Reactie op verzoek commissie over onderzoek naar doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het primair en voortgezet onderwijs
Primair Onderwijs
Brief regering
Nummer: 2019D48538, datum: 2019-11-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31293-490).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31293 -490 Primair Onderwijs.
Onderdeel van zaak 2019Z23436:
- Indiener: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2019-12-03 16:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-05 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-10-08 13:30: Toereikendheid en doelmatigheid onderwijsbekostiging (Algemeen overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-10-14 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 293 Primair Onderwijs
31 289 Voortgezet Onderwijs
Nr. 490 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2019
Middels uw brief van 26 september 2019 verzoekt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het onderzoek naar de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging in het primair en voortgezet onderwijs de overzeese gebiedsdelen te betrekken. Hartelijk dank voor dit verzoek.
Ook de doelmatigheid en toereikendheid van de bekostiging van de scholen in Caribisch Nederland hebben mijn aandacht. In de afgelopen jaren is er, samen met de scholen en besturen in Caribisch Nederland, hard gewerkt aan de aanpassing van de bekostiging in het Voorgezet Onderwijs en aan de herijking van de bekostiging in het Primair Onderwijs.1 In het kader van de aanpassing van de bekostiging voor het Voorgezet Onderwijs is in 2014 ook onderzoek gedaan door de Algemene Bestuursdienst.2 Beide bekostigingstrajecten zijn in de afrondende fase.
Ik ben voornemens de inzichten uit het huidige onderzoek naar de doelmatigheid en de toereikendheid van het funderend onderwijs in Europees Nederland naast de uitkomsten van de aanpassing van de bekostiging in het Voorgezet Onderwijs en de herijking in het Primair Onderwijs in Caribisch Nederland te leggen. Op basis hiervan bepaal ik of aanvullend onderzoek nodig is. Hiermee hoop ik recht te doen aan uw wens om de situatie in Caribisch Nederland ook goed te beschouwen.
Het betrekken van de scholen in Caribisch Nederland in het lopende onderzoek, zoals u vraagt, is op dit moment niet meer mogelijk. Het onderzoek is namelijk al geruime tijd in uitvoering, het eindrapport wordt eerdaags opgeleverd.
Daarnaast acht ik het betrekken van Caribisch Nederland in het casusonderzoek onwenselijk omdat het, vanwege de kleinschaligheid van het onderwijs daar, eerder een effectmeting van individuele scholen wordt dan van het meten van de doelmatigheid en toereikendheid binnen de sectoren. Ook kan dan niet geborgd worden dat de resultaten niet herleidbaar zijn naar individuen of scholen.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob