[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inzicht subsidies artikel 13 SZW begroting

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020

Brief regering

Nummer: 2019D47912, datum: 2019-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-XV-25).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35300 XV-25 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020.

Onderdeel van zaak 2019Z23132:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020

Nr. 25 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2019

Tijdens het Wetgevingsoverleg integratie van 18 november 2019, heb ik aan uw commissie een brief toegezegd waarmee inzicht wordt gegeven in de juridische verplichtingen en toezeggingen binnen de subsidies onder artikel 13 (Integratie en maatschappelijke samenhang) van de SZW begroting.

Dit naar aanleiding van een vooralsnog aangehouden motie van de leden Becker en Jasper van Dijk om binnen dit begrotingsartikel financieel vrijkomende ruimte als gevolg van aflopende verplichtingen voor de begroting SZW 2021 e.v. te reserveren voor ondersteuning van activiteiten die culturele onderdrukking tegengaan en zelfbeschikking bevorderen (Kamerstuk 35 300 XV, nr. 12).

In artikel 13 uit de SZW begroting 2020 is de post subsidies als volgt opgebouwd:

Opbouw kennisfunctie integratie 2.736 2.736 2.600 2.250 2.250

0

Meerjarig 100% toegezegd

Vluchtelingenwerk Nederland 1.032 1.032 1.032 1.032 1.032

0

Meerjarig 100% toegezegd

Overige subsidies 5.350 5.350 3.400 3.400 3.400 15% ruimte in 2021, circa 0,75 mln.

Toelichting t.a.v. Opbouw Kennisfunctie integratie en Vluchtelingenwerk Nederland

De subsidies voor de opbouw kennisfunctie integratie en voor Vluchtelingenwerk Nederland zijn geoormerkte bedragen ten behoeve van meerjarige toezeggingen voor de uitvoering van respectievelijk het Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) en voor de Vluchtweb en helpdesk integratie, functies van Vluchtelingenwerk.

Toelichting overige subsidies

Het beeld voor de post overige subsidies ad 5,35 mln. ziet er voor 2020 als gevolg van juridische verplichtingen en voorlopige toezeggingen (o.a. in het kader van de inburgering) als volgt uit:

COA VRIP (inburgering) 3.395.000 Jaarlijkse toezegging op basis van een toegewezen claim 2018
Bijdrage AMIF COA taallessen (inburgering) 400.000 Voorlopige toezegging
Blik op Werk (inburgering) 200.000 Voorlopige toezegging
Viso, organisatie voor asielzoekers met een visuele beperking (inburgering) 150.000 Voorlopige toezegging
Leerstoel KIS 50.000 Voorlopige toezegging
Bijdrage slavernijverleden 50.000 Via OC&W
NJI (preventie radicalisering) 18.926 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
COA VRIP 2019 768.086 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
Het begint met taal/Meepraten Taal3 17.000 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
NInsee slavernij verleden 2018 en 2019 69.661 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
Ninsee onderzoek 20.000 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
St. Blik op werk (fin toezichtinstrumenten) 107.320 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
Pr. Bernard Fonds (Decade projecten) 60.000 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
Oranjefonds (Decade projecten 60.000 Afrekendatum conform beschikking, in 2020
Totaal 4.245.000 1.120.993

Voor 2021 zijn van het budget ad 5,35 mln., reeds toezeggingen gedaan ad 3,8 mln. voor COA vroege integratie en participatie van kansrijke asielzoekers en statushouders (VRIP) en de bijdrage aan het AMIF voor taallessen aan deze doelgroepen. Daarnaast verwachten we dat voor de afwikkeling van uit 2019 en 2020 voortkomende subsidieverplichtingen die in 2021 afgewikkeld moeten worden 0,80 mln. nodig zal zijn ten behoeve van de bijbehorende slotbetalingen. In dat jaar zou er vooralsnog niet vastgelegde ruimte van circa 0,75 mln. kunnen zijn om in te zetten voor nieuwe voorstellen op het brede terrein van integratie en maatschappelijke samenhang.

Indien de Kamer zodanig beslist, zou dit bedrag (deels) kunnen worden ingezet voor activiteiten genoemd in voornoemde motie, vooralsnog alleen in 2021.

Vanaf 2022 neemt het budget overige subsidies verder af naar 3,4 mln., dat vooralsnog de dekking vormt voor o.a. de toezegging aan COA voor de vroege integratie en participatie van kansrijke asielzoekers en statushouders en mogelijke voortzetting van de toezeggingen met betrekking tot AMIF cofinanciering taallessen statushouders, herdenking slavernijverleden en de Decadeprojecten in het kader van aanpak discriminatie en racisme.

Op basis van voornoemde toelichting, dient geconcludeerd te worden dat met uitzondering van 2021 vooralsnog geen zicht is op het ontstaan van enige ruimte binnen het subsidiebudget van artikel 13. Eventuele voorstellen ter ondersteuning van het tegengaan van culturele onderdrukking en het bevorderen van zelfbeschikking, moeten worden afgewogen tegen de genoemde toezeggingen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees