De lagere dierenwelzijnsstandaarden in Canada, naar aanleiding van het rondetafelgesprek over het EU-Canada-vrijhandelsverdrag CETA van 6 november 2019
Schriftelijke vragen
Nummer: 2019D49042, datum: 2019-11-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2019Z23706).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ouwehand, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2019Z23706:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: E. Ouwehand, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2019Z23706
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de lagere dierenwelzijnsstandaarden in Canada, naar aanleiding van het rondetafelgesprek over het EU-Canada-vrijhandelsverdrag CETA van 6Ā november 2019 (ingezonden 29Ā november 2019).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de eisen die betrekking hebben op alle naar de EU geƫxporteerde (landbouw- en voedsel-) producten niet aan alle Europese standaarden hoeven te voldoen, maar aan slechts een deel van de Europese standaarden?
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de eisen op het gebied van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering eisen zijn om de voedselveiligheid van de naar de EU geƫxporteerde producten te garanderen, maar dat deze eisen geen eisen zijn die afdwingen dat bijvoorbeeld dierenwelzijnsstandaarden en pesticidengebruik in de exporterende landen minimaal op hetzelfde niveau zitten als in Europa? Kunt u derhalve bevestigen dat deze eisen niet gericht zijn op en niet geschikt zijn voor het afdwingen van een gelijk speelveld?
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat voor de Canadese varkenshouderij pas op 1Ā juli 2024 groepshuisvesting voor zeugen verplicht gesteld wordt, maar dat deze toch al weinig ambitieuze deadline zeer waarschijnlijk niet gehaald gaat worden?
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het brandmerken van runderen in Canada nog steeds is toegestaan?
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat varkens in Canada 28 uur aaneengesloten vervoerd mogen worden, zonder voedsel, water en mogelijkheid te rusten?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat runderen, schapen en geiten in Canada 36 uur aaneengesloten vervoerd mogen worden, zonder voedsel, water en mogelijkheid te rusten?
Vraag 7
Kun u de stelling van LTO Nederland, Team Agro NL en De Nederlandse Akkerbouwers Vakbond, zoals geuit bij het rondetafelgesprek over CETA op 6Ā november jl., onderschrijven dat dierenwelzijnseisen in Canada lager zijn dan in Europa, dat dit echter geen belemmering vormt om producten uit de Canadese veehouderij naar Europa te exporteren en dat derhalve het gelijke speelveld voor Europese boeren in het CETA-verdrag niet gegarandeerd is?
Vraag 8
Wat vindt u van de stelling van professor Brakman, zoals geuit bij het rondetafelgesprek over CETA op 6Ā november jl., dat de bezwaren over verschillen in dierenwelzijnseisen tussen Canada en Europa weliswaar mogelijk terechte bezwaren zijn, maar dat ongelijke speelvelden juist specialisatie in de hand werken en daardoor goed zijn voor internationale handel? Wat vindt u van zijn stelling dat lagere dierenwelzijnseisen in Canada comparatieve voordelen voor dat land oplevert?
Vraag 9
Kunt u deze vragen Ć©Ć©n voor Ć©Ć©n beantwoorden en binnen de gebruikelijke termijn naar de Kamer sturen?