Verslag van de Raad Algemene Zaken van 19 november 2019
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2019D47886, datum: 2019-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2092).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2092 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2019Z23107:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-12-02 13:00: Raad Algemene Zaken dd 10 december 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2019-12-03 16:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-19 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2092 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2019
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 19 november 2019.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN 19 NOVEMBER 2019
Meerjarig Financieel Kader 2021–27 (MFK)
De Raad is enkel ingegaan op het proces van de MFK onderhandelingen, op basis van het werkprogramma van het Finse voorzitterschap richting de Europese Raad (ER) op 12–13 december as. Het voorzitterschap heeft aangegeven dat de presentatie van een nieuwe «negotiation box» (NB) inclusief cijfers eind november verwacht kan worden. Dit voorstel zal vervolgens besproken worden in de RAZ en de ER van december. Lidstaten hebben geen interventies gepleegd.
Tevens wees het voorzitterschap op de informele ontbijtsessie met leden van het Europees Parlement (EP) voorafgaand aan de bespreking in de RAZ. Tijdens de korte sessie heeft het voorzitterschap een procedurele toelichting gegeven. Het belang van de samenwerking met het EP werd ook onderstreept, vanwege zijn rol in het goedkeuringsproces van het MFK-akkoord. Het EP houdt vast aan een hoger ambitie niveau voor het MFK-plafond en de wens voor nieuwe eigen middelen.
De inzet van het kabinet is gericht op een modern en financieel houdbaar MFK dat de lasten eerlijk verdeelt. De kabinetsappreciatie van de Commissievoorstellen (Kamerstuk 21 501-20, nrs. 1349 en 1379) en de relevante BNC-fiches vormden de basis voor de Nederlandse inbreng. De kwaliteit van het akkoord staat daarbij boven de snelheid van het onderhandelingsproces. Wanneer de nieuwe versie van de «negotiation box» beschikbaar is zal het kabinet Uw Kamer hiervan een appreciatie toezenden.
Voorbereiding Europese Raad 12–13 december
De Raad Algemene Zaken sprak over de agenda van de Europese Raad van 12–13 december. Daarop staat onder anderen een discussie over de EU lange termijn strategie voor klimaat, een bespreking van de onderhandelingen over het Meerjarig Financieel Kader, en overige punten waaronder buitenlandbeleid. Deze agenda kon op instemming rekenen van de lidstaten. Een grote groep lidstaten, waaronder Nederland, steunde het bereiken van een akkoord op de klimaatneutraliteitsdoelstelling in 2050. Een aantal lidstaten wees daarbij op het belang van een inclusieve transitie, waarbij geen enkele lidstaat mag achterblijven. Meerdere lidstaten wezen in het verlengde daarvan op het verband tussen de klimaatafspraken en de onderhandelingen over het MFK. Verscheidene lidstaten wezen op het belang van een goede voorbereiding van de volgende EU-AU top. Ook riep een lidstaat op tot het houden van een Eurotop.
Institutionele samenwerking en meerjarige planning
Tijdens een lunchbespreking besprak de Raad de institutionele samenwerking in de komende legislatuur en de wetgevende plannen voor dezelfde periode. Nederland heeft hierbij verwezen naar uitkomsten van de Nederlandse burgerconsultaties 2018. Hieruit bleek dat het Nederlands publiek de speerpunten van de Commissie steunt. Daarbij gaf Nederland ook aan dat het Nederlandse publiek vooral concrete resultaten verwacht van de Europese samenwerking. Een aantal landen bracht het belang van het versterken van de interne markt op. Andere lidstaten benadrukten het belang van het verder ontwikkelen van de sociale pijler. Tot slot kwam het idee voor een congres over de toekomst van Europa kort aan de orde.
Evaluatie van de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog
De bespreking in de Raad Algemene Zaken startte met een openbare gedachtewisseling met de directeur van het EU-Grondrechtenagentschap (FRA) waarbij hij inging op de versterking van de Rule of Law. Zes lidstaten, waaronder Nederland, en de Commissie, mengden zich actief in de discussie. Zij ondersteunden het werk van het FRA, omdat dit bijdraagt aan een het versterken van rechtsstatelijke waarborgen in de Unie. Deze lidstaten grepen deze publieke gedachtewisseling ook aan om hun steun uit te spreken voor de conclusies die het voorzitterschap had voorbereid over de evaluatie van de rechtsstatelijkheidsdialoog. Vervolgens werd in een besloten bespreking verder gesproken over deze conclusies. De rechtsstatelijkheidsdialoog werd in december 2014 onder Italiaans Voorzitterschap in het leven geroepen, mede op aandringen van Nederland. Bij de eerste evaluatie in 2016 werd afgesproken de dialoog in 2019 wederom te evalueren. Er bleek tijdens de bespreking geen consensus te zijn over de concept-raadsconclusies. Deze gaan uit van een omvorming van de dialoog van de tot nu toe gebruikelijke thematische discussies naar een «stock taking» exercitie op basis van de jaarlijks te verschijnen Commissierapporten die zullen worden gepubliceerd in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat die de Commissie in haar recente mededeling van 17 juli aankondigde. De Commissie benadrukte dat deze conclusies een evenwichtige en constructieve reactie vormen op de Commissie-mededeling en gaf aan dat zij voornemens is volgend jaar herfst het eerste «Rule of Law» rapport uit te brengen. Twee lidstaten konden deze raadsconclusies niet steunen waardoor het voorzitterschap voorzitterschapsconclusies aangenomen heeft die gesteund worden door 26 van de lidstaten, waaronder Nederland. Nederland heeft zich tijdens de bespreking opnieuw uitgesproken voor een versterking van het rechtsstatelijkheidsinstrumentarium van de Unie. Dit vanwege het fundamentele belang van een goed functionerende rechtsstaat, maar ook vanwege de noodzaak hiervan voor de goede werking van de Europese samenwerking op terreinen als de interne markt en justitie. Nederland heeft daarom de voorstellen van het Voorzitterschap om de jaarlijkse dialoog om te vormen tot een jaarlijkse bespreking op basis van de Commissierapporten actief gesteund. Ook heeft Nederland steun uitgesproken voor een voortzetting van het werk aan het door België en Duitsland, in samenwerking met Nederland, voorgestelde peer review mechanisme.
Uitbreiding
Op verzoek van een aantal lidstaten sprak de Raad over uitbreiding. EU-lidstaten herbevestigden het EU-perspectief van de Westelijke Balkan-landen en riepen deze landen op de hervormingen onverkort voort te zetten. Daarnaast was er ruime steun van EU lidstaten, waaronder van Nederland, voor een oproep aan de Commissie om voorstellen uit te werken voor de herziening van de uitbreidingsmethodologie. De nieuwe Commissie zal begin volgend jaar ideeën hieromtrent presenteren. Nederland heeft hierbij aangegeven dat rechtsstaatshervormingen een meer centrale plaats dienen in te nemen in de onderhandelingen en dat voortgang in het uitbreidingsproces afhankelijk moet worden van de geboekte voortgang op rechtsstaatsterrein. Nederland heeft gepleit voor het faseren en omkeerbaar maken van het proces om dit te bewerkstelligen.
Een groot aantal lidstaten herhaalde tevens het streven om spoedig de toetredingsonderhandelingen met Noord-Macedonië en Albanië te starten. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, heeft in dit verband het belang van verdere hervormingen onderstreept en aangegeven dat voorafgaand aan een volgende bespreking door de Raad van de aanbevelingen van de Commissie over het starten van de onderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië nadere rapportage van de Commissie nodig is over de geboekte voortgang in deze landen sinds het rapport van de Commissie van mei jl.