[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur in verband met het opnemen van een grondslag voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van kwaliteitstoetsen bij advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen en diverse aanpassingen van overwegend wetstechnische aard

Eindtekst

Nummer: 2019D51980, datum: 2019-12-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2019Z15301:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

12 december 2019





	Wijziging van de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op
het notarisambt en de Wet positie en toezicht advocatuur in verband met
het opnemen van een grondslag voor de verwerking van bijzondere
persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van kwaliteitstoetsen bij
advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen en diverse aanpassingen
van overwegend wetstechnische aard







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om een
grondslag voor de verwerking van bijzondere categorieën van
persoonsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard en
diverse technische wijzigingen aan te brengen in de Advocatenwet, de
Gerechtsdeurwaarderswet, de Wet op het notarisambt en de Wet positie en
toezicht advocatuur;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Advocatenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede en derde lid, komen te luiden:

2. De inschrijving als advocaat geschiedt onvoorwaardelijk.

3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid geschiedt de
inschrijving voorwaardelijk indien de verzoeker niet in het bezit is van
een verklaring als bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, of niet beschikt
over een ten aanzien van het beroep van advocaat afgegeven erkenning van
beroepskwalificaties als bedoeld in   HYPERLINK
"http://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0023066&artikel=5&g=2017-11-22&z
=2017-11-22"  artikel 5 van de Algemene wet erkenning
EU-beroepskwalificaties  of over een document als bedoeld in artikel 2a,
eerste lid. Wordt een verklaring of erkenning als bedoeld in de eerste
volzin nadien alsnog overlegd, dan wordt van rechtswege het
voorwaardelijk karakter aan de inschrijving ontnomen.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, en het vijfde lid, wordt ‘artikel
8c, derde lid,’ telkens vervangen door ‘artikel 8c, eerste lid,
onderdeel c,’.

2. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ’de daar bedoelde
verklaring’ vervangen door ‘de daar bedoelde verklaring of het
bewijs’.

C

Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel l, vervalt na de puntkomma: ‘en’.

2. In het eerste lid, onderdeel m, wordt na de puntkomma ‘en’
ingevoegd.

D

Artikel 8c komt te luiden:

Artikel 8c

1. De secretaris van de algemene raad schrapt de advocaat die op het
tableau is ingeschreven in geval:

a. Hij om schrapping heeft verzocht omdat hij niet langer op het tableau
wenst ingeschreven te staan of enige betrekking heeft verkregen waarmee
het beroep van advocaat onverenigbaar is. In het laatstbedoelde geval
kan eveneens de rechtbank in het arrondissement waarin de advocaat
kantoor houdt tot schrapping beslissen op requisitoir van het openbaar
ministerie, de raad van de orde in het arrondissement gehoord. Van de
beslissing tot schrapping wordt door de griffier van de rechtbank
kennisgegeven aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de
verwerking op het tableau;

b. De advocaat is overleden;

c. Hij, hetzij onafgebroken, hetzij met onderbrekingen, gedurende een
tijdvak van drie jaar voorwaardelijk als advocaat ingeschreven heeft
gestaan:

1°. zonder dat de verklaring bedoeld in artikel 9b, vijfde lid, kan
worden overlegd; of

2°. zonder dat het bewijs kan worden overgelegd dat met gunstig gevolg
het in   HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0002093/2017-03-01" \l
"Afdeling1a_Artikel9c"  artikel 9c  bedoelde examen is afgelegd.

2. Indien het in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde tijdvak is
onderbroken en de verklaring bedoeld in het eerste lid, onderdeel c,
onder  1°, of het onder 2°, bedoelde bewijs niet kan worden
overgelegd, kan betrokkene verzoeken om opnieuw gedurende een tijdvak
van drie jaar voorwaardelijk als advocaat te worden ingeschreven. Dit
verzoek kan worden ingediend na drie jaar na onderbreking van het
tijdvak.

3. Voor voorwaardelijk ingeschreven advocaten die in deeltijd werkzaam
zijn, wordt het in de aanhef van het eerste lid, onderdeel c, bedoelde
tijdvak naar evenredigheid verlengd, met dien verstande dat deze
verlenging niet meer dan drie jaar kan bedragen. Indien de raad op grond
van   HYPERLINK "http://wetten.overheid.nl/BWBR0002093/2017-03-01" \l
"Afdeling1a_Artikel9b"  artikel 9b, tweede lid , de stage heeft
verlengd, wordt het in de aanhef van het eerste lid, onderdeel c,
bedoelde tijdvak verlengd met de in de beslissing opgenomen termijn, met
dien verstande dat deze verlenging niet meer dan drie jaar kan bedragen.

4. De in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde schrapping geschiedt
middels een beschikking van de algemene raad met ingang van een tijdstip
dat ten minste twee maanden en ten hoogste zes maanden na de datum van
de beschikking gelegen is. Van de beschikking wordt gelijktijdig
mededeling gedaan aan de betrokken advocaat, diens patroon, de raad van
de orde in het arrondissement waar de advocaat kantoor houdt en aan het
openbaar ministerie.

5. De secretaris van de algemene raad geeft van de schrapping binnen
acht dagen kennis aan de algemene raad en de raad van de orde in het
arrondissement.

E

Artikel 9b wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot zesde en zevende
lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

5. Van het met gunstig gevolg voltooien van de stage wordt door de raad
van de orde in het arrondissement een verklaring aan de stagiaire
verstrekt.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt ‘of de weigering van zulk een
aanwijzing,’ vervangen door ‘of de weigering van zulk een
aanwijzing, dan wel de weigering om een verklaring als bedoeld in het
vijfde lid te verstrekken’.

F

Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt in artikel
9j een lid ingevoegd, luidende:

7. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de
Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht niet
van toepassing op een verzoek om aantekening op het tableau als advocaat
bij de Hoge Raad.

G

In artikel 11a, eerste lid, vervalt ’of bij verordening van het
college van afgevaardigden’.

H

In de artikelen 28, vierde lid, 30, tweede lid, 36a, tweede en zesde
lid, 36c, eerste lid, onderdeel b en tweede, derde, vijfde en zesde lid,
45e, eerste lid, 45f, tweede lid, 46a, derde lid tot en met achtste lid,
46b, tweede en achtste lid, en 46e, zevende lid, wordt ‘Onze Minister
van Veiligheid en Justitie’ telkens vervangen door ‘Onze Minister
voor Rechtsbescherming’.

I

In artikel 45e wordt ‘welke de goedkeuring behoeft’ vervangen door
‘welke de goedkeuring behoeven’.

J

In artikel 45g wordt ‘artikelen 9b, zesde lid,’ vervangen door
‘artikelen 9b, zevende lid,’.

K

In de artikelen 46aa, tweede lid, en 51, eerste lid, wordt ‘algemene
maatregel van bestuur’ telkens vervangen door ‘bestuursreglement’.

L

In artikel 46fa, eerste lid, wordt ‘de raad van de orde in het
arrondissement’ vervangen door ‘de deken’.

M

De eerste volzin van het derde lid van artikel 56 komt te luiden:

Het beroep wordt ingesteld bij met redenen omklede memorie, in te dienen
bij de griffier van het hof van discipline en vergezeld van een
afschrift van de beslissing waarvan beroep.

ARTIKEL II

De Gerechtsdeurwaarderswet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel a, wordt ‘Onze Minister van Veiligheid en
Justitie’ vervangen door ‘Onze Minister voor Rechtsbescherming’.

B

Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot tweede tot en
met vierde lid, vervalt het tweede lid van artikel 36.

C

Artikel 57a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd:

3. Bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van
strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening
gegevensbescherming kunnen worden verwerkt door de krachtens het eerste
lid aangewezen deskundigen, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn
voor de doelmatige en doeltreffende uitvoering van kwaliteitstoetsen.

ARTIKEL III

De Wet op het notarisambt wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel j, wordt ‘Onze Minister van Veiligheid en
Justitie’ vervangen door ‘Onze Minister voor Rechtsbescherming’.

B

In artikel 6, tweede lid, onderdeel a, onder 1, wordt ‘de graad
Bachelor op het gebied van het notarieel recht en tevens de graad Master
op het gebied van het notarieel recht zijn verleend’ vervangen door
‘de graad Master op het gebied van het notarieel recht is verleend’.

C

In artikel 22 vervalt ’of krachtens de’.

D

In artikel 59, tweede lid, wordt ‘Onze Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschappen’ vervangen door ‘Onze Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap’.

E

Artikel 61a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

2. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd:

3. Bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van
strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening
gegevensbescherming kunnen worden verwerkt door de krachtens het eerste
lid aangewezen deskundigen, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn
voor de doelmatige en doeltreffende uitvoering van kwaliteitstoetsen.

F

In artikel 99, zestiende lid, wordt ‘het negende lid’ vervangen door
‘het vijftiende lid’.

G

Artikel 127 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘Onze Ministers van Justitie en Economische
Zaken’ vervangen door ‘Onze Ministers voor Rechtsbescherming en van
Economische Zaken en Klimaat’.

2. In het vierde lid wordt ‘Onze Minister van Economische Zaken’
vervangen door ‘Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat’.

H

Artikel 128 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin van het eerste lid wordt ‘Onze Minister van
Economische Zaken’ vervangen door ‘Onze Minister van Economische
Zaken en Klimaat’.

2. In de tweede volzin van het eerste lid wordt ‘Onze Ministers van
Justitie en Economische Zaken’ vervangen door ‘Onze Ministers voor
Rechtsbescherming en van Economische Zaken en Klimaat’.

ARTIKEL IV

In artikel I, onderdeel R, van de Wet positie en toezicht advocatuur
wordt artikel 26 als volgt gewijzigd:

1. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

2. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Bijzondere categorieën van persoonsgegevens en persoonsgegevens van
strafrechtelijke aard als bedoeld in paragraaf 3.1 onderscheidenlijk
paragraaf 3.2 van de Uitvoeringswet Algemene verordening
gegevensbescherming kunnen worden verwerkt door de krachtens het eerste
lid aangewezen deskundigen, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn
voor de doelmatige en doeltreffende uitvoering van kwaliteitstoetsen.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

 

 

 PAGE    

 PAGE   7