Antwoord op vragen van het lid Westerveld over het bericht dat een 13-jarig meisje 4 uur lang met handboeien om is vastgehouden
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D48757, datum: 2019-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-897).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2019Z21968:
- Gericht aan: H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
897
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat een 13-jarig meisje 4 uur lang met handboeien om is vastgehouden (ingezonden 13 november 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 29 november 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Zeeuwse agenten gefrustreerd: 13-jarig meisje 4 uur lang met handboeien om vastgehouden»?1
Antwoord 1
Ja ik ken dit bericht.
Vraag 2
Hoe kan het dat bij een dergelijke spoedeisende zaak, geen behandelplek voorhanden is?
Antwoord 2
Naar aanleiding van het artikel in de PZC heb ik navraag laten doen over deze casus. In deze casus was er een behandelplek voorhanden. De doorlooptijd wordt veroorzaakt door de afstanden en de te nemen stappen. In deze casus is dit conform afspraken verlopen. Het meisje is opgenomen in de instelling die haar al onder behandeling had. Haar behandeling kan zodoende worden voortgezet.
Er is geen sprake van dat het meisje vier uur lang met handboeien om is vasthouden. De PZC heeft dit overigens op de dag van publicatie van het artikel gerectificeerd. Voor de duur dat zij wel geboeid is geweest is een in bewaringstelling aangevraagd op grond van de Wet BOPZ.
Dit neemt uiteraard niet weg dat dergelijke situaties heftig en verdrietig zijn en voor betrokkenen hulpverleners schokkend kunnen zijn.
Vraag 3
Is bekend hoe vaak het gebeurt dat er geen crisisplekken zijn voor jongeren die acuut hulp nodig hebben? Zo ja, hoe vaak gebeurt dit?
Antwoord 3
Nee, we weten dat bij crisisgevallen de regionale expertises worden ingezet om zo snel mogelijk de jongere van de best passende en beschikbare hulp te voorzien. In deze casus was er een passende plek beschikbaar binnen de eigen regio.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat dit het zoveelste signaal is dat er vaak te weinig zorg beschikbaar is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik ben het niet eens met deze stelling: Er was in deze casus zorg beschikbaar.
Vraag 5
Is bekend hoe vaak het gebeurt dat jongeren bij een acute en spoedeisende hulpvraag niet in de eigen regio terecht kunnen?
Antwoord 5
Er worden landelijk geen cijfers bijgehouden over de buiten-regionale plaatsing van crisisgevallen. Dit komt mede doordat onderzoek heeft uitgewezen dat de duiding «crisissituatie» verschillend wordt geïnterpreteerd. Er worden wel cijfers in de beleidsinformatie bijgehouden over hoe vaak crisisplaatsingen voorkomen. Het oordeel over wel of niet crisis, wordt aan de professionals overgelaten. In het halfjaarrapport Jeugdhulp 2019 van CBS, wordt een kwart van de plaatsingen bij jeugdhulp met verblijf ingeschat als een crisisplaatsing. Deze waarneming krijgt pas meerwaarde als we trends kunnen laten zien. In de casus die hier voorligt heeft betrokkene zorg gekregen in de eigen regio.
Vraag 6
Bent u het eens met de stelling dat het juist in dergelijke spoedeisende gevallen belangrijk is dat plaatsing in de eigen regio van belang is, ook voor familieleden, vrienden en bekenden?
Antwoord 6
Ja. In deze casus is het meisje opgenomen in de instelling die haar ook al onder behandeling had en die zich bevindt in haar eigen regio.
Vraag 7
Wat gaat u eraan doen om te zorgen dat kwetsbare jongeren met een acute hulpvraag, sneller geholpen worden in de eigen regio?
Antwoord 7
De doorlooptijd van enkele uren in deze casus wordt veroorzaakt door de gebruikelijk te nemen stappen, de betrokkenheid van verschillende partijen zoals de politie, de huisarts en de betrokken instelling, de triage die moet plaatsvinden en het aanvragen van een inbewaringstelling op grond van de Wet BOPZ om het meisje veilig te kunnen vervoeren. Daarnaast moeten er nog afstanden worden afgelegd, ook als alles zich binnen één regio afspeelt.
Vraag 8
Wilt u proberen deze vragen te beantwoorden voor het wetgevingsoverleg van 18 november?
Antwoord 8
Ja.
Provinciale Zeeuwse Krant (PZC), 12 november 2019, «Zeeuwse agenten gefrustreerd: meisje (13) noodgedwongen 4 uur lang met handboeien om vastgehouden» (https://www.pzc.nl/walcheren/zeeuwse-agenten-gefrustreerd-meisje-13-noodgedwongen-4-uur-lang-met-handboeien-om-vastgehouden~a3c7c3f7/)↩︎