Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over het uitvallen van studenten aan de lerarenopleiding
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2019D48759, datum: 2019-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20192020-892).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2019Z20978:
- Gericht aan: A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
892
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het uitvallen van studenten aan de lerarenopleiding (ingezonden 1 november 2019).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 2 december 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het bericht: «Studenten haken opvallend vaak af bij lerarenopleidingen» uit het Parool van 30 oktober 2019?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u een verklaring waarom relatief veel studenten aan de lerarenopleidingen uitvallen? Zo nee, bent u bereid te onderzoeken waarom de uitval relatief groot is?
Antwoord 2
Ja, het is mij bekend dat er helaas een relatief hoog percentage uitval onder studenten aan tweedegraads lerarenopleidingen is; dit overigens in tegenstelling tot de uitval aan pabo’s – die vergelijkbaar is met andere hbo-opleidingen.
Op dit moment hebben we vanuit OCW geen specifieke informatie over de redenen voor uitval. We voeren momenteel gesprekken met tweedegraads lerarenopleidingen, waarbij diverse redenen voor uitval naar voren komen. Een voorbeeld hiervan is dat studenten tegenwoordig vaker gevraagd wordt extra werk in scholen te verrichten. Dit vergt soms teveel van studenten. Wat we ook zien, is dat een keuze voor een lerarenopleiding vaak pas op latere leeftijd wordt gemaakt2. Dit betekent dan ook dat relatief veel studenten aan lerarenopleidingen hun studie met een intensiever privéleven (werk/gezin) zullen combineren dan aan andere studies.
Op grond van de gesprekken, en met instemming en medewerking van alle opleidingen, bereiden we nu samen met de tweedegraads lerarenopleidingen een onderzoek voor. Dit onderzoek moet een praktijkgericht actieonderzoek worden, om de uitval binnen lerarenopleidingen te verminderen en het studiesucces te vergroten. Er zal onderzocht worden welke factoren bij verschillende opleidingen aangepast kunnen worden om tot hogere door- en uitstroom te komen, en aanpassingen zullen direct in de praktijk uitgevoerd worden. Gezien deze opzet van het onderzoek zal het potentieel een langer lopend onderzoek worden, waarvan de theoretische opbrengst (een rapport) van minder belang is dan de praktische uitkomsten.
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen van de relatief hoge uitval van studenten aan de lerarenopleidingen voor het lerarentekort in het voortgezet onderwijs?
Antwoord 3
In de ramingen worden de ontwikkelingen bij de opleidingen uit het recente verleden meegenomen, gebaseerd op gegevens van de referentieramingen voor leerlingen en studenten van het Ministerie van OCW. De extra uitval leidt dus niet tot onvoorziene tekorten.
Uiteraard wil ik ook het aantal studenten dat uitvalt zo laag mogelijk houden. Hiervoor starten we nu bovengenoemd onderzoek, naast lopende maatregelen om het tekort tegen te gaan (o.a. via de regionale tekortenaanpak).
Vraag 4
Denkt u dat er een verband is tussen het beeld dat momenteel dominant is over het vak van leraar, waaronder een relatief hoge werkdruk, en de grote hoeveelheid uitvallers? Bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Deelt u de mening dat, met het oog op het groeiende lerarentekort in het funderend onderwijs, de uitval van studenten aan de lerarenopleidingen een zorgwekkende ontwikkeling is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ja, uiteraard wil ik zoveel mogelijk leraren opgeleid zien worden, en studenten opleidingen goed zien doorlopen. Hiervoor ondernemen lerarenopleidingen ook al allerlei activiteiten, onder andere gericht op mentorschap, tussentijdse voortgangsgesprekken en behoud van studenten die tijdens de opleiding achterstanden oplopen. Met het actieonderzoek willen we specifiek in kaart brengen welke mogelijkheden efficiënt zijn om de uitval te verminderen en het studiesucces te vergroten.
Vraag 6
Bent u bereid om met de opleidingen in gesprek te gaan om de uitval aan de lerarenopleidingen te verminderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, uit de gesprekken met lerarenopleidingen die nu gevoerd worden, blijkt positieve respons om deel te nemen aan het onderzoek uit vraag 2, en om gezamenlijk naar oorzaken van de uitval en kansen voor verbetering te kijken.
Vraag 7
Bent u bereid om met de opleidingen in gesprek te gaan om de studievertraging aan de lerarenopleiding te verminderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, dit past binnen het actieonderzoek.
Bijlage: Bericht Parool, 30 oktober 2019
Studenten haken opvallend vaak af bij lerarenopleidingen
Ellen van Gaalen 30 oktober 2019, 8:30
Studenten die een lerarenopleiding doen, vallen bovengemiddeld veel uit en doen vaker langer dan vijf jaar over hun studie. Vooral de leraren in spe die een talenstudie doen, scoren opvallend slecht.
Dat blijkt uit de Keuzegids hbo 2020 die vandaag verschijnt. De studenten die aan de lerarenopleiding beginnen om een taal te kunnen doceren, vallen bovengemiddeld vaak uit in het eerste jaar. Terwijl van de hbo-studenten 84,3 procent in het tweede jaar nog steeds een opleiding volgt, is dat percentage onder deze leraren-in-spe met 77,6 procent beduidend lager. Bij de exacte vakken gaat ruim 80 procent van de studenten door naar het tweede jaar. Dat zijn er weliswaar meer, maar het aantal ligt nog steeds onder het landelijk gemiddelde.
Ook halen studenten van de lerarenopleidingen minder dan gemiddeld binnen vijf jaar een diploma. Gemiddeld heeft 49,8 procent van de hbo-studenten in die tijd een papiertje, maar bij de studenten aan de lerarenopleiding voor één van de talen blijft dat percentage steken op 27 procent.
Slecht nieuws
Deze cijfers zijn slecht nieuws voor middelbare scholen. Zij kampen met een groeiend lerarentekort, met name bij vakken als Duits en wis- en natuurkunde. Om het lerarentekort omlaag te krijgen, probeert het kabinet met onder meer zij-instromers en verkorte lerarenopleidingen meer docenten voor de klas te krijgen.
Volgens de onderzoekers van de Keuzegids hbo – die elk jaar verschijnt en studenten helpt bij een studiekeuze – is er echter meer nodig. «Hoewel de instroom van de lerarenopleidingen de afgelopen drie jaar is gestegen, lost dit niets op als studenten de opleiding vervolgens niet afmaken. Het is tijd voor de volgende stap: het vergroten van het studiesucces,» stellen zij.
De sportstudenten scoren ook ondergemiddeld, maar doen het het beste van alle leraren-in-spe. Van hen haalt bijna 45 procent in vijf jaar de eindstreep en gaat dik 82 procent door naar het tweede jaar.
De onderzoekers van de Keuzegids kunnen niet precies verklaren waardoor er zo'n grote uitval is bij de lerarenopleidingen. «In de studentenoordelen valt vooral op dat ze vinden dat de studielast niet goed over een jaar is verspreid,» aldus data-analist Asta Laterveer. Ook vinden ze het lastig om deadlines te halen en onvertraagd door de studie heen te komen.