Tweede nota van wijziging
Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking)
Nota van wijziging
Nummer: 2019D50022, datum: 2019-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35216-8).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 35216 -8 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking).
Onderdeel van zaak 2019Z11071:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Medeindiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
Onderdeel van zaak 2019Z24258:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-05 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-06 14:40: Aansluitend aan het afscheid: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-07-02 14:00: Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Financiën
- 2019-09-25 10:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-09-25 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-11-06 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-12-19 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-01-27 12:45: Extra procedurevergadering Financiën (groslijst controversieel verklaren) (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-03 14:30: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-05-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-06-16 15:00: Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking (35216) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2021-06-22 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 216 Wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking)
Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 6 december 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In het in artikel II, onderdeel B, opgenomen artikel 16a.2, tweede lid, vervalt «en derde lid».
B
Aan artikel VI wordt een zin toegevoegd, luidende: Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Toelichting
Het voorstel van wet tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag en de Wet milieubeheer voor de invoering van een minimum CO2-prijs bij elektriciteitsopwekking (Wet minimum CO2-prijs elektriciteitsopwekking) wordt, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, gewijzigd.
Wanneer het voorstel van wet tot wet wordt verheven treedt ingevolge artikel VI van die wet, de wet in werking met ingang van 1 januari 2020. Er wordt nu voorgesteld een vangnetbepaling op te nemen voor het geval het wetsvoorstel na 1 januari 2020 tot wet wordt verheven. Met deze nota van wijziging wordt in dat verband het voorstel aangepast in die zin dat indien de wet na 1 januari 2020 in het Staatsblad wordt geplaatst de wet in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Voor het kalenderjaar 2020 levert dat geen problemen op, omdat inmiddels bekend is dat de handelsprijs voor broeikasgasemissierechten hoger ligt dan de voorgestelde minimumprijs voor het jaar 2020:
• De termijnkoers van broeikasgasemissierechten is het gewone gemiddelde, in euro, van de dagelijkse éénjaarstermijnkoersen van broeikasgasemissierechten (slotverkoopkoersen) voor levering in december van het jaar 2020, zoals waargenomen van 1 september tot en met 31 oktober 2019 op de koolstofbeurs in de Europese Unie met het hoogste handelsvolume van broeikasgasemissierechten in die maanden. Het handelsplatform met de meest verhandelde EUA futures (termijncontracten broeikasgasemissierechten) in deze periode is ICE Futures Europe (ICE). Het gewone gemiddelde van de december 2020 futures dat in de periode 1 september tot en met 31 oktober 2019 is verhandeld via ICE is € 25,43.
• De minimum CO2-prijs voor het jaar 2020 bedraagt € 12,30. Dat volgt uit het voorgestelde artikel 71f, vierde lid, Wbm.
De termijnkoers is dus hoger dan de voorgestelde minimum CO2-prijs. Het tarief voor het jaar 2020 is daardoor nihil. Dat betekent dat de belastingplichtigen voor de elektriciteitsopwekking ook geen elektriciteitsmonitoringsplan of -emissieverslag hoeven op te stellen en geen belastingaangifte hoeven in te dienen bij de Dienst Nederlandse Emissieautoriteit.
Voorts wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om in het voorgestelde artikel 16a.2 van de Wet milieubeheer de verwijzing naar artikel 16.2, derde lid, te schrappen. Dat lid is namelijk vervallen met ingang van 14 november 2019 door de Wet van 2 oktober 2019 tot wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/410 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2018 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG ter bevordering van kosteneffectieve emissiereducties en koolstofarme investeringen en van Besluit (EU) 2015/1814 (PbEU L 76). Het bij laatstgenoemde wet vastgestelde overgangsrecht heeft geen materiële gevolgen voor het onderhavige voorstel van wet wanneer dat tot wet wordt verheven en in werking is getreden.
De Staatssecretaris van Financiën,
M. Snel