Voortgang akkoord verbetering productsamenstelling 2019
Voedingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D51210, datum: 2019-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31532-234).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 31532 -234 Voedingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z24861:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-12-12 10:00: Leefstijlpreventie (Algemeen overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-12-17 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-18 11:30: Procedurevergadering (Let op: afwijkend tijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-12-19 15:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 532 Voedingsbeleid
Nr. 234 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2019
Het Akkoord verbetering productsamenstelling (hierna: Akkoord) levert een belangrijke bijdrage aan het preventiebeleid. Het preventiebeleid is erop gericht dat consumenten gezonder gaan leven. Een gezond voedingspatroon volgens de Schijf van Vijf is daar een belangrijk onderdeel van. Veel van de producten die mensen in Nederland eten, vallen buiten de Schijf van Vijf. Daarom is het belangrijk om deze producten te verbeteren. Het Akkoord is erop gericht het productaanbod te verbeteren door in producten hoge gehaltes aan zout, verzadigd vet en/of suikers te reduceren en om portiegroottes te verkleinen.
Conform de toezegging uit 20131 om uw Kamer jaarlijks te informeren over de voortgang van de verbetering van productsamenstelling breng ik u met deze brief op de hoogte van de voortgang van het Akkoord.
Het Akkoord verbetering productsamenstelling
In januari 2014 is het Akkoord gesloten2 waarmee met de brancheorganisaties van supermarkten en groothandel (CBL), levensmiddelenindustrie (FNLI), horeca (KHN) en cateraars (Veneca) afspraken zijn gemaakt om het productaanbod te verbeteren. Het Akkoord focust op zout, verzadigd vet en calorieën (vet, suikers, portiegrootte). Een stuurgroep met betrokken partijen, voorgezeten door het Ministerie van VWS, geeft richting aan de ambities en de voortgang van het Akkoord. Het Akkoord loopt tot eind 2020. Het RIVM voert na de afloop van het Akkoord een monitor uit, begin 2021 wordt u hierover geïnformeerd.
Resultaten tot en met 2019
Voor de productcategorieën waarvan de inname aan zout, verzadigd vet en suikers het hoogst zijn, zijn in de afgelopen zes jaren maximumnormen opgenomen in ketenbrede afspraken. Er zijn in totaal voor 20 verschillende productcategorieën (vervolg)afspraken gemaakt voor reductie van zout, verzadigd vet en/of suiker. Het betreffen in totaal 24 verschillende afspraken. In 2019 zijn ketenbrede afspraken gemaakt in de productcategorieën salades, jam en vleesvervangers en twee aanvullende afspraken, vanuit het Nationaal preventieakkoord, namelijk met betrekking tot frisdranken en zuiveldranken -en toetjes. In de bijlage3 is een overzicht opgenomen met alle afspraken, de bijbehorende reductiepercentages en data waarop de producten aan de maximum gestelde normen moeten voldoen. Van de 24 gemaakte afspraken, hebben er 10 een deadline na 2019. De afzonderlijke afspraken en een overzicht met maximumnormen zijn te vinden op de website van het Akkoord.4
In het debat over het Nationaal Preventieakkoord d.d. 3 september 2019 heb ik lid Kuik toegezegd serieus te overwegen de totale impact van het Akkoord te meten, door breed te kijken naar alle producten waar reductie toegepast wordt. Het was niet meer mogelijk om dit betrekken bij de impactanalyse van dit jaar. Volgend jaar blikken we terug op de totale impact van het akkoord. Hierbij betrek ik het verzoek van lid Kuik dan ook.
Werkplan 2020
Het Akkoord loopt tot en met einde 2020, ook in 2020 zullen nog ketenbrede afspraken worden gemaakt. Hierdoor ligt de datum, waarop het afgesproken maximum van deze afspraken ook daadwerkelijk bereikt moet zijn, soms na de einddatum van het Akkoord. In 2020 gaan de industrie en de supermarkten afspraken maken voor groenteconserven, kant-en-klaarmaaltijden (Hollandse), consumptie-ijs, chips (met smaakjes), gehakt/gegaarde gehaktballen/gegaarde braadworst, dressings en kruidenmixen en satésaus. Ook worden er in 2020 afspraken gemaakt voor koek, snoep, chocolade en tussendoortjes, dit is een aanvullende actie vanuit het Nationaal preventieakkoord.
KHN en Veneca blijven komend jaar werken aan het gezondheidsbewustzijn van hun ondernemers. De horeca gaat in 2020 samen met de Nierstichting opnieuw de Nierstichting Restaurants Driedaagse organiseren, met de Ketenorganisatie voor oliën en vetten de campagne «Verantwoord Frituren» voortzetten en verdere bekendheid geven aan Dutch Cuisine, wat onder andere staat voor meer groente op het bord, meer plantaardig/minder dierlijk.
Het gedetailleerde werkplan 2020 is te vinden op de website van het Akkoord.
WAC evaluatie
In mijn brief van vorig jaar heb ik u geïnformeerd over een andere aanpak van de Wetenschappelijke Adviescommissie (WAC). De WAC beoordeelt de ketenbrede afspraken van industrie en supermarkten niet meer op individuele basis. De WAC kijkt periodiek naar de impact en ambities van het totaal aan gemaakte afspraken. De WAC heeft nu een evaluatie uitgevoerd over de laatste 8 gemaakte afspraken (smeerkazen, ontbijtgranen, sauzen, salades, jam, frisdrank, zuiveldranken en-toetjes en vleesvervangers) die door de stuurgroep van het Akkoord zijn vastgesteld tussen augustus 2018 en oktober 2019. Deze afspraken zijn niet meer individueel door de WAC beoordeeld. Van deze afspraken concludeert de WAC dat het algemene ambitieniveau net als in de periode ervoor laag is, ten aanzien van scherpte van de verlaging en de uitzonderingen in de afspraken.
De WAC geeft wel aan dat de breedte van de gemaakte ketenbrede afspraken groot is en dat het Akkoord daarmee internationaal bij de koplopers hoort. Wel adviseert de WAC om snel aan de slag te gaan met de afspraken die nog openstaan in het werkplan van het Akkoord en te kijken of er bij die afspraken en bestaande afspraken meer verbreding en aanscherping toegepast kan worden. Dit naar aanleiding van het succes van de vervolgafspraken voor zuiveldranken -en toetjes en frisdranken dit jaar. Voor de nog te maken afspraken geeft de WAC bovendien aan dat er goed gekeken moet worden op welke producten in de specifieke categorie de afspraak van toepassing is en daarbij minder ruimte te geven aan uitzonderingen. Ook adviseert de WAC om meer maatschappelijke partijen te betrekken bij het evalueren van de ambitie van nieuwe afspraken, omdat bij de uitwerking van de afspraak geringe wetenschappelijke context gegeven wordt.
In 2017 heeft het RIVM een impactanalyse uitgevoerd, waarin wordt geschat wat het effect van het naleven van de afspraken in het Akkoord is op de dagelijkse inname van zout en suiker. Voor deze analyse zijn de afspraken meegenomen die gemaakt zijn tot en met 2016. In 2019 heeft het RIVM opnieuw, als basis voor de evaluatie van de WAC, een impactanalyse uitgevoerd, waarin alle afspraken die tot medio 2019 gemaakt zijn, meegenomen zijn. Uit de impactanalyse blijkt dat wanneer de levensmiddelenfabrikanten de afspraken voor zout- en suikerverlaging naleven, de dagelijkse inname van zout naar schatting met bijna 0,5 gram (t.o.v. gemiddelde inname van 8,75 gram/dag) en de inname van suiker met bijna 4 gram (t.o.v. gemiddelde inname van 114,4 gram/dag) kan dalen. De afspraken die er sinds 2017 bij zijn gekomen, kunnen zorgen voor een extra reductie van 0,05 gram zout per dag en 1,5 gram suiker per dag ten opzichte van de afspraken van de jaren ervoor. Er wordt hierbij uitgegaan van een gelijkblijvend consumptiepatroon. De complete WAC evaluatie en de impactanalyse memo van het RIVM zijn binnenkort te vinden op de website van het akkoord.
Conclusie Akkoord tot 2020
Voor die productcategorieën waarvoor afspraken met maximumnormen voor zout, verzadigd vet en/of suikers zijn gemaakt, heeft het RIVM afgelopen jaren al geconstateerd dat de productsamenstelling daadwerkelijk is verbeterd. De WAC heeft aangegeven dat er voor een breed aantal productcategorieën ketenbrede afspraken zijn, al vindt de WAC de daadwerkelijke reductiestappen gemiddeld niet erg ambitieus. Ik ben van mening dat met het Akkoord een stap in de goede richting is gezet. En ook in het laatste jaar van het Akkoord (2020) worden er nog nieuwe ketenbrede afspraken gemaakt. Nederland loopt hier vergeleken met andere landen in voorop. Dit betekent niet dat we na 2020 klaar zijn, daarna wordt een nieuw systeem van productverbetering geïntroduceerd.
Nieuw systeem van productverbetering
In het Nationaal Preventieakkoord heb ik de taak op mij genomen om na afronding van het Akkoord bedrijven te stimuleren productverbetering voort te zetten. Ik zet hierbij in op het verbreden en aanscherpen van de huidige aanpak in het Akkoord. Hierbij zijn, naast de Akkoordpartijen, ook andere maatschappelijke organisaties betrokken die productverbetering kunnen stimuleren.
Voor dit nieuwe systeem werkt een werkgroep met experts van RIVM, Voedingscentrum, VWS en HAS Den Bosch aan een voorstel voor trapsgewijze criteria waarmee producenten reductiestappen kunnen maken. Deze criteria zijn bedoeld zowel voor koplopers en trendvolgers als middenmoters en achterblijvers. Om bedrijven te stimuleren hier stappen in te (blijven) maken, wordt verkend welke prikkels kunnen worden ingezet door de overheid, maar ook door andere organisaties die bedrijven kunnen stimuleren productverbetering door te voeren. Bij de uitwerking van het systeem betrek ik de motie van de leden Dik-Faber en Diertens die vraagt om, samen met de relevante betrokkenen, te komen tot heldere afspraken over onafhankelijke reductiedoelen voor zout, verzadigd vet en suiker (in het bijzonder suiker in kinderproducten) voor een substantieel aantal producten, vergezeld van een ambitieus tijdpad5. Ook een periodieke monitor zal onderdeel zijn van het nieuwe systeem.
Ik heb onlangs besloten om een paar maanden extra tijd te nemen om betrokkenen te consulteren bij de ontwikkeling van het systeem voor productverbetering. Momenteel organiseer ik bijeenkomsten met diverse experts uit het bedrijfsleven, NGO’s en de wetenschap over de aanpak en totstandkoming ervan. Hierbij wordt nagegaan wat de ideeën zijn van deze experts over de voorstellen voor trapsgewijze criteria, mogelijke incentives en doelstellingen.
Voor de zomer zal ik u op de hoogte brengen van mijn besluit over het nieuwe systeem voor productverbetering (criteria per productgroep, incentives, governance) en doelstellingen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis