Informatie over onderzoek en uitkomsten aangaande de uitspraken van de heer Wilders in maart 2014
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020
Brief regering
Nummer: 2019D49446, datum: 2019-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-VI-99).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 VI-99 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2019Z23913:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-12-18 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-06-21 00:00: Debat over het proces tegen dhr. Wilders (Plenair debat (debat)), TK
- 2021-07-07 14:30: Procedures en brieven (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-09-08 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2020
Nr. 99 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2019
In mijn brief van 28 oktober jl.1 berichtte ik uw Kamer dat ik in mijn wens naar maximale transparantie heb besloten tot een zoekslag naar alle communicatie die plaatsvond in de tijdsperiode maart 2014 tot 9 december 2016 binnen mijn departement en van mijn departement naar het Openbaar Ministerie (OM) aangaande de uitspraken van de heer Wilders in maart 2014. Ik heb aangegeven ernaar te streven voor het kerstreces het onderzoek af te ronden en uw Kamer over de uitkomsten te informeren. Tevens heb ik toegezegd dat ik uw Kamer – mochten er tussentijds zwaarwegende omstandigheden zijn die noodzakelijk maken dat het onderzoek meer tijd in beslag neemt – daarover tijdig en met redenen omkleed zal informeren. Deze brief dient hiertoe.
Ik heb uw Kamer in mijn brief van 28 oktober jl. eveneens bericht dat het basisbestand van documenten uit de e-mail- en agendaomgeving voor de jaren 2014–2016 wordt geleverd door de beheerorganisatie SSC-ICT, dat onderdeel is van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Het technisch onderzoek wordt uitgevoerd door een onafhankelijke derde te weten Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. (hierna: Deloitte) zoals ik u toelichtte tijdens de behandeling van de begroting van mijn ministerie op 21 november jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 27, Behandeling begroting Justitie en Veiligheid 2020).
Na een proces tot opdrachtbepaling is op 8 november jl. de opdrachtbevestiging hiertoe getekend door mijn secretaris-generaal. U treft bijgaand die «opdrachtbevestiging E-discovery» aan2. Nog diezelfde dag heeft er een eerste overdracht van data, welke door het Ministerie van Justitie en Veiligheid waren verkregen van SSC-ICT, aan Deloitte plaats gevonden. In totaal zijn er door Deloitte verschillende leveringen ontvangen3. Deloitte heeft mij, nadat zij de totale dataset – welke groter was dan in eerste instantie door SSC-ICT geleverd – in ontvangst te hebben genomen, op 26 november bericht niet in staat te zijn om het technisch onderzoek conform de oorspronkelijk planning gereed te hebben. Dit betekent dat de afronding van het onderzoek vertraging oploopt. Ik verwacht uw Kamer uiterlijk begin februari over de uitkomsten te informeren.
Voorts hecht ik eraan te vermelden dat de door mij in mijn brief van 28 oktober jl. aangekondigde externe toetsing van de beoordeling zal plaatsvinden door drie directeuren (Wetgeving en) Juridische Zaken van andere departementen.
Voor de volledigheid hecht ik eraan te melden dat ik heden een «Wob-verzoek naar opdrachten en zoekslagen documenten betreffende (mogelijke) strafvervolging van Wilders» heb afgedaan. Het besluit inclusief bijlagen treft u ook bijgaand aan4.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus