[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Snels over een parlementaire ondervraging over het ontstaan van de institutionele vooringenomenheid

Belastingdienst

Motie

Nummer: 2019D49890, datum: 2019-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-555).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -555 Belastingdienst.

Onderdeel van zaak 2019Z24171:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 066 Belastingdienst

Nr. 555 MOTIE VAN HET LID SNELS

Voorgesteld 4 december 2019

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er bij de aanpak van fraude met betrekking tot de kinderopvangtoeslag in ieder geval bij de CAF 11-zaak volgens de commissie-Donner sprake was van institutionele vooringenomenheid;

overwegende dat daarbij grote fouten zijn gemaakt door de Belastingdienst;

overwegende dat de aanpak vaak door de jurisprudentie werd geaccordeerd, maar dat ook de politieke context een pijler is onder de institutionele vooringenomenheid;

overwegende dat in het rapport van Donner deze politieke context wel wordt aangestipt, maar niet verder is onderzocht;

spreekt uit om na ommekomst van de rapporten van de ADR, de Autoriteit Persoonsgegevens en Donner te onderzoeken middels een parlementaire ondervraging hoe die institutionele vooringenomenheid kon ontstaan, waarbij met name de rol van de Kamer en het kabinet in de afgelopen jaren tegen het licht kan worden gehouden;

en gaat over tot de orde van de dag.

Snels