Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. geannoteerde agenda Milieuraad 19 december 2019 (Kamerstuk 21501-08-794)
Milieuraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D50848, datum: 2019-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D50848).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z24260:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Medeindiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-10 12:00: Milieuraad d.d. 19 december 2019 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-10 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-18 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-29 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D50848 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Ministers voor Milieu en Wonen en van Economische Zaken en Klimaat over de geannoteerde agenda van de Milieuraad op 19 december 2019 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 794) en het verslag van de Milieuraad van 4 oktober 2019 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 792).
De voorzitter van de commissie,
Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave | Blz. |
Inleiding | 2 |
Raadsconclusies post-2020 mondiale biodiversiteitsraamwerk | 2 |
Toekomstig EU milieu- en klimaatbeleid | 2 |
Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) | 3 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg Milieuraad d.d. 19 december 2019. Zij hebben over de geagendeerde stukken nog enkele opmerkingen en een vraag.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het verslag en de agenda van de aanstaande Milieuraad en hebben geen aanvullende vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hierbij enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Zij hebben de volgende vragen.
Raadsconclusies post-2020 mondiale biodiversiteitsraamwerk
De leden van de GroenLinks-fractie steunen de Nederlandse inzet voor een ambitieus biodiversiteitsverdrag. Stabiele ecosystemen en soortenrijkdom zijn een onmisbaar goed. Elke soort die verdwijnt is onvervangbaar en voor altijd verloren. Het beangstigende tempo waarin dit nu gebeurt, maakt snel en effectief ingrijpen noodzakelijk. Deze leden steunen van harte de inzet voor een beter verantwoordingsmechanisme en ambitieuze doelen in een wereldwijd akkoord hierover. Deze leden zijn ook blij met de erkenning dat duurzame natuurvriendelijke landbouw onmisbaar is bij het behalen van die doelen.
Wat de leden van de GroenLinks-fractie tegenvalt, is dat deze erkenning niet terugkomt in het nationale beleid van Nederland. Nederland pleit in Brussel voor grote aaneengesloten natuurgebieden met verbindingszones en schaft die in Nederland af. Nederland pleit in Brussel voor duurzame natuurvriendelijke landbouw, maar faalt in eigen land om dat uitgangspunt om te zetten. Nederland zal zelf flink moeten inzetten op het herstel van ecologische processen in met name de bodem, maar faalt in de aanpak van de stikstofdepositie. Deze leden pleiten ervoor om de principes die we in het buiteland uitventen ook in eigen land toe te passen. Daarnaast vragen deze leden de Minister om bij de besprekingen te benadrukken dat de positie van inheemse volkeren moet worden betrokken bij de bescherming en het beheer van natuurgebieden.
Toekomstig EU milieu- en klimaatbeleid
De leden van de GroenLinks-fractie zijn zeer benieuwd naar de Green Deal die de Commissie naar verwachting binnenkort zal presenteren. Deze leden zien ernaar uit om de ambities hierin met de Minister te bespreken.
De leden van de SP-fractie zijn zeer benieuwd naar de uiteindelijke Green Deal. In hoeverre gaat deze Green Deal ook echt geïnspireerd worden op de Nederlandse aanpak met het Klimaatakkoord? Dat er een integrale aanpak nodig is, beamen deze leden, maar dat uit de Dutch Reflection on the European Green Deal spreekt dat het Nederlandse gepolder met de sector als voorbeeld moet dienen, baart hen grote zorgen. Hoe wordt voorkomen dat ook in Europa de grootste vervuilers aan tafel zitten om klimaatbeleid vorm te geven? Laat het gelobby van de bedrijven tégen klimaatbeleid niet voldoende zien dat dit een heilloze weg zou zijn? Deze leden horen hier graag een reflectie op.
De leden van de SP-fractie zijn teleurgesteld dat het EU-ETS verder uitgebreid in plaats van vervangen dreigt te worden. Waarom vasthouden aan dit falende systeem en niet inzetten op afdwingbare normering, vragen deze leden.
De leden van de SP-fractie merken op dat Nederland wil pleiten voor meer inzet op Carbon Caption and Storage (CCS) en biomassa in de EU. Deze leden stellen dat dit echte verduurzaming in de weg staat en er juist gestopt moet worden met het investeren in CCS en de inzet van biomassa. Dit op nog grotere schaal willen doen kan een desastreuze impact op het klimaat hebben. Deze leden vragen hierop een toelichting.
De leden van de SP-fractie vragen een verdere toelichting op de wijze waarop Nederland zich wil inzetten voor het vervangen van aardgas voor waterstof. Is er sprake van concrete plannen en projecten? Dat Europees klimaatbeleid gelijk staat aan één Europese energiemarkt, is naar de mening van deze leden een verkeerde kijk op de energievoorziening. Waarom wordt de energietransitie niet Europees aangegrepen om de energievoorziening dichterbij de mensen te brengen, meer te sturen op lokale opwek en energiecoöperaties? Dus minder markt en meer publiek, in plaats van een verdere vermarkting van de energievoorziening? Graag ontvangen deze leden een reflectie hierop.
De leden van de SP-fractie vragen hoe de inzet voor een Just Transition Fund zich verhoudt tot de tot nu toe gebrekkige steun en inzet van het kabinet voor de werknemers van de Nederlandse kolencentrales. Zij vragen verder hoe Nederland zich gaat inzetten voor een eerlijk en rechtvaardig Europees klimaatbeleid voor iedere Europese inwoner. Deze leden vragen hier een verdere toelichting op.
De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze het streven naar 55% reductie een wettelijke basis gaat krijgen. Wat is de verwachting? Wordt dit onderdeel van de EU-klimaatwet? Deze leden vragen hoe de Minister deze streefcijfers wil realiseren, nu uit de recente doorrekeningen blijkt dat voor Nederland het doel van 49% reductie buiten de bandbreedte van realiseerbare reductie ligt.
De leden van de SP-fractie vragen hoe wordt omgegaan met het feit dat de Integrale Nationale Energie- en Klimaatplannen (INEK’s) onvoldoende gaan zijn om de EU-klimaatdoelen te halen. Hoe wordt voorkomen dat het naar boven bijstellen van het reductiedoel naar 55% geen dode letter wordt?
De leden van de SP-fractie vragen verder naar het verdere proces inzake de Green Deal. Kan worden toegelicht hoe dit binnen de EU vormgegeven zal worden en hoe het traject in Nederland zal verlopen?
Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS)
De leden van de VVD-fractie delen de ambitie van de Minister om de problematiek rond PFAS aan te pakken via bronbeleid. Deze leden nemen waar dat hier bredere steun voor lijkt te zijn. Wel is voorzichtigheid geboden bij de aanpak van PFAS. Is de Minister van plan meer PFAS-stoffen aan te merken als zeer zorgwekkende stof (ZZS)? Deze leden verzoeken de Minister eerst duidelijk richting de Kamer in beeld te brengen wat voor beleid de Minister gaat voeren om te voorkomen dat we wederom in een crisissituatie terechtkomen door een ZZS.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met het plan om niet-essentiële toepassingen van PFAS te verbieden. Giftige niet-afbreekbare stoffen horen niet in ons milieu en niet in ons lichaam. Een productieverbod is dan de enige manier om dat te garanderen. Het voorstel vraagt nog wel om veel verduidelijking. Wat is om te beginnen «essentieel»? Is dat de keus tussen een productietechniek met of zonder PFAS? Of gaat dat ook om de vraag of het product wel essentieel is? Hoe wordt dat bepaald en door wie? Hoe past het voorstel onder REACH? En wat betekent dit voor de PFAS-stoffen die nog niet volledig onderzocht en genormeerd zijn? Wat kunnen Europa en Nederland doen tegen producten die PFAS-stoffen bevatten en die geïmporteerd worden uit landen met minder strenge regels? Hoe zit het nu bijvoorbeeld met PFAS in cosmetica? Is dit veel voorkomend? Moeten consumenten niet op de hoogte worden gebracht van giftige stoffen in dit soort producten? Ten slotte willen deze leden graag weten hoe het zit met het normeren en testen van potentieel gevaarlijke stoffen. Binnen REACH zijn daar regels voor, maar hoe zit het dan met bijvoorbeeld Chemours, die kennelijk weigert om de nodige onderzoeken en tests met GenX uit te voeren?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wanneer de leden van de Tweede Kamer een restrictievoorstel met betrekking tot een verbod op niet-essentiële PFAS-houdende producten kunnen verwachten. Deze leden vragen de Minister op welke wijze bepaald gaat worden welke producten een niet-essentiële toepassing van PFAS betreffen en welke criteria hierbij zullen worden gehanteerd. Deze leden vragen de Minister hoeveel EU-lidstaten moeten instemmen met het restrictievoorstel voor het kan worden uitgevoerd en op welke termijn begonnen kan worden met een verbod op deze producten.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke maatregelen, in de tijd tot aan de implementatie van een verbod op niet-essentiële PFAS-producten, voornemens is te nemen om de uitstoot en lozing van PFAS-stoffen verder te beperken en de verspreiding van PFAS via het transport van afval te stoppen.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij bereid is, vooruitlopend op de besluitvorming binnen de EU, te starten met de voorbereiding en invoering van een nationaal verbod op de productie van niet-essentiële PFAS-houdende producten.