[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Instelling en samenstelling van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Brief regering

Nummer: 2019D49193, datum: 2019-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-21).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -21 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2019Z23791:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2019

In deze brief informeer ik uw Kamer over de instelling van het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof per 1 november 2019. Dit onafhankelijk Adviescollege kijkt op wetenschappelijke wijze naar de validatie van de Nederlandse meet- en rekenmethodiek. Met de instelling van dit Adviescollege geef ik uitvoering aan de moties van de leden Lodders en Geurts en Geurts en Lodders (Kamerstuk 35 300 XIV, nrs. 20 en 22).

Opdracht

Het ingestelde Adviescollege heeft tot taak te adviseren over de bestaande meet- en rekenmethodiek voor de relatie tussen de stikstofuitstoot en de stikstofdepositie. Daarnaast kijkt het Adviescollege naar de meet- en rekenmethodiek in het buitenland (waaronder in ieder geval de Deense, Duitse en Vlaamse methodiek) en de mogelijkheid elementen daarvan over te nemen in Nederland. Verder zal het Adviescollege adviseren over de vraag of en hoe de bestaande meetnetten voor de stikstofconcentraties in de lucht en voor de droge en natte stikstofdepositie uitgebreid en verbeterd kunnen worden. Tot slot zal het Adviescollege kijken naar de opvolging van de aanbevelingen uit voorgaande reviews van de rekenmodellen voor de relatie tussen de stikstofuitstoot en stikstofdepositie zoals gebruikt in Nederland.

Voor de samenstelling van het Adviescollege is zeer specifieke kennis benodigd vanuit verschillende kennisinstellingen. Het gaat om kennis op het gebied van meetnetten, atmosferische processen, econometrie en stikstofmodellen. De wijze waarop het Adviescollege is samengesteld, garandeert de aanwezigheid van deze kennis.

Er is gekozen voor de instelling van een nieuw, eenmalig Adviescollege, met een afgebakende opdracht, omdat de bestaande adviescolleges en -commissies niet geëquipeerd zijn voor de vervulling van deze specifieke taakopdracht. Het betreft een Adviescollege in de zin van artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet Adviescolleges, omdat het aandachtsgebied van de commissie in belangrijke mate betrekking kan hebben op het te voeren beleid.

Samenstelling

Het Adviescollege Meten en Berekenen Stikstof staat onder voorzitterschap van de heer prof. dr. L. Hordijk. Daarnaast zijn de heer prof. dr. ing. J.W. Erisman, de heer dr. H. Eskes, de heer dr. J.C. Hanekamp, de heer prof. dr. M.C. Krol, mevrouw prof. dr. P.F. Levelt, de heer prof. dr. M. Schaap en de heer prof. dr. ir. W. de Vries bereid gevonden om deel te nemen aan dit Adviescollege. Op basis van de beschikbare personen in de benodigde expertisevelden is er een representatief Adviescollege samengesteld.

Resultaten

De werkzaamheden van het Adviescollege worden in twee fasen uitgevoerd, zoals in de brief van 1 november jl. ook is toegelicht (Kamerstuk 32 670, nr. 193). In fase 1 wordt er een eerste inventarisatie gedaan om te bepalen of en welke verbeteringen er nodig zijn, wat de relevantie daarvan is en binnen welke termijn die realiseerbaar zijn. Deze fase wordt uiterlijk in februari 2020 afgerond. In fase 2 worden de eventuele verbetermogelijkheden uitgewerkt zodat deze door het beleid beoordeeld en geïmplementeerd kunnen worden. Hierover zal het Adviescollege in juni 2020 rapporteren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten