[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Nummer: 2019D51558, datum: 2019-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35350-VIII-3).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35350 VIII-3 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2019Z23026:

Onderdeel van zaak 2019Z25094:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 350 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 13 december 2019

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 5 december 2019 voorgelegd aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media. Bij brief van 12 december 2019 zijn ze door de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,
Tellegen

Adjunct-griffier van de commissie,
Arends

1

Kan er een overzicht gegeven worden van alle lectoraten in Nederland?

Het meest volledige beschikbare overzicht is de Atlas Praktijkgericht Onderzoek, welke om het jaar door de Vereniging Hogescholen samen met Regieorgaan SIA wordt gepubliceerd. In deze atlas wordt zichtbaar gemaakt wat de inzet is per hogeschool op tien brede onderzoeksthema’s die voor het hbo relevant zijn. Hierin zijn ook de lectoraten op de tien thema’s opgenomen. Dit is geen uitputtend overzicht van alle lectoraten. Zie ook het antwoord op vraag 3.

2

Kan er een overzicht per instelling voor hoger onderwijs gegeven worden met alle lectoraten?

In de bovengenoemde atlas is ook de inzet op hoofdlijnen per hogeschool weergegeven. Daarnaast is het meest actuele overzicht van lectoraten per instelling te vinden op de website van de betreffende hogeschool.

3

Hoeveel lectoraten zijn er in Nederland?

De hoeveelheid lectoraten is niet bekend. Wel weten we dat er in 2017 679 lectoren waren.

4

In hoeverre zijn lectoraten in het buitenland actief en in hoeverre worden deze door het Ministerie van OCW gefinancierd?

Lectoraten zijn overwegend regionaal en nationaal actief. Afhankelijk van het onderzoeksgebied en de onderzoeksopdracht van het lectoraat kan dit ook in meer of mindere mate een internationale component omvatten. Daarnaast is het internationaal delen van inzichten uit onderzoek en de stand der techniek gebruikelijk. De activiteiten van een lectoraat worden uit de eerste, tweede en derde geldstroom bekostigd.

5

Welke definitie van een lectoraat hanteert het Ministerie van OCW?

Het Ministerie van OCW hanteert momenteel geen strikte definitie van een lectoraat. Lectoraten bestaan uit één of meerdere lectoren, ondersteund door een kenniskring of onderzoeksgroep (bestaande uit bijvoorbeeld docent-onderzoekers, promovendi, postdocs en externe deskundigen). Lectoraten zijn ook vaak gebundeld in kenniscentra rondom bepaalde thema's of maatschappelijke vraagstukken. Sommige hogescholen hebben wel kenniscentra maar geen lectoraat per lector. Deze werken dan met een pool van onderzoekers.

6

Welke lectoraten worden met privaat geld gefinancierd en vanwaar is dit geld afkomstig?

Hier is geen overzicht van. Door de nauwe verbinding tussen onderwijs, onderzoek en werkveld hebben leden van het lectoraat vaak een directe of indirecte verbinding met het werkveld, waar dus ook financiering vandaan kan komen. De derde geldstroom van lectoraten bestaat daarmee uit in cash of in kind financiering van verschillende partijen, zowel privaat als publiek.

7

Wat is de status van de uitvoering van het convenant aanpak lerarentekort?

De regeling zij-instroom is verhoogd met € 14,2 mln., zodat in totaal 2000 aanvragen in 2019 kunnen worden toegekend. Daarnaast wordt de extra € 300 miljoen voor het funderend onderwijs in december overgeboekt naar de besturen. Verder heeft uw Kamer een nota van wijziging ontvangen over de extra investering voor samen opleiden (€ 10,6 mln.)

Voor de andere maatregelen geldt dat de voorbereidingen worden getroffen, zodat deze middelen vanaf 2020 beschikbaar kunnen worden gesteld.

8

Zijn er investeringen uit het convenant lerarentekort die al in 2019 worden gedaan?

In 2019 wordt de extra € 300 miljoen voor het funderend onderwijs in december overgeboekt naar de besturen. Ook vindt in 2019 de uitkering plaats van de extra € 14,2 miljoen voor de regeling zij-instroom, zodat in 2019 in totaal 2000 aanvragen kunnen worden toegekend in po, vo en mbo.

9

Wanneer worden de middelen uit het convenant lerarentekort uitgegeven, uitgesplitst naar aparte posten?

1. € 300 mln. voor po/vo Vanaf 2019
2. € 14,2 mln. voor zij-instroom 2019
3. € 97 mln. voor werkdruk 2020, 2021, 2022
4. € 16,5 mln. voor VSO/ diplomagericht Vanaf 2020 structureel
5. € 10,6 mln. voor samen opleiden 2020, 2021, 2022
6. € 21,2 mln. voor individuele scholings-rechten 2020, 2021

10

Kan de € 150 miljoen voor primair onderwijs in 2020 worden geïnvesteerd, aangezien het samenhangt met de cao en de vastgelopen cao-onderhandelingen?

Ja, dat kan. De sociale partners kunnen hierover afspraken maken in de cao. Deze afspraken kunnen terugwerkende kracht hebben net zoals dat het geval kan zijn bij de inzet van de reguliere jaarlijkse kabinetsbijdrage aan arbeidskostenontwikkeling. In het uiterste geval kunnen werkgevers er eenzijdig toe overgaan om dit geld uit te betalen aan werknemers.

11

Zijn de investeringen in de werkdrukverlaging in het voortgezet onderwijs verbonden met dezelfde afspraken als de werkdrukmiddelen in het primair onderwijs, zodat het apart moet worden verantwoord in het jaarverslag en de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad instemmingsrecht heeft op dat deel van de begroting?

In het convenant is vastgelegd dat de wijze van besteding van de extra middelen met actieve betrokkenheid van het onderwijzend personeel plaatsvindt. Hoe dit wordt vormgegeven, wordt later ingevuld samen met de betrokkenen.

12

Uit welke meevallers op de OCW-begroting wordt de intensivering van € 11,2 miljoen op de zij-instroom gedekt?

De intensivering van de zij-instroom wordt gedekt uit de meevallers op de lerarenbeurs, de regelingen Korte Scholingstrajecten en de instructeursbeurs MBO.

13

Waarom is de € 14,2 miljoen niet opgenomen in de najaarsnota?

De € 14,2 miljoen is opgenomen in de Najaarsnota en wordt genoemd op p. 3 van de Tweede Suppletoire Begroting 2019 van OCW en op p. 7 van de Najaarsnota. Het budget van de zij-instroom wordt met € 11,2 miljoen verhoogd om alle aanvragen te kunnen honoreren. Deze intensivering wordt gedekt uit meevallers op de OCW-begroting. Daarnaast komt er voor de zij-instroom een bedrag van € 3,0 miljoen automatisch beschikbaar door lagere aanvragen op korte scholingstrajecten en instructeursbeurs mbo.

14

Welke kosten heeft uw ministerie in 2018 en 2019 gemaakt ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis? Welk bedrag is voor dergelijke uitgaven ten behoeve van (leden van) het Koninklijk Huis precies gereserveerd in uw begroting van 2020?

Er is sprake van uitgaven voor kosten op de begroting van dit ministerie voor activiteiten die verband houden met de beleidsdoeleinden en/of uitvoering van regelgeving van dit ministerie en waarbij in dit kader een persoon is betrokken die tevens lid is van het Koninklijk Huis.

Prinses Laurentien is sinds 2009 Speciaal Gezant Geletterdheid voor UNESCO. Als verantwoordelijk ministerie voor Unesco ondersteunt OCW dit gezantschap met een subsidie:

2018 € 48.225
2019 € 47.939
2020 € 49.680 (aanvraag)

Deze subsidie wordt o.a. aangewend voor het dekken van de kosten van een ondersteunend medewerker, reis- en verblijfkosten en een vacatievergoeding

15

Kunt u een nadere toelichting geven op de bijstelling naar beneden van de rentedragende lening (€ 130 miljoen) en het collegegeldkrediet (€ 20 miljoen) wat betreft de realisatiegegevens die afwijken van de eerdere inschatting en de beleidsmatige achtergrond hiervan?

Sinds de invoering van het leenstelsel per september 2015 is het aantal studenten dat leent (zowel de rentedragende lening als het collegegeldkrediet), en het bedrag dat zij lenen, gestegen. Dit was te verwachten omdat steeds meer studenten onder het leenstelsel vallen: jaarlijks start een nieuw cohort onder het leenstelsel en verdwijnt een cohort dat recht had op de basisbeurs. Studenten zonder recht op de basisbeurs lenen meer en daar was ook rekening mee gehouden in de ramingen. De stijging deed zich ook voor bij groepen die niet onder het leenstelsel vallen, namelijk bol-studenten en studenten die nog recht hadden op een basisbeurs. Het leenstelsel bestaat inmiddels vier collegejaren waardoor de ingroei in dit stelsel voor een groot deel is voltooid. In de raming voor 2019 was nog wel rekening gehouden met een stijgende trend in de leenbedragen, maar die blijkt op basis van de realisatiegegevens iets te hoog ingeschat.

16

Op welke wijze zijn de diverse uitgavenposten van het convenant aanpak lerarentekort gedekt uit de najaarsnota, uitgesplitst naar aparte posten en nader toegelicht wat uit welke onderuitputting, herschikking en kasschuif komt?

Opgenomen is een toelichting op de uitgavenposten van het convenant die zijn verwerkt bij Najaarsnota.

1. € 300 mln. voor po/vo 2019 Incidenteel Extra middelen toegevoegd aan de OCW-begroting vanuit rijksbrede onderuitputting, verwerkt bij Najaarsnota 2019.
2. € 14,2 mln. voor zij-instroom 2019 Incidenteel Meevallers op de lerarenbeurs, de regelingen Korte Scholingstrajecten en de instructeursbeurs MBO, verwerkt bij Najaarsnota 2019.

17

Is het extra bedrag voor de regeling zij-instroom (voor po, vo en mbo) 2019 ad € 14,2 miljoen opgenomen in de najaarsnota 2019 en dus toegevoegd aan de OCW-begroting 2019? Zo ja, onder welke post is dit extra budget voor de regeling zij-instroom (voor po1, vo2 en mbo3) 2019 opgenomen in de najaarsnota 2019 en waarom is dit budget niet toegelicht in de bijlage 2 van de najaarsnota, de zogenaamde verticale toelichting? Zo nee, waarom is dit extra budget voor de regeling zij-instroom (voor po, vo en mbo) 2019 dan niet opgenomen in de najaarsnota 2019, ondanks de toezegging van de Ministers in hun brief van 1 november 2019 betreffende «Extra investering in het funderend onderwijs» (Kamerstuk 31 293, nr. 488)?

De € 14,2 miljoen is opgenomen in de Najaarsnota en wordt genoemd op p. 3 van de Tweede Suppletoire Begroting 2019 van OCW en op p. 7 van de Najaarsnota. (zie ook antwoord op vraag 13).

Het budget voor de regeling zij-instroom staat onder de post Subsidies van artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid.

De intensivering voor de zij-instroom wordt in de Najaarsnota 2019 toegelicht bij 2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties onder tabel 2 punt 2 (pagina 7). In de verticale toelichting zit deze intensivering in de post Diversen bij Mee- en tegenvallers omdat deze mutatie onder de ondergrens valt.

18

Hoeveel volwassen zij-instromers hebben in 2019 gebruik gemaakt van de subsidieregeling praktijkleren?

Er wordt niet bijgehouden of de subsidie wordt aangevraagd ten behoeve van een leerwerkpek van een zij-instromer, dan wel een andere student. Ook is het definitieve aantal toegekende subsidies over het studiejaar 2018/2019 nog niet bekend. Uiterlijk 15 februari komt er een voorlopige monitoringsrapportage van RVO, waarin o.a. staat hoeveel subsidies er zijn uitbetaald.

19

Welke overwegingen liggen eraan ten grondslag dat er bij de inzet van de incidentele middelen uit meevallers niet is gekozen om een deel daarvan te doen toekomen aan het wetenschappelijk onderwijs, terwijl iedereen het er toch over eens is dat ook daar de druk onaanvaardbaar hoog is?

Dit kabinet investeert in 2019 per saldo totaal € 1,8 miljard in OCW. Het kabinet heeft er nu voor gekozen € 460 miljoen te bestemmen voor de aanpak van het lerarentekort.

20

Wat zijn precies alle mee- en tegenvallers?

Meevaller bijdrage UWV uitvoeringskosten van de regeling onderwijsvoorzieningen jong gehandicapten Primair onderwijs – 1.100
Meevaller Participatie/vervangingsfonds Primair onderwijs – 500
Meevaller schoolleidersbeurs Primair onderwijs – 5.300
Meevaller regionale samenwerking Primair onderwijs – 100
Meevaller overige subsidie Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie – 400
Meevaller SLOA Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie – 1.506
Meevaller voucherregeling vraagfinanciering Hoger onderwijs – 1.000
0
Meevaller subsidieregeling Open&Online Wetenschappelijk onderwijs – 129
Meevaller regeling lerarenbeurs Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid – 6.800
Meevaller toekenning basisbeurs gift Studiefinanciering – 3.000
Meevaller Reisvoorziening Studiefinanciering – 17.000
Meevaller achterstallig lager recht (ALR) Studiefinanciering – 30.000
Meevaller regionale samenwerking Cultuur – 100
Meevaller verplicht. Digitaliserings Middelen Cultuur – 600
Meevaller Digitale taken Rijksarchivering (DTR) Cultuur – 1.900
Meevaller koersverschillen Onderzoek en wetenschapsbeleid – 1.100
Meevallers Emancipatie bekostiging Emancipatie – 1
Meevaller op diverse subsidies Emancipatie – 697
Meevallers Emancipatie Opdrachten Emancipatie – 108
Meevallers Emancipatie Bijdr medeoverheden Emancipatie – 1.294
Tegenvaller beleidsonderzoek en -evaluatie Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 300
Tegenvaller RVO Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie 100
Tegenvaller toekenning aanvullende beurs gift Studiefinanciering 4.000
Tegenvaller bijdrage aan vervoerders door implementatiekosten van de boete-maatregelen Studiefinanciering 1.000
Tegenvaller reisvoorziening gift Studiefinanciering 25.000
Mee- en tegenvallers uitgaven – 42.235
Meevaller ontvangsten Emancipatie – 150
Meevaller ontvangsten subsidies/bekostiging oude jaren Hoger onderwijs – 650
Tegenvaller ontvangsten kortlopende vorderingen Studiefinanciering 20.000
Mee- en tegenvallers ontvangsten 19.200

21

Hoeveel geld uit het «convenant extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020–2021» is er vrijgemaakt middels deze najaarsnota? Waar wordt dit geld specifiek aan uitgegeven en is het structureel of incidenteel geld?

Zie antwoord op vraag 16.

22

Waar zijn de meevallers op de begroting aan uitgegeven?

De meevallers zijn gebruikt om de tegenvallers te dekken en voor de intensivering van de zij-instroom.

23

Hoe zijn de tegenvallers op de begroting gedekt?

De tegenvallers worden gedekt door de meevallers.

24

In hoeverre zouden scholen voor voortgezet onderwijs onderwijsgeld doelmatiger kunnen besteden indien deze zouden afstappen van het systeem dat leerlingen plaatst in een schoolsoort op basis van hun prestaties voor hun zwakste vakken maar hen voortaan vakken laat volgen op verschillende niveaus afhankelijk van hun talent en prestaties daarvoor, zodat doubleren van een heel schooljaar niet langer nodig is bij onvoldoende resultaten voor enkele vakken op één vaststaand niveau? Biedt de vigerende onderwijswetgeving scholen ruimte om daarmee kleinschalig te experimenteren? Of zou daarvoor een wijziging van onderwijswetgeving nodig zijn?

Binnenkort verwacht ik de resultaten van het onderzoek naar de voor- en nadelen van vo-diploma’s naar vakken op verschillende niveaus en de gevolgen daarvan voor de toegankelijkheid van het vervolgonderwijs. Zoals ik u eerder heb toegezegd, stuur ik u dit rapport voorzien van mijn beleidsreactie in het voorjaar van 2020 aan uw Kamer toe.

Middelbare scholen kunnen in principe in grote mate zelf bepalen op welk niveau zij hun leerlingen verschillende vakken laten volgen, zij bepalen ook zelf de overgangsnormen. Als scholen het scenario zouden willen volgen dat in deze vraag wordt geschetst, kunnen zij dat binnen de vigerende onderwijswetgeving doen.

25

In hoeverre biedt de OCW-begroting scholen voor primair onderwijs nu de financiële mogelijkheid om conform artikel 9, lid 13 van de Wet op het Primair Onderwijs de thuistaal van kinderen in te zetten als voertaal ter ondersteuning van het onderwijs, als hun ouders het Nederlands niet goed beheersen?

In artikel 9, lid 13 van de Wet op het Primair Onderwijs is opgenomen dat voor de opvang in en de aansluiting bij het Nederlandse onderwijs van leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond de taal van het land van oorsprong mede als voertaal bij het onderwijs kan worden gebruikt, overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgestelde gedragscode. Het gaat hier dus om scholen die onderwijs verzorgen aan leerlingen met een niet-Nederlandse culturele achtergrond die een andere taal dan het Nederlands hebben als moedertaal. Hiervoor zijn geen specifieke middelen gelabeld op de OCW-begroting.

26

Hoeveel studenten hebben in 2017, 2018 en 2019 gebruik gemaakt van de subsidieregeling praktijkleren?

Onderstaand vind u een overzicht van het aantal bbl-studenten voor wie werkgevers subsidie hebben aangevraagd:

2015/2016: 82.717

2016/2017: 89.345

2017/2018: 95.468

2018/2019: definitieve aantal nog niet bekend.

27

Hoeveel SBB4 erkende leerbedrijven zijn er in 2017, 2018 en 2019 geweest?

SBB heeft als taak zorg te dragen voor de beschikbaarheid van een toereikend aantal leerbedrijven van voldoende kwaliteit die de beroepspraktijkvorming (bpv) verzorgen. Dit aantal schommelt al een aantal jaren rond de 250.000.

Het aantal erkende leerbedrijven schommelt gedurende het jaar. Er komen bedrijven bij (nieuwe erkenningen) en er gaan bedrijven af (bedrijven houden op houden te bestaan, hebben vier jaar niet opgeleid, kiezen ervoor om geen bpv meer te bieden of de erkenning wordt om een andere reden ingetrokken).

28

Hoe verklaart u de noodzaak dat de omzet van het moederdepartement zo royaal werd verhoogd voor werkzaamheden voor onderhoud en vervanging van ICT-systemen en ook de apparaatskosten in verband met onderhoud en vervangingen van de ICT-systemen en extra kosten bereikbaarheid zóveel zijn gestegen, in een tijd dat het primaire proces van het onderwijs door het lerarentekort structureel zwaar onder druk staat? Welke overwegingen liggen ten grondslag aan deze prioritering?

Om de taken van DUO uit te kunnen blijven voeren, onder meer voor de bekostiging van de onderwijsinstellingen, zijn investeringen nodig in onderhoud en vervanging van de ICT-systemen. Conform de begrotingsregels van dit kabinet dient een dergelijke toevoeging van budget aan DUO gedekt te worden binnen de OCW-begroting. Voor het dekken van de ICT problematiek bij DUO zijn meerdere alternatieven op de OCW-begroting overwogen. Wij erkennen dat de inzet van een deel van de lpo op onderwijs, onderzoek en apparaat niet pijnloos is, maar wij zijn van mening dat dit de minst ingrijpende manier van dekken binnen de OCW-begroting is.


  1. po: primair onderwijs↩︎

  2. vo: voortgezet onderwijs↩︎

  3. mbo: middelbaar beroepsonderwijs↩︎

  4. SBB: de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven↩︎