[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Europese Raad van 12 en 13 december 2019 en eerste appreciatie Green Deal

Europese Raad

Brief regering

Nummer: 2019D52230, datum: 2019-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1508).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1508 Europese Raad.

Onderdeel van zaak 2019Z25376:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-20 Europese Raad

Nr. 1508 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2019

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, het verslag aan van de Europese Raad van 12 en 13 december 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 12 EN 13 DECEMBER 2019

Op 12 en 13 december vond een Europese Raad (ER) plaats die heeft gesproken over het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027 (MFK), het klimaat en een aantal andere agendapunten. Aan het begin van de bijeenkomst vond een gedachtewisseling plaats met de voorzitter van het Europees parlement (EP), de heer Sassoli. Na afloop van de reguliere ER vonden er een ER in Artikel 50 samenstelling en een Eurotop plaats.

Conferentie over de toekomst van Europa

Aan het begin van de ER is kort van gedachten gewisseld over de conferentie over de toekomst van Europa. De ER verzocht het inkomend voorzitterschap van de Raad om te werken aan een Raadspositie over deze conferentie. Op deze basis kan vervolgens het gesprek met het Europees parlement en de Commissie worden aangegaan over deze conferentie met inachtneming van de inter-institutionele balans en de rollen zoals gedefinieerd in de verdragen. Er zou sprake moeten zijn van een gedeeld eigenaarschap door de lidstaten, inclusief de parlementen van de lidstaten, en de EU-instellingen.

De ER legde er nadruk op dat de conferentie moet bijdragen aan het uitvoeren van de strategische agenda, zoals overeengekomen tijdens de ER van juni. De conferentie dient gericht te zijn op het bereiken van concrete resultaten. De conferentie zal in 2020 starten en in 2022 worden afgerond.

Klimaat

Na een lange discussie bereikte de ER een akkoord over het doel van een klimaatneutrale Unie in 2050 in lijn met de doelstellingen van het akkoord van Parijs. Polen kon zich als enige lidstaat nog niet committeren aan de uitvoering van deze doelstelling. De ER zal daarom in juni 2020 op klimaat terugkomen. De ER riep de Commissie op om zo vroeg mogelijk in 2020 met een voorstel voor een lange termijn klimaatstrategie te komen, teneinde deze te kunnen indienen bij de UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change).

De Minister-President riep zijn collega’s met klem op om samen leiderschap te tonen en zich te verbinden aan een klimaatneutrale EU in 2050. Daarbij gaf de Minister-President tevens aan dat ook voor Nederland dit geen eenvoudige opgave zal zijn, maar dat het ook economische kansen biedt. Daarnaast markeerde hij dat Nederland en de andere lidstaten niet zullen compenseren in het geval Polen vasthoudt dat het niet aan de doelstelling van 2050 kan voldoen. De ER benadrukte dat de transitie naar klimaatneutraliteit aanzienlijke economische en technologische kansen biedt. Tegelijkertijd moeten voor deze transitie serieuze uitdagingen worden overwonnen. In dat kader erkende de ER de noodzaak van een faciliterend kader dat openstaat voor alle lidstaten, met instrumenten, investeringen en ondersteuning teneinde een kosteneffectieve, rechtvaardige, sociaal evenwichtige en eerlijke transitie mogelijk te maken en dat rekening houdt met de verschillende nationale omstandigheden en uitgangsposities. Tegen die achtergrond nam de ER kennis van de mededeling van de Commissie over de Green Deal van 11 december jl. en werd de Raad gevraagd het werk verder te brengen.

De ER erkende dat voor de transitie aanzienlijke publieke en private investeringen nodig zijn. In dat licht verwelkomde de ER de aankondiging van de Europese Investeringsbank om in de periode 2021–2030 1000 miljard euro te investeren in klimaatacties. De ER wees daarnaast op de bijdrage van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) aan klimaatacties, zoals via InvestEU. Tevens zal via een Just Transition Mechanism (JTM) gerichte ondersteuning voor de meest geraakte sectoren en regio’s beschikbaar worden gesteld. De Europese Commissie heeft aangekondigd een voorstel te zullen presenteren waarmee 100 miljard euro aan investeringen via het JTM mogelijk zou kunnen worden gemaakt.

Verder stelde de ER dat alle relevante EU-beleidsterreinen moeten bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelstelling. De Commissie werd verzocht te onderzoeken of daarvoor aanpassingen nodig zijn, bijvoorbeeld op het gebied van staatssteun en aanbestedingsbeleid.

De ER bevestigde daarnaast de noodzaak van energiezekerheid en het recht van elke lidstaat om te besluiten over haar eigen energiemix en de meest gepaste technologie. De ER benadrukte verder dat het doel van klimaatneutraliteit moet worden bereikt met behoud van de concurrentiekracht van de EU, waaronder via het ontwikkelen van effectieve en WTO-conforme maatregelen om carbon leakage te adresseren. De ER nam nota van de intentie van de Commissie om een carbon border adjustment mechanisme voor te stellen.

Tot slot verzocht de Europese Raad de Commissie om tijdig voor de COP26 na een grondige effectrapportage een voorstel te doen voor het actualiseren van de nationally determined contributions (NDCs) voor 2030.

Meerjarig Financieel Kader

Het Finse voorzitterschap presenteerde de hoofdpunten van diens voorstel voor een nieuwe negotiating box aan de ER. Dit is het document aan de hand waarvan de onderhandelingen over het nieuwe Meerjarig Financieel Kader gevoerd worden. Er vond geen inhoudelijke discussie over het document plaats. De ER heeft zijn voorzitter, Charles Michel, gevraagd het onderhandelingsproces verder te leiden teneinde in 2020 een akkoord te bereiken. De ER stemde in met de conclusies hierover.

Externe relaties

Uitvoering van de Minsk-akkoorden/verlenging Rusland sancties

De Franse president Macron en de Duitse bondskanselier Merkel koppelden kort terug van de Normandië topontmoeting tussen Frankrijk, Duitsland, Oekraïne en Rusland die maandag 9 december plaatsvond.

De ER stemde vervolgens in met een technische roll-over van de economische en financiële sancties tegen Rusland tot en met 31 juli 2020.

EU–AU

De ER riep de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger op om voor de ER van juni 2020 een strategische discussie voor te bereiden over de relatie met Afrika, mede in het licht van de volgende top tussen de Afrikaanse Unie en de EU. Deze discussie zal tijdens de ER van juni 2020 plaatsvinden.

WTO-geschillenbeslechtingmechanisme

De ER sprak zorgen uit over de impasse rond het geschillenbeslechtingsmechanisme van de WTO (World Trade Organization) en steunt de inzet van de Europese Commissie. Ook sprak de ER steun uit voor de inspanningen van de Commissie om tot interim-akkoorden met derde landen te komen terwijl doorgewerkt wordt aan het vinden van een permanente oplossing.

Albanië

De Europese Raad stond kort stil bij de aardbeving in Albanië en sprak solidariteit uit. De Europese Commissie zal humanitaire hulp blijven bieden en een donorconferentie organiseren.

Eurotop

Op vrijdag 13 december vond een Eurotop plaats, waarbij de resultaten van de Eurogroep in inclusieve samenstelling van 4 en 5 december 2019 centraal stonden.

De Eurotop heeft de voortgang verwelkomd op het gebied van versterking van de Economische en Monetaire Unie. De Eurotop riep de Eurogroep op het werk aan het pakket ESM hervormingen en documenten, waarover een principeakkoord is bereikt, af te ronden en verder te werken aan de versterking van de Bankenunie. Ten aanzien van het begrotingsinstrument voor convergentie en concurrentievermogen voor eurolanden (BICC) heeft de Eurotop de Eurogroep verzocht om te rapporteren over de geschikte financieringsopties voor het instrument. Deze oproep sluit aan bij de afspraak van de Eurogroep van oktober jl. waarbij de Eurowerkgroep werd verzocht te kijken naar noodzaak, inhoud, modaliteiten en de omvang van een intergouvernementeel akkoord (IGA). Nederland houdt vast aan financiering van het instrument onder het MFK.

In de marge van de Eurotop sprak de Minister-President met de voorzitter van de Europese Centrale Bank, Christine Lagarde. Hij heeft, in lijn met de motie Omtzigt/Bruins van 15 oktober jl., gewezen op de effecten van de lage rente op onder meer de Nederlandse pensioenfondsen en de spaartegoeden.

ER Artikel 50

De ER in Artikel 50-samenstelling (ER Artikel 50) stond stil bij de stand van zaken met betrekking tot de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de uitkomst van de Britse verkiezingen. De ER Artikel 50 riep op tot tijdige ratificatie van het terugtrekkingsakkoord en blikte vooruit op de na de terugtrekking van het VK op te starten onderhandelingen over de toekomstige relatie tussen de EU en het VK en de voorbereidingen daarop. De ER Artikel 50 verwelkomde het besluit van de Europese Commissie om Michel Barnier te benoemen tot hoofonderhandelaar voor de toekomstige relatie met het VK. In de conclusies is vastgelegd dat de lidstaten net zo nauw zullen worden betrokken bij de onderhandelingen over de toekomstige relatie als het geval is geweest bij de onderhandelingen over het terugtrekkingsakkoord op basis van Artikel 50 VEU.

Toezeggingen ER-debat 10 december

Malta

In lijn met motie Verhoeven/Omtzigt over de rechtsstaat in Malta (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1497 d.d. 10 december 2019) heeft de Minister-President gesproken met zijn Maltese evenknie, Joseph Muscat, over de situatie omtrent de rechtsstaat in Malta. De Minister-President heeft de zorgen van het kabinet en het parlement overgebracht. De Maltese Minister-President gaf aan dat stappen zijn gezet in het moordonderzoek en dat Malta is begonnen met het uitvoeren van de aanbevelingen van de Raad van Europa. De Maltese Minister-President verzekerde dat er een strikte scheiding is tussen zijn kantoor en het strafproces.

In reactie op het idee een publieke verklaring uit te brengen, gaven de gelijkgezinde landen aan nu eerst de in gang gezette processen van de Commissie en de Raad van Europa hun werk te willen laten doen.

Eerste Appreciatie Green Deal

Zoals toegezegd aan het lid Omtzigt is in dit verslag tevens een eerste appreciatie opgenomen van de Green Deal.

Op 11 december hebben Commissievoorzitter Von der Leyen en Uitvoerend Vicevoorzitter Timmermans een mededeling over de Green Deal gepresenteerd. Met de Green Deal zet de Commissie in op een groeistrategie die de EU moet transformeren in een klimaatneutrale en circulaire unie, waarmee Europa concurrerend blijft. De mededeling is opgezet als een routekaart waarin de belangrijkste beleidsvoorstellen en maatregelen om dit doel te realiseren, worden aangekondigd.

De Commissie geeft met deze mededeling haar visie op de initiatieven die zij de komende jaren zal nemen. Daaruit blijkt dat alle sectoren een rol zullen gaan spelen in de transitie naar een klimaatneutraal en circulair Europa.

Het kabinet verwelkomt deze brede en ambitieuze aanpak die goed aansluit bij de inzet van het kabinet voor toekomstig EU-beleid zoals omschreven in de Staat van de Unie 2019. Het kabinet heeft zich hier de afgelopen maanden voor ingezet in Brussel. De Green Deal lijkt op hoofdlijnen goed aan te sluiten bij het nationale klimaatakkoord, bij de inzet van het kabinet voor een circulaire economie, het beschermen van lucht- en waterkwaliteit, de ingezette transitie naar kringlooplandbouw en het versterken van biodiversiteit. Het is belangrijk dat Nederland deze grote uitdagingen samen met de lidstaten van de Europese Unie het hoofd biedt. Alleen door samen te werken, kan Europa hierop effectief reageren en op het wereldtoneel een leidende rol spelen. De Green Deal zorgt daarbij voor een gelijker speelveld in de EU, hetgeen goed is voor het concurrentievermogen.

Het kabinet verwelkomt het voorstel van de Commissie om in de zomer van 2020 een voorstel te doen voor het ophogen van het EU reductiedoel voor 2030 naar 50 tot 55% broeikasgasreductie, ten opzichte van 1990. Zoals bekend streeft het kabinet naar 55% reductie in 2030. Het kabinet zal er op blijven aandringen de discussie over het 2030-doel tijdig te starten zodat deze voorafgaand aan de COP26 in Glasgow kan worden afgerond. De EU dient, in lijn met de Overeenkomst van Parijs, bij de COP26 een nieuw Nationally Determined Contribution (NDC) in te leveren. Op basis van het klimaatneutraliteitsdoel voor 2050 en het 2030-reductiedoel zal de Commissie in 2021 met voorstellen komen om de instrumenten aan te scherpen, zoals het Europese emissie handelssysteem (ETS), wetgeving voor de niet-ETS sectoren en bronbeleid.

De transitie vereist dat er publieke en private middelen worden gemobiliseerd. Het kabinet steunt de inzet van de Commissie om de EU-begroting te vergroenen. Het kabinet zal het aangekondigde Sustainable Europe Investment Plan grondig bekijken. Besluitvorming over financiering van deze transitie zal moeten plaatsvinden in het kader van de MFK-onderhandelingen. Dit betekent voor het kabinet dat ten minste 25% van MFK-budget voor de periode 2021–2027 aan klimaat gerelateerde uitgaven moet worden besteed en dat het gehele budget in lijn moet zijn met de Overeenkomst van Parijs. Daarnaast zal de Commissie een Just Transition Mechanism (JTM) voorstellen dat steun biedt aan de regio’s die het hardst worden geraakt door de transitie. Ook de Europese Investeringsbank heeft haar klimaatambitie verhoogd. Twee belangrijke onderdelen hiervan zijn het ondersteunen van investeringen ter waarde van 1000 miljard euro van 2021 tot 2030 en het vergroten van het aandeel investeringen in klimaatactie van ongeveer 30% nu naar 50% in 2025.

Deze algemene eerste appreciatie laat onverlet dat het kabinet de voorstellen van de Commissie grondig zal beoordelen, onder andere op basis van subsidiariteit en proportionaliteit (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1504 d.d. 10 december 2019), en ook op onderlinge samenhang, uitvoerbaarheid en budgettaire gevolgen. Het kabinet zal middels het BNC-fiche een nadere beoordeling geven van de mededeling. Hetzelfde geldt voor de nog uit te komen voorstellen die in de mededeling worden aangekondigd.