januari 2021. De herindelingsverkiezingen zullen daarom plaatsvinden op woensdag 18 november 2020, namelijk 44 dagen na de dag van kandidaatstelling die voor deze verkiezingen is bepaald op 5 oktober 2020 (artikel 55, tweede lid, Wet arhi).
Omdat de eerstvolgende reguliere gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden in 2022, neemt de nieuwe gemeente Eemsdelta geen deel aan die verkiezingen (artikel 56e Wet arhi). Dat betekent dat de raad die bij de herindelingsverkiezingen wordt gekozen vijf jaar en drie maanden zitting zal hebben.
5.2. Naamgeving
De in het herindelingsadvies voorgestelde naam van de nieuw te vormen gemeente is Eemsdelta. De periode van terinzagelegging van het herindelingsontwerp is door de drie gemeenten benut om de inwoners te betrekken bij de naamgeving. Uit de bijna 800 ingezonden (deels identieke) namen zijn door een onafhankelijke naamgevingscommissie drie namen geselecteerd waarop de inwoners konden stemmen. Ruim 16.000 inwoners brachten hun stem uit op de drie namen die de naamgevingscommissie heeft voorgelegd. De naam «Eemsdelta» kreeg 67% van de in totaal uitgebrachte stemmen (opkomstpercentage 42%) en ook in alle drie de gemeenten afzonderlijk had deze naam de voorkeur. De drie gemeenten hebben deze naam overgenomen in het herindelingsadvies.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Vanwege de omvang zijn het herindelingsadvies en de zienswijze van de provincie niet als bijlagen bij de memorie van toelichting opgenomen. Deze stukken zijn na indiening van het wetsvoorstel te raadplegen via rijksoverheid.nl. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.↩︎
Kamerstukken I 2018/19, 28 750, F.↩︎
Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden. Het COELO verricht onafhankelijk onderzoek naar economische en financiële aspecten van decentrale overheden.↩︎