Toezegging uit het Algemeen Overleg Internationale Misdrijven van 6 november 2019 over 1F-zaken
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D50485, datum: 2019-12-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-19637-2547).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -2547 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z24473:
- Indiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-12-12 14:05: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-18 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-02-13 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-03-12 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (voortzetting) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-09-17 14:45: Aanvang middagvergadering: Extra regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 2547 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6Ā december 2019
Tijdens het AO internationale misdrijven van 6Ā november 2019 is de toezegging gedaan een Kamerbrief te verzenden die ingaat op enkele vragen die zijn gesteld over het 1F-beleid.
Het uitgangspunt van het 1F-beleid is dat Nederland geen vluchthaven wil zijn voor personen die zich buiten Nederland schuldig hebben gemaakt aan ernstige internationale misdrijven en straffeloosheid van plegers van internationale misdrijven wil tegen gaan.
Indien sprake is van een 1F-tegenwerping, worden de gegevens gedeeld met het OM ten behoeve van (eventuele) strafrechtelijke vervolging.
Project herbeoordelingen Syrische zaken
Tijdens de begrotingsbehandeling in 2017 heeft mijn voorganger uw Kamer toegezegd de IND de opdracht te geven om, met het oog op het signaleren van potentiele oorlogsmisdadigers, ingewilligde Syrische asielzaken opnieuw te beoordelen (HandelingenĀ II 2016/17, nr.Ā 29, itemĀ 9 en HandelingenĀ II 2016/17, nr.Ā 30, itemsĀ 4, 7 enĀ 12).
Het project is in het voorjaar 2018 van start gegaan en het project zal spoedig afgerond worden. Om de onderzoeksmethode van deze herbeoordelingen niet prijs te geven, kan er in dit stadium geen verdere informatie gedeeld worden. Uw Kamer wordt in het voorjaar van 2020 van de resultaten van de herbeoordeling op de hoogte gesteld.
3 EVRM beletsel
Indien artikel 1F is tegengeworpen en een vreemdeling niet gedwongen kan worden om terug te keren naar het land van herkomst (3 EVRM beletsel), zal de Dienst Terugkeer en Vertrek niet overgaan tot uitzetting naar het land van herkomst. De vreemdeling heeft niettemin een zelfstandige vertrekplicht om Nederland te verlaten.
De Dienst Terugkeer en Vertrek voert gesprekken met 1F-ers die vanwege een artikelĀ 3 EVRM beletsel niet uitgezet kunnen worden ten behoeve van zelfstandig
vertrek naar een derde land. Door de IND wordt regelmatig herbeoordeeld of er nog sprake is van een artikel 3 EVRM beletsel voor terugkeer.
De DT&V gaat in individuele zaken na of er alternatieve vertrekmogelijkheden voorhanden zijn. Aan de hand van dossierstudie wordt nagegaan of er aanknopingspunten zijn voor andere landen, bijvoorbeeld een land van eerder verblijf, waarnaar de vreemdeling kan terugkeren.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol