Motie van het lid Bruins over het belang van beroepsonderwijs voor de kenniseconomie
Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Motie
Nummer: 2019D50999, datum: 2019-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31524-447).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31524 -447 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie.
Onderdeel van zaak 2019Z24743:
- Indiener: E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-12-11 10:15: VAO Middelbaar beroepsonderwijs (AO d.d. 25/09) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2019-12-17 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 524 Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 447 MOTIE VAN HET LID BRUINS
Voorgesteld 11 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat als gevolg van het centraal stellen van de kenniseconomie in de Lissabonafspraken van 2000, in Nederland wordt gestreefd naar het verhogen van het aantal hoger opgeleiden;
constaterende dat de helft van de studenten hoger onderwijs volgt en dat het aantal blijft groeien;
constaterende dat uit internationaal onderzoek blijkt dat er (behalve in de sector techniek) geen directe samenhang is tussen het aantal academici en economische groei;
constaterende dat uit onderzoek in diverse OECD-landen, waaronder Nederland, naar het effect «over-qualified but under-skilled» blijkt dat een tekort aan vaardigheden kan leiden tot een sterk negatief effect op het bnp;
van mening dat generieke (of zogenaamde «eenentwintigste-eeuwse») vaardigheden alleen betekenis en relevantie hebben in een specifieke vakcontext;
van mening dat een leven lang ontwikkelen niet per se betekent steeds maar hoger, maar vaak ook excelleren in je vak, specialiseren en up-to-date blijven;
spreekt uit dat Nederland niet langer moet streven naar het verder verhogen van het aantal academici en theoretisch hoger opgeleiden;
spreekt uit dat Nederland zich meer dan nu moet richten op het belang van beroepsonderwijs voor de kenniseconomie, en daarbij in het bijzonder op het belang van vaardigheden, vakmanschap, specialismen, praktijkervaring en vakkennis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bruins