Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2019-2020

27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 493 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2019

Hierbij informeer ik uw Kamer over de voorgenomen Nederlandse standpunten inzake de onderwerpen die ter stemming worden voorgelegd aan het eerstvolgende Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed (SCoPAFF) over regelgeving voor gewasbescherming. Het overleg vindt plaats op 5 en 6 december 2019. De standpunten zijn ambtelijk voorbereid met de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), op basis van advisering door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb).

Het SCoPAFF is een permanent comité onder voorzitterschap van de Europese Commissie (EC). Het comité ondersteunt de EC bij de uitvoering van EU- regelgeving waarbij de EC de besluitvormende bevoegdheid heeft. Het SCoPAFF over regelgeving voor gewasbescherming gaat over technisch-wetenschappelijke of procedurele besluiten over de (hernieuwing van) goedkeuring van werkzame stoffen in de EU of de criteria waarlangs ze worden beoordeeld. Conform EU- regelgeving (Verordening EG 1107/2009) betreft het hoofdzakelijk besluiten op basis van de risico's voor mens, dier en milieu, en niet de landbouwkundige noodzaak.

De onderstaande punten staan op de agenda ter (mogelijke) stemming (de zogenaamde B-punten).

Aanpassing van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen

Met de aanpassing van deze uitvoeringsverordening worden de tijdlijnen tussen de classificatie van een werkzame stof door de European Chemical Agency (ECHA) en de peer review van de werkzame stof door de European Food Safety Authority (EFSA) beter met elkaar in lijn gebracht. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de officiële classificatie van een werkzame stof tijdig beschikbaar is, zodat EFSA deze mee kan nemen in haar conclusie van de risicobeoordeling van de werkzame stof. Deze aanpassing bevordert de tijdige afronding van de risicobeoordeling en daarmee de tijdige besluitvorming over de hernieuwing van werkzame stoffen.

Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 aan te passen. De Nederlandse delegatie is voornemens om in te stemmen met het voorstel van de EC.

De werkzame stof chloorpyrifos

Deze werkzame stof wordt toegepast als insecticide en acaricide. In Nederland kent deze stof alleen een toepassing voor zaadcoating, voor zaad dat bestemd is voor export. De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen vanwege genotoxische eigenschappen en neurotoxische effecten tijdens de ontwikkeling. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.

De werkzame stof chloorpyrifos-methyl

Deze werkzame stof wordt toegepast als insecticide en acaricide. In Nederland zijn geen middelen toegelaten op basis van deze werkzame stof. De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof niet te hernieuwen vanwege genotoxische eigenschappen en neurotoxische effecten tijdens de ontwikkeling. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel om de goedkeuring van de stof niet te hernieuwen. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.

De werkzame stof metalaxyl-m

Deze werkzame stof wordt toegepast als fungicide. In Nederland is een aantal middelen toegelaten die deze werkzame stof bevatten, onder andere voor zaadcoating. De EC stelt voor de goedkeuring van deze stof te hernieuwen maar met een beperking tot zaadcoating voor in kassen geteelde gewassen vanwege de risico’s voor vogels en zoogdieren na consumptie van behandelde zaden. Het Ctgb adviseert positief over het voorstel. De Nederlandse delegatie is voornemens in te stemmen met het voorstel van de EC.

De voorgestelde beperking tot zaadcoating voor in kassen geteelde gewassen heeft consequenties voor de Nederlandse (zaad)sector, aangezien deze stof ook wordt gebruikt als zaadcoating voor gewassen in onbedekte teelten. De aanvrager heeft echter een dossier ingediend voor een toepassing met bijbehorende dosering met de hiervoor genoemde risico’s voor vogels en zoogdieren. Mogelijk dat een aanvraagdossier met andere toepassing/dosering wel tot een veilig gebruik voor zaadcoating in onbedekte teelten had kunnen leiden. Het is aan de aanvrager om desgewenst een uitbreidingsdossier in te dienen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten