Ontwikkelingen in de luchtvaart
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D49664, datum: 2019-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-705).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -705 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z24025:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-17 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-18 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-04-21 12:00: Luchtvaart (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-02-03 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
| Vergaderjaar 2019-2020 |
31 936 Luchtvaartbeleid
29 665 Evaluatie Schipholbeleid
Nr. 705 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft verzocht uw Kamer nader te informeren over de stand van zaken omtrent de eerste en tweede wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (resp. LVB-1 en LVB-2) en daarbij in te gaan op de betekenis van het wegvallen van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) voor het anticiperend handhaven.
Op 5 juli 20191 schreef ik uw Kamer dat ik u na de zomer nader zou informeren over de uitwerking van het kabinetsbesluit over Schiphol op de middellange termijn en de ontwerpLuchtvaartnota waarmee de visie van het kabinet voor de luchtvaart op de lange termijn uiteen wordt gezet. Ik ben mij er van bewust dat er een grote behoefte is aan transparantie en duidelijkheid over de toekomstige ontwikkeling van de luchtvaart. Tegelijkertijd moet er zorgvuldig worden omgegaan met de gevolgen van het wegvallen van de PAS gegeven de complexiteit van dit vraagstuk.
In de brief van 15 oktober 20192 bent u reeds geïnformeerd dat door het wegvallen van de PAS aanvullend depositie- en natuuronderzoek nodig is om uiteindelijk te komen tot een LVB-1. Op dit moment wacht ik op de resultaten van dit door Schiphol uit te voeren onderzoek. De resultaten hiervan geven richting voor de benodigde vervolgstappen en de daarbij behorende consequenties voor de planning. Dit zorgt ervoor dat er voor LVB-1 sprake is van vertraging waardoor het anticiperend handhaven door de ILT langer duurt dan gewenst. Ik betreur deze vertraging en verzeker u dat ik mij maximaal inspan het LVB-1 zo snel mogelijk aan uw Kamer aan te bieden.
Ook voor de besluiten voor de middellange en lange termijn zijn er door het wegvallen van de PAS gevolgen voor de planning. De luchtvaart moet, net als elke andere sector, zijn bijdrage (blijven) leveren aan de reductie van de stikstof(depositie).
Het Kabinet heeft het Adviescollege Stikstofproblematiek onder voorzitterschap van dhr. Remkes verzocht zo spoedig mogelijk te komen met een advies over stikstof in relatie tot de luchtvaart. Ik zal uw Kamer na het uitbrengen van het advies van het Adviescollege informeren over de voortgang van het LVB-2, de ontwerpLuchtvaartnota 2020–2050 en de wijze waarop de stikstofproblematiek wordt meegenomen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga