Geannoteerde agenda Milieuraad 19 december 2019
Milieuraad
Brief regering
Nummer: 2019D50028, datum: 2019-12-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-08-794).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 08-794 Milieuraad.
Onderdeel van zaak 2019Z24260:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Medeindiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-10 12:00: Milieuraad d.d. 19 december 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-10 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-18 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-29 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 501-08 Milieuraad
Nr. 794 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR MILIEU EN WONEN EN VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 december 2019
Op 19 december vindt in Brussel de tweede Milieuraad onder Fins voorzitterschap plaats. Hierbij ontvangt u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de geannoteerde agenda van deze Raad.
Tijdens de Milieuraad zal er naar verwachting gesproken worden over Raadsconclusies over het post-2020 mondiale biodiversiteitsraamwerk, en het toekomstig milieu- en klimaatbeleid van de EU. Daarnaast zal op Nederlands initiatief (agendering als AOB-punt) aandacht worden besteed aan de PFAS-problematiek. Tot slot zullen er naar verwachting terugkoppelingen worden gegeven van recente internationale bijeenkomsten. Over eventuele aanvullende wijzigingen in de agenda informeren wij u schriftelijk voorafgaand aan het SO Milieuraad op 10 december.
De Minister voor Milieu en Wonen en de Minister van Economische Zaken en Klimaat zijn voornemens deel te nemen aan de Milieuraad op 19 december a.s.
Raadsconclusies post-2020 mondiale biodiversiteitsraamwerk
De Raad is voornemens conclusies aan te nemen over de Europese inzet op het post-2020 mondiale biodiversiteitsraamwerk voor de periode 2020–2030. In deze raadsconclusies wordt ook vooruitgekeken naar de Europese biodiversiteitsstrategie die de Commissie zal vaststellen. Deze strategie moet onderdeel moeten gaan uitmaken van de door de Commissie beoogde Green Deal.
Inzet Nederland
Nederland zet zich in voor een ambitieus akkoord voor het biodiversiteitsverdrag. Dit in lijn met het verzoek van uw Kamer (motie van de leden Jetten en De Groot, Kamerstuk 21 501-20, nr. 1440). Uw Kamer is hierover ook geinformeerd naar aanleiding van het IPBES Global assesment rapport (Kamerstuk 26 407, nr. 130). Begin volgend jaar wordt u nader geïnformeerd over de verdere inzet van het Kabinet ter uitvoering van de motie Jetten / De Groot.
De Nederlandse ambitie richt zich op:
1. een aanzienlijk verbeterd verantwoordingsmechanisme voor het Biodiversiteitsverdrag, met helderdere afspraken voor rapportage en naleving;
2. een verbeterd systeem van ambitieuze en realistische doelen die gekoppeld zijn aan indicatoren, zodat ze meetbaar en naleefbaar zijn. Nederland streeft daarnaast naar het ontwikkelen van een overkoepelend wereldwijd biodiversiteitsdoel, vergelijkbaar met het doel van het VN-klimaatakkoord van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de twee graden Celsius;
3. het reduceren van de ecologische voetafdruk van de landen die lid zijn van het verdrag, middels heldere afspraken over duurzame, natuurvriendelijke landbouw, handel en andere consumptie en productiefactoren;
4. een versterkte betrokkenheid van de private en financiële sector bij activiteiten om de natuur duurzamer te gebruiken en te beschermen. Daarbij hoort ook het ontwikkelen en gebruik van nieuwe stimuli zodat deze sectoren natuur inclusiever gaan werken.
Indicatie krachtenveld
Nederland werkt aan het vormen van een Europese kopgroep die zich inzet voor ambitieuze concrete toezeggingen. In dit kader ligt voor Nederland de nadruk op het verkleinen van de ecologische voetprint en de betrokkenheid van de private en financiële sector.
Een aantal lidstaten wil in deze raadsconclusies voorstellen opnemen over het streven naar grotere aantallen/arealen beschermd gebied. Nederland is hier geen voorstander van en is van mening dat tekstvoorstellen over toename van het areaal beschermd gebied alleen opgenomen kunnen worden als het geldt voor Europa als geheel en niet voor de individuele lidstaten. Daarnaast is Nederland van mening dat opgenomen moet worden dat er ook gekozen kan worden voor beter management van bestaand beschermd gebied in plaats van toename van het areaal. Nederland voelt zich op dit punt gesteund door enkele andere Europese lidstaten.
Toekomstig EU milieu- en klimaatbeleid
Het agendapunt toekomstig EU milieu- en klimaatbeleid zal zich naar verwachting focussen op de Europese Green Deal die naar verwachting op 11 december door de nieuwe Europese Commissie onder leiding van uitvoerend vicevoorzitter Frans Timmermans gepresenteerd zal worden. De Green Deal betreft een set integrale voorstellen van de nieuwe Commissie op het terrein van klimaat, milieu, energie, transport, landbouw, visserij, circulaire economie en biodiversiteit. Uw Kamer zal na het uitkomen van de Green Deal via de gebruikelijke BNC-procedures nader worden geïnformeerd.
Inzet Nederland
Het kabinet verwelkomt de geïntegreerde aanpak van de Green Deal: alle sectoren hebben een rol te spelen om een ambitieuze en effectieve aanpak op zowel klimaat (mitigatie en adaptatie) als duurzaamheid te realiseren. De ambities van de Commissie met de Green Deal zullen naar verwachting in lijn zijn met het streven van het kabinet om tot 55% CO2-reductie te komen in de EU in 2030. Daarnaast zal de Green Deal maatregelen bevatten op het gebied van biodiversiteit en verduurzaming van de landbouw en visserij, circulaire economie, duurzame mobiliteit, aanpak van vervuiling van water, lucht en stoffen via een Zero Pollution Ambition, en het richten van de financiering op klimaatrelevantie. De ingezette trend van de Commissie om duurzaamheid en klimaat beter te verankeren in het EU-beleid en dit op een geïntegreerde manier aan te pakken, is een verbetering.
In het bijgevoegde document «Dutch reflection on the European Green Deal» staat de voorlopige Nederlandse inzet als input voor het denken van de Europese Commissie voorafgaand aan de presentatie van de verschillende aspecten van de Green Deal geformuleerd1. Dit document is een voortvloeisel van de eerdere prioriteiten opgesteld en gedeeld met uw Kamer in de Staat van de Europese Unie2.
Indicatie krachtenveld
Op dit moment is het krachtenveld over dit thema gezien de scope voor een belangrijk deel onduidelijk. Over het algemeen bestaat er verdeeldheid onder de lidstaten over de gewenste mate van ambitie van klimaat- en milieubeleid. De reacties die zullen volgen na de presentatie van de Green Deal zullen bijdragen aan een nadere schets van het krachtenveld ten aanzien van de Green Deal. Voor het langetermijnklimaatdoel (een belangrijk element uit de Green Deal) bestaat wel een duidelijker beeld: inmiddels hebben 25 lidstaten hun steun uitgesproken voor klimaatneutraliteit in 2050.
Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS)
Door de toenemende problemen rond PFAS in het milieu wil Nederland in de Raad nogmaals aandacht vragen voor de noodzaak het probleem bij de bron aan te pakken. Daartoe zal er een diversenpunt worden geagendeerd waar Nederland het voornemen zal melden om samen met Duitsland en met steun van enkele andere lidstaten een zogenoemd restrictievoorstel voor alle niet-essentiële toepassingen van PFAS op te gaan stellen. Daarmee wordt het op de markt brengen van (producten met) PFAS op termijn ingeperkt.
Inzet Nederland
Het initiatief bouwt voort op de raadsconclusies van 26 juni dit jaar, waarin de Commissie wordt gevraagd met een actieplan te komen om alle niet-essentiële toepassingen van PFAS te verbieden. Vier landen hebben aangegeven het Nederlandse initiatief toe te juichen. Met de bespreking hoopt Nederland de steun verder te verbreden en de lidstaten uit te nodigen informatie over bijvoorbeeld emissies, schade, maatregelen en kosten van PFAS in hun land te delen met anderen. Deze informatie kan helpen de noodzaak van een restrictie te onderbouwen. Nederland wil andere landen oproepen waar mogelijk nationaal maatregelen te nemen om emissies te reduceren. Daarbij zal Nederland aandacht vragen bij lidstaten en de Commissie voor maatregelen om de emissie van PFAS naar lucht en water zo spoedig mogelijk te reduceren.
Krachtenveld
Duitsland en het Europees chemicaliënagentschap (ECHA) zijn zeer gemotiveerd om samen met Nederland het restrictievoorstel op te stellen. Denemarken, Zweden en Noorwegen willen daar graag actief aan bijdragen. Verwacht wordt dat dit initiatief ook steun zal krijgen van andere lidstaten.
Diversen
Inkomend EU-voorzitter Kroatië zal het programma voor de komende zes maanden, startend op 1 januari 2020, presenteren. Daarnaast zal de uitvoerend directeur van het Verenigde Naties Milieuprogramma (UNEP) een presentatie geven over de huidige prioriteiten van UNEP. Het Finse Voorzitterschap heeft op het moment van het versturen van deze brief de verdere invulling van de diversenpunten nog niet geconcretiseerd, buiten de indicatie dat er terugkoppelingen zullen worden gegeven van recente internationale bijeenkomsten.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes