Reactie op verzoek commissie om een schriftelijke toelichting in welke fase Nederland zich bevindt in de ingebrekestellingsprocedure inzake de MER-richtlijn
Uitvoering EG-Richtlijnen
Brief regering
Nummer: 2019D51915, datum: 2019-12-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21109-241).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21109 -241 Uitvoering EU-Richtlijnen.
Onderdeel van zaak 2019Z25240:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2019-12-18 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-14 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
21 109 Uitvoering EG-Richtlijnen
Nr. 241 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2019
Bij dezen beantwoord ik de vraag van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van 20 november 2019, zoals geformuleerd in uw brief.
De ingebrekestellingsprocedure inzake de MER-richtlijn bevindt zich nog steeds in de administratieve fase (zie ook Kamerstuk 29 383, nr. 331).
Nederland is nu in afwachting van de reactie van de Europese Commissie. Er zijn geen signalen ontvangen dat Nederland in deze zaak binnenkort een reactie krijgt. Daarbij speelt waarschijnlijk mee dat pas recent een nieuwe Commissie aangetreden is.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga