Invulling diverse moties en toezeggingen gedaan tijdens het Algemeen Overleg Mijnbouw/Groningen van 27 november 2019
Gaswinning
Brief regering
Nummer: 2019D52442, datum: 2019-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33529-706).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 33529 -706 Gaswinning.
Onderdeel van zaak 2019Z25486:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-01-15 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-21 16:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-02-06 10:00: Mijnbouw/Groningen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-03-04 14:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
33 529 Gaswinning
Nr. 706 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over het proces oude schades, doelgroepenbeleid, proces NAM op afstand, sensorennetwerk van NAM en de nieuwbouwregeling. Hiermee geef ik invulling aan enkele toezeggingen die ik heb gedaan tijdens het Algemeen Overleg Mijnbouw/Groningen van 27 november jl. en aan diverse moties.
Schade
Oude schades
Eind januari 2018 hebben de Groningse bestuurders overeenstemming bereikt met het kabinet over een nieuw Protocol Mijnbouwschade Groningen. Er resteerden nog 6.199 openstaande schademeldingen onder het «oude» protocol van vóór 31 maart 2017. De NAM heeft aan deze openstaande oude schademeldingen is door NAM voor 1 juli 2018 een aanbod gedaan. Een groot deel (83%) van de bewoners heeft zonder tussenkomst van de Arbiter Bodembeweging of de burgerlijke rechter het aanbod van NAM in 2018 geaccepteerd. In recent onderzoek van uw Kamer (Kamerstuk 33 529, nr. 694) geeft een deel van deze bewoners aan dat het door NAM betaalde bedrag niet toereikend is gebleken voor het kunnen herstellen van de schade. Aan de groep bewoners die het aanbod van NAM heeft geaccepteerd, wordt de mogelijkheid geboden aan te tonen dat zij met het door NAM betaalde bedrag de schade niet hebben kunnen laten herstellen. Vanaf 6 januari 2020 kunnen deze bewoners een verzoek indienen bij de provincie Groningen. De door de bewoners aangeleverde informatie zal door de provincie ter beoordeling worden voorgelegd aan NAM. Wanneer een tekort kan worden aangetoond, zal NAM het tekort aan de bewoner vergoeden. Indien NAM aangeeft het verzoek af te wijzen of gedeeltelijk in te willigen, zal het verzoek door een onafhankelijk externe kostendeskundige worden beoordeeld. Dit bespreekt de provincie met NAM. NAM neemt de uitkomst van de externe onafhankelijke kostendeskundige in beginsel over. De Provincie zal alle betreffende bewoners die een verzoek hebben ingediend, informeren over de uitkomst. De commissaris van de Koning en ik blijven dus nauw betrokken bij dit proces. Hiermee geef ik invulling aan de gewijzigde motie van het lid Beckerman (Kamerstuk 35 300 XIII, nr. 89).
Afhandeling resterende oude schadegevallen
We naderen de voltooiing van de afhandeling van de oude schades. Van de oorspronkelijke 6.199 meldingen hebben 2.962 bewoners de stap naar de arbiter gezet. Op dit moment (d.d. 2 december 2019) moet er nog in 100 van deze zaken uitspraak worden gedaan door de arbiter. Het merendeel van deze zaken wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2020 afgerond. Een gedegen behandeling van deze laatste zaken met oog voor de wensen van de bewoner weegt zwaarder dan de datum van afronding, temeer omdat de laatste zaken niet de makkelijkste zijn. De zaken die nu nog niet zijn afgerond, zijn veelal complex.
Dit zijn ook zaken waarbij de provincie en de gemeenten – en waar nodig de Commissie Bijzondere Situaties – meewerken aan (maatwerk)oplossingen. De wens van de bewoner is in dit alles leidend.
De verwachting is dat op 1 januari nog ongeveer 100 zaken van de oorspronkelijke oude zaken open zullen staan. 25 van deze zaken betreffen rechtszaken, de overige zaken betreffen de afwikkeling van de zaken bij de arbiter. De commissaris van de Koning en ik blijven de afhandeling van resterende oude schadegevallen nauwgezet volgen.
Doelgroepenbeleid
Tijdens het AO Mijnbouw van 27 november heb ik aan het lid Mulder toegezegd uw Kamer te informeren over de stand van zaken van het doelgroepenbeleid. Om de behandeling van schade bij doelgroepen te verbeteren en te versnellen zet TCMG gespecialiseerde onafhankelijke deskundigen in voor de beoordeling van fysieke schade inclusief eventuele materiële gevolgschade bij erfgoedpanden, agrarische bedrijven en andere bedrijven met bedrijfsschade. Op 2 december had TCMG 2.977 van dit soort schademeldingen in behandeling en 1.345 afgehandeld. Op de website van de TCMG1 is de status van deze dossiers als totaal en per gemeente zichtbaar.1 Het eerder tussen NCG en TCMG afgesloten samenwerkingsconvenant ziet ook op de samenwerking bij de samenloop van schade en versterken bij doelgroepen als mkb en agrarische bedrijven. Op 26 september heb ik uw Kamer geïnformeerd (Kamerstuk 33 259, nr. 689) over het proces voor een geïntegreerde aanpak voor mkb bij het IMG.
Agrarische Tafel
Zoals ik uw Kamer in mei heb laten weten (Kamerstuk 33 529 nr. 610) en heb herbevestigd in het AO 27 november, zou ik u op de hoogte houden van de ontwikkelingen op het gebied van de afspraken die ik heb gemaakt met de Agrarische Tafel. Met de motie van de leden Stoffer en Nijboer (Kamerstuk 33 259, nr. 574) heeft uw Kamer verzocht de aanbevelingen van de Agrarische Tafel en de openliggende onderzoeksvragen zo veel mogelijk over te nemen. Het aanvullende onderzoek naar bodemdaling en bodemdrainage start na invulling van de details door de Agrarische tafel. De uitkomst van het onderzoek wordt met de Kamer gedeeld. De voorzitter van de Agrarische Tafel heeft aangegeven dat in de laatste vergadering van de Tafel van 2019 (11 december jl.) de stand van zaken van de aanbevelingen van december 2018 is vastgesteld.
De wijzigingen van het concept-document worden op dit moment verwerkt. Dit voortgangsdocument zal ik na ontvangst, in lijn met de toezegging van lid Mulder tijdens het AO Mijnbouw/Groningen op 27 november jl., met uw Kamer delen. De Minister van BZK, LNV en ik zullen, vanuit onze verantwoordelijkheden voor de agrarische sector en de gevolgen van de gaswinning, de ontwikkelingen binnen de agrarische sector in Groningen blijven volgen en ons inzetten om knelpunten weg te nemen.
Transitie NAM op afstand
Het kabinet, de regio, NAM en aandeelhouders van NAM werken gezamenlijk hard aan het zo veel als mogelijk op afstand zetten van NAM van de schadeafhandeling, de versterkingsoperatie en andere zaken die NAM doet naar aanleiding van de gevolgen van de aardbevingen (Kamerstuk 33 529, nr. 593).
Sinds het Besluit mijnbouwschade Groningen heeft NAM geen inhoudelijke betrokkenheid meer bij de afhandeling van verzoeken voor de vergoeding van meldingen van fysieke schade die zijn gedaan na 31 maart 2017 12:00 uur. De inhoudelijke betrokkenheid van NAM bij de versterkingsoperatie is mei dit jaar beëindigd door de directe aansturing van CVW door NCG. Daarnaast zijn de Bestuursakkoorden waar NAM een rol speelde geëindigd, is de inhoudelijke betrokkenheid van NAM bij de leefbaarheidsregelingen van NCG afgerond, opereert het Woonbedrijf zelfstandig en wordt de oorspronkelijke NAM waardevermeerderingsregeling een EZK-subsidieregeling, uitgevoerd door Samenwerkingsverband Noord-Nederland.
Een belangrijke volgende stap is de wetgeving die bij uw Kamer in behandeling is («Tijdelijke wet Groningen» t.b.v. schadeafhandeling) of binnenkort aan de Raad van State ter advisering wordt aangeboden (aanvulling op de Tijdelijke wet Groningen t.b.v. versterking). Echter, ook na inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor de Tijdelijke Wet Groningen blijft een verzoek tot schadevergoeding aan NAM of een procedure bij de burgerlijk rechter mogelijk.
Hierna volgt een overzicht van onderwerpen waar op afstand plaatsen van NAM per 1 januari is voorzien en van onderwerpen waar betrokkenheid van NAM nog door loopt tot in 2020.
Trajecten met overdracht per 1 januari
Per 1 januari 2020 wordt de overdracht van het overgrote deel van CVW-contracten en NAM-overeenkomsten naar de overheid gerealiseerd. Het gaat daarbij om contracten van het CVW met aannemers en ingenieursbureaus en om overeenkomsten die NAM heeft afgesloten met eigenaren waarvan het gebouw of woning versterkt wordt. Daarnaast is de doelstelling om relevante versterkingen schadedata van NAM en CVW aan de overheid over te dragen.
Vooruitblik 2020
Bij een aantal aspecten is de NAM op dit moment nog betrokken, maar wordt gewerkt aan het verder op afstand plaatsen. Dit is onder andere het geval bij onderstaande onderwerpen.
Regio, Rijk en de betrokken bedrijven zijn in overleg om NAM bij de versterking van de industrie op afstand te plaatsen. NAM heeft op dit moment nog een rol bij het versterken van industrie. De regionale overheden hebben mij gevraagd deze betrokkenheid van NAM niet stop te zetten tot een volwaardig publiek alternatief beschikbaar is. Dit alternatief wordt op dit moment in overleg met de regio en bedrijven uitgewerkt. Ik verwacht de betrokkenheid van NAM bij industrie uiterlijk Q2 2020 te kunnen beëindigen.
De Commissie Bijzondere Situaties (CBS) vervult een belangrijke en unieke rol om bewoners die klem komen te zitten te helpen. Op dit moment opereert de CBS al op afstand van NAM, CBS moet deze werkwijze kunnen behouden. Ik werk er dan ook aan om het CBS verder op afstand van NAM en overheid te plaatsen.
Na inwerkingtreding van de Tijdelijk wet Groningen kunnen bewoners ook bij het IMG terecht voor alle vormen van schade, waaronder waardedaling en immateriële schade. IMG stelt hiervoor een werkwijze op. Het advies waardedaling dat op 16 oktober naar uw Kamer is gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 695) is ter beschikking gesteld aan de kwartiermaker van het IMG.
Het traject om de HRA-publiek te maken is in volle gang, ik ben met verschillende partijen hierover in gesprek. Dit traject is ingewikkeld en vergt veel tijd.
Bij de Nieuwbouwregeling blijft NAM tot 1 juli 2020 betrokken. Het traject om NAM ook op afstand te plaatsen staat hieronder verder beschreven.
Ook als NAM op afstand staat, blijft NAM alle kosten waar zij voor aansprakelijk is (schade) en die nodig zijn voor de veiligheid (versterking) betalen.
Nieuwbouwregeling
Ik heb u tijdens het AO Mijnbouw/Groningen van 4 juni jl. gemeld dat ik werk aan een uitvoering van de nieuwbouwregeling voor aardbevingsbestendige nieuwbouw door de overheid, maar dat een publiekrechtelijke regeling mogelijk op gespannen voet staat met staatssteunregels. Ik ben in gesprek met de Europese Commissie om voldoende zekerheid te krijgen dat de publiekrechtelijke regeling aan de staatssteunregels voldoet.
Totdat de publiekrechtelijke nieuwbouwregeling in werking is getreden kunnen particulieren en organisaties zich via de NCG wenden tot de private nieuwbouwregeling van de NAM.2 NAM is tegemoet gekomen aan mijn verzoek om de looptijd van de regeling te verlengen met terugwerkende kracht vanaf juli dit jaar tot juli 2020. Hiermee is voorkomen dat de nieuwbouwregeling, conform de oorspronkelijke afspraak, per 30 juni 2019 zou aflopen. Daarmee geef ik
uitvoering aan de motie van het lid Van der Lee c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 622).
Ik realiseer mij dat een tijdelijke verlenging van de privaatrechtelijke regeling en het ontbreken van uitsluitsel over een publiekrechtelijke regeling tot onzekerheid leidt in de regio, bij ondernemers, bestuurders en particulieren.
Deze onzekerheid heeft mijn aandacht. Ik wil deze dan ook zo snel mogelijk wegnemen. Ik onderhoud nauw contact met de regio over de ontwikkelingen en streef ernaar zo spoedig mogelijk duidelijkheid te bieden over een publiekrechtelijke nieuwbouwregeling.
Meetnetwerken
NAM sensorennetwerk
In 2014 is NAM begonnen met een sensorennetwerk voor gebouwen met als doel inzicht te krijgen in schade als gevolg van aardbevingen. De sensoren hangen zowel in publieke als private gebouwen als in huizen. TNO beheert dit sensorennetwerk. Recentelijk heeft NAM mij te kennen gegeven het voornemen te hebben om te stoppen met het sensorennetwerk. De reden hiervoor is dat het netwerk geen nieuwe inzichten meer oplevert. Nadat NAM mij over dit voornemen heeft geïnformeerd, heb ik SodM om een standpunt gevraagd. SodM geeft aan dat NAM geen wettelijke verplichting heeft om het sensorennetwerk te behouden. Daarnaast stelt SodM dat het, vanuit het oogpunt van toezicht, een zeer beperkte toegevoegde waarde heeft omdat SodM gebruikt maakt van de metingen met het KNMI netwerk. Ook wetenschappelijk gezien heeft het netwerk volgens SodM slechts een zeer beperkte toegevoegde waarde. Ik heb NAM over het standpunt van SodM geïnformeerd. NAM heeft dit standpunt meegenomen in hun overwegingen en in de communicatie naar de betrokken deelnemers, waarin zij aangeven definitief te stoppen met het netwerk.
De sensoren blijven tot 31 december nog wel meten en gegevens opslaan, voor het geval een andere partij het netwerk over wil nemen. Daarover lopen nog gesprekken. De data zijn na het offline halen echter niet meer door deelnemers of NAM uit te lezen. NAM neemt met de deelnemers contact op om af te spreken wat er met de sensoren in het gebouw of hun huis gebeurt.
Ik hecht eraan te benadrukken dat dit sensorennetwerk los staat van de monitoring van aardbevingen en de bijbehorende grondbewegingen waartoe NAM verplicht is en dat met het meetnet van het KNMI wordt uitgevoerd. Dat blijft door gaan.
Tiltmeters
De proef met tiltsensoren door NCG gaat gewoon door. Deze proef ondervindt geen nadeel van het stoppen met het TNO-meetnetwerk, omdat de pilot tiltsensoren niet gerelateerd is aan het sensorennetwerk van NAM. NCG heeft dit met de onafhankelijke technische commissie besproken, die voor deze pilot in het leven is geroepen. De pilot maakt verder geen gebruik van gegevens NAM-sensorennetwerk.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes