[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsreactie op het rapport van de Adviescommissie Bescherming Cultuurgoederen

Nieuwe visie cultuurbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D52522, datum: 2019-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32820-332).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32820 -332 Nieuwe visie cultuurbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z25524:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

32 820 Nieuwe visie cultuurbeleid

Nr. 332 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 december 2019

Iedereen moet kunnen genieten van ons prachtige, interessante en belangrijke Nederlands erfgoed, niet alleen de huidige maar ook de toekomstige generaties. Wat tot dat erfgoed behoort of moet behoren, verandert continu. Wat we 100 jaar geleden een alledaags gebruiksvoorwerp vonden, beschouwen we vandaag misschien als een bijzonder object. En wat we 30 jaar geleden een minder goed gelukt design vonden, vinden we vandaag misschien juist een belangrijke representant van de nieuwe tijd. De Collectie Nederland is dan ook nooit af. Het is in mijn optiek daarom noodzakelijk dat wat we voor Nederland bewaren met de tijd meegaat. Ik wil voorkomen dat cruciale elementen hiervan naar het buitenland verdwijnen. Hiervoor is het beschermen van cultureel erfgoed, ook in particulier bezit, van het grootste belang. Het terughoudend aanwijzingsbeleid wat betreft beschermde cultuurgoederen van mijn voorgangers schiet hierin tekort. Met deze brief kies ik voor een andere koers.

Dit is de reden dat ik op 19 februari 2019 de Raad voor Cultuur heb gevraagd om te adviseren over de vraag of de huidige wettelijke regelingen en de daarop gebaseerde beleidsregels adequaat zijn om belangwekkend erfgoed in particulier bezit voor Nederland te kunnen behouden.1

De heer A. Pechtold heeft de door de Raad voor Cultuur geïnstalleerde onafhankelijke Adviescommissie Bescherming Cultuurgoederen voorgezeten (hierna: commissie-Pechtold). Op 30 september 2019 ontving ik het advies Van terughoudend naar betrokken. Hoe cultuurgoederen en verzamelingen onder de Erfgoedwet adequaat te beschermen. De commissie heeft advies gegeven over de bescherming van cultuurgoederen in particulier bezit in het kader van de Erfgoedwet. De aanbevelingen hebben betrekking op wetgeving, beleid en uitvoering. In totaal doet de commissie een tiental aanbevelingen met als doel beleid te ontwikkelen, vanuit een visie op de bescherming van belangwekkende cultuurgoederen. Ik ben de commissie dankbaar voor de manier waarop zij voortvarend en met een grote betrokkenheid voor het cultureel erfgoed aan de slag is gegaan. Dit waardevolle advies biedt een scala aan handvatten om de door mij gewenste nieuwe koers in te slaan.

Deze beleidsreactie start met mijn visie op het belang van de Collectie Nederland. Daarna ga ik in op de aanbevelingen van het advies van de commissie-Pechtold en de acties die ik ga ondernemen. Ik hanteer voor de aanbevelingen de volgende thema’s:

De dynamische Collectie Nederland;

Particulier cultuurbezit;

Behoud voor de Collectie Nederland;

De Collectie Nederland en de evaluatie van de Erfgoedwet.

Belang van de Collectie Nederland

Mijn uitgangspunt is dat het publiek van vandaag én de toekomstige generaties toegang heeft en blijft houden tot het totaal van de Collectie Nederland. Deze collectie laat namelijk zien waar we vandaan komen, wat ons heden is en hoe we ons ontwikkelen. Ze vormt een belangrijke bron van het verhaal over de geschiedenis van Nederland: het maakt het verleden zichtbaar en versterkt zo ons cultureel en historisch besef. We voelen ons door ons cultureel erfgoed verbonden met elkaar en met het verleden. Kunstwerken en historische voorwerpen bieden ankerpunten om het heden te begrijpen en om over de toekomst na te denken. Bovendien bieden ze ook een belangrijke inspiratiebron voor vernieuwing in vormgeving en wetenschappelijk onderzoek.2 Bovenal is contact met erfgoed een belevenis, moment van bezinning of inspiratie voor iedereen.

Ik versta onder de Collectie Nederland:

«het totaal van de publiek toegankelijke geregistreerde collecties èn de niet-toegankelijke, particuliere, collecties waarvoor de overheid verantwoordelijkheid heeft genomen.»3

Binnen de Collectie Nederland valt ook de Rijkscollectie. Het behoud, het beheer en de toegankelijkheid van deze Rijkscollectie is onder meer wettelijk geregeld via de Regeling beheer rijkscollectie en subsidiëring museale instellingen.4 Daarnaast zet ik mij in het kader van de Collectie Nederland in voor cultuurgoederen in particulier bezit die vanwege hun bijzondere culturele betekenis aangewezen zijn als beschermd cultuurgoed om zo voor Nederland behouden te blijven (de toegankelijke en niet-toegankelijke particuliere collecties, waarvoor de overheid verantwoordelijk heeft genomen). Deze aangewezen cultuurgoederen zijn vastgelegd in het Register beschermde cultuurgoederen en beschermde verzamelingen conform art. 3.11 Erfgoedwet. Indien een werk uit het register wordt aangekocht door de Staat, vervalt de aanwijzing en maakt het voortaan deel uit van de Rijkscollectie.

Zicht op de Collectie Nederland als geheel is nodig voor mijn visie op de Rijkscollectie en de beschermde cultuurgoederen in particulier bezit in het register. Slechts met een beeld van het geheel, kan er geoordeeld worden over de samenstelling van het te beschermen particuliere deel. Musea zijn dagelijks bezig met de samenstelling van hun collectie. Ook het verleden laat zien dat vorming van de Collectie Nederland niet stilstond. Uiteenlopende collecties van oude meesters tot moderne kunst, van archeologie tot mobiel erfgoed en design zijn via aankoop in beheer van musea terecht gekomen. Deze Collectie Nederland is voortdurend verrijkt met aanwinsten. Rembrandts portretten van Marten en Oopjen zijn inmiddels niet meer weg te denken uit het museale landschap. Maar ik denk ook aan de Tyrannosaurus Rex, het oude zwaard van Ommerschans, de prachtige Bruiloft van Cupido en Psyche van Joachim Wtewael, het poëziealbum met een versje van Anne Frank, of de moderne sculpturen van Roni Horn die onlangs door musea zijn aangekocht. Nieuwe verwervingen bieden de gelegenheid om nieuwe verhalen te vertellen of vertrouwde werken in een nieuwe context te presenteren.

De Collectie Nederland is in de loop van de tijd ook verrijkt dankzij vele schenkingen van particulieren. Zij hebben vele objecten en verzamelingen toevertrouwd aan de Collectie Nederland om het behoud ervan te garanderen en ze toegankelijk te maken voor toekomstige generaties. Pieter Teyler, Hélène Kröller-Müller, Frans Boijmans en Daniël George van Beuningen zijn slechts enkele bekende verzamelaars die hun kostbare verzamelingen hebben toegevoegd aan de Collectie Nederland. Het Amerikaanse echtpaar Anna en William Singer bouwde een museum om hun collectie te tonen aan het publiek. Dit museum kent inmiddels op haar beurt een traditie in het tonen van kunstcollecties uit particulier bezit. Het inspireerde recent het echtpaar Blokker om hun waardevolle verzameling te schenken aan dit museum en een verbouwing ervan mogelijk te maken.

De Collectie Nederland biedt zo een rijk en dynamisch geheel van verschillende soorten collecties. Veel verzamelaars zijn bereid om hun werken uit te lenen aan musea voor tentoonstellingen om ze zo toegankelijk te maken voor een groot publiek. Zo heeft de familie van Vincent van Gogh hun hele collectie werken in een stichting ondergebracht en aan het Van Goghmuseum ter beschikking gesteld. In de laatste jaren is het museumveld zelfs uitgebreid met compleet nieuwe particuliere musea zoals Museum More en Museum Voorlinden. De Collectie Nederland is in belangrijke mate de verdienste van de vele particulieren die deze in de loop van eeuwen bijeen hebben gebracht.

Veel bijzondere cultuurgoederen in bezit van particulieren kennen we echter niet. Ze worden bijvoorbeeld nooit tentoongesteld en zijn niet aangewezen als beschermd cultuurgoed. Toch worden we nog regelmatig verrast door opmerkelijke culturele vondsten. Kunstveilingen in binnen- en buitenland bieden een voortdurend vernieuwend aanbod van bijzondere en veelal onbekende werken. Ook het bekende televisieprogramma Tussen Kunst en Kitsch maakt al 35 jaar objecten uit particulier bezit zichtbaar voor vele kijkers.

Afgezien van de dynamiek door de uitbreiding van de Collectie Nederland, zie ik ook dynamiek in betekenissen en verhalen. Zo kocht het Scheepvaartmuseum een Chinees famille noire beeld uit circa 1720. Alleen al dit beeld brengt meerdere verhalen bijeen: over mondialisering en maritieme handel; over modeverschijnselen; en over vooroordelen en slavernij. De collecties met een koloniale context die soms al decennialang deel uitmaken van onze musea bekijken we tegenwoordig met andere ogen en aandacht voor andere verhalen.5

De dynamische Collectie Nederland

De Commissie deelt de insteek dat de vorming en de betekenis van de Collectie Nederland nooit heeft stil gestaan. De eerste drie aanbevelingen uit het advies van de commissie-Pechtold, gaan hier op in.

Aanbevelingen uit het advies van de commissie-Pechtold:

Ontwikkel een visie op de dynamische Collectie Nederland.

Benoem mede daartoe opnieuw een onafhankelijke, vaste deskundigencommissie met de taak het cultuurgoed in Nederland verder te inventariseren en te actualiseren, hierover aan de Minister te adviseren en hierover met het bredere netwerk van particulieren te communiceren.

Stel nieuwe beleidsregels op in samenspraak met bovengenoemde deskundigencommissie die leiden tot meer rechtszekerheid voor betrokkenen en een minder terughoudend aanwijzingsbeleid.

Een duidelijke en overkoepelende visie op de samenstelling en de ontwikkeling van de Collectie Nederland ontbreekt. Daarom pleit de adviescommissie voor een onafhankelijke en deskundige commissie die een visie moet ontwikkelen over de dynamische Collectie Nederland. Ik ben me ervan bewust dat het overzicht van de Collectie Nederland noodzakelijk is voor het maken van keuzes. Wat willen we in Nederland hebben, wat hoeven we niet (meer) te houden en wat ontbreekt? Ik hecht daarbij aan een heldere visie op de bescherming van cultuurgoederen en een actueel register op basis van de criteria in de Erfgoedwet. Dit register beschouw ik als een belangrijke aanvulling op de collecties die al in publiek bezit zijn en/of in beheer bij musea.

In geval van bescherming van particulier cultuurbezit hecht ik aan de balans tussen enerzijds het publieke belang van behoud van cultuurbezit voor Nederland en anderzijds het belang van de individuele particuliere eigenaar. Dat is een precaire balans. Ik heb oog voor de inbreuk op het eigendomsrecht die een aanwijzing tot beschermd cultuurgoed met zich mee brengt. Daarom ga ik selectief om met aanwijzingen. Essentieel daarbij zijn transparante en zorgvuldige procedures voor de beoordeling van particuliere cultuurgoederen, gebaseerd op deskundigheid en onafhankelijkheid.

Daarom volg ik de eerste drie aanbevelingen op en zet ik deze om in acties. Ik betrek hierbij ook de aanbevelingen voor de nieuwe beleidsregels onder aanbeveling drie.

Acties

Ik zal conform het advies de Raad voor Cultuur vragen om een vaste, onafhankelijke commissie in te stellen, die een visie ontwikkelt op de samenstelling van de beschermde cultuurgoederen in particulier bezit in het licht van de Collectie Nederland. Wat zijn hierin de hiaten, en wat kan er eventueel van de lijst verdwijnen? Om hier een goed beeld van te kunnen krijgen, zal deze commissie moeten bestaan uit gezaghebbende personen vanuit onder andere de kunsthandel en musea, met een goede band met particuliere verzamelaars. Deze commissie vraag ik, naar aanleiding van het advies van de commissie-Pechtold, ook om een duiding van de verschillen tussen de eigenaren van «particulier bezit».

Vervolgens vraag ik advies aan deze commissie over de inzet van het instrumentarium dat ik reeds tot mijn beschikking heb voor het uitvoeren van deze visie. Ik vraag hierbij aandacht voor het geheel van thans beschermde cultuurgoederen en hoe dit actueel gemaakt en gehouden kan worden. Tevens vraag ik de Raad te bezien hoe de samenhang is tussen de verwante commissies die zich bezig houden met het verwerven en vervreemden van cultuurgoederen (zoals Adviescommissie beoordeling aangeboden cultuurbezit uit nalatenschappen en de Toetsingscommissie Beschermwaardigheid). Hoe kan de samenhang worden versterkt, ook in de wijze van beoordeling? Hierna vraag ik deze commissie te adviseren over bescherming bij specifieke casuïstiek.

Vooruitlopend op het instellen van deze adviescommissie hanteer ik ook niet langer de huidige beleidsregel waarop het terughoudende aanwijzingsbeleid geënt is: Aanwijzing beschermde cultuurgoederen (13 augustus 2016, nr. 895120). Hiermee creëer ik direct ruimte voor een betrokken invulling van mijn verantwoordelijkheid.

Tot de implementatie van het nieuwe beleid en tot de installatie van de vaste commissie zal ik mij van geval tot geval laten adviseren door een onafhankelijke en deskundige ad-hoc commissie over eventuele aanwijzing van beschermde cultuurgoederen. Ik kan ook onafhankelijk advies inwinnen bij het verstrekken van uitvoervergunningen door de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. Dit kan ervoor zorgen dat het verstrekken van een uitvoervergunning langer in beslag neemt dan men tot nu toe gewend was.

Particulier cultuurbezit

Er is veel waardevol cultuurbezit in eigendom van particulieren. Soms is het al decennialang familiebezit, soms is het recent door de verzamelaar verworven op een veiling in binnen- of buitenland, soms onderdeel van een bedrijfscollectie of ondergebracht in een stichting tot instandhouding. Particulieren lopen vaak vooruit op het verzamelbeleid van musea en hebben altijd een grote bijdrage geleverd aan het behouden van cultuurgoederen voor Nederland.

Aanbevelingen uit het advies van de commissie-Pechtold:

Bied de particuliere eigenaar van een aangewezen cultuurgoed of verzameling een passende tegenprestatie (op maat), bijvoorbeeld van fiscale aard.

Ik vind het belangrijk om particulieren ook in de toekomst te ondersteunen en te waarderen voor hun inzet. Hiervoor bestaat reeds een onderhoudsregeling bij het Mondriaan Fonds voor beschermde cultuurgoederen die opgenomen zijn in het register. In dit kader is ook de Kwijtscheldingsregeling (Successiewet) een belangrijke mogelijkheid voor particulieren om onder fiscaal aantrekkelijke voorwaarden bijzondere werken over te dragen aan de Rijkscollectie. De Geefwet biedt soortgelijke mogelijkheden om bijzondere werken over te dragen aan overheden of ANBI’s. Kennis en expertise over behoud, beheer en herkomstonderzoek ondersteun ik via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Deze kennis en expertise is zowel toegankelijk voor culturele instellingen als voor particuliere eigenaren.

Ik onderken de belangrijke rol die particulieren vervullen, en ga verkennen op welke wijze ik hen een passende tegenprestatie kan bieden.

Acties

Ik ga in gesprek met particuliere eigenaren om mijn waardering te uiten voor het particulier cultuurbezit. Hierbij ben ik benieuwd welke behoeften er bestaan bij particulieren, welke belemmeringen zij ervaren en wat ik hierin zou kunnen betekenen.

Afhankelijk van het bovenstaande wil ik verkennen hoe ik het particulier cultuurbezit kan ondersteunen. Ik denk daarbij zowel aan het faciliteren van particulieren op het terrein van kennis over hun cultuurgoederen, onderhoud en restauratie, als aan regelingen voor het beheer en het verzekeren van cultuurgoederen.

Behoud voor de Collectie Nederland

Een blik op de herkomstgeschiedenis van kunstwerken in musea leert hoezeer deze werken vaak een lange en internationale voorgeschiedenis hebben gehad. De Collectie Nederland is tot stand gekomen dankzij de internationale uitwisseling van cultuurgoederen door de eeuwen heen. Onderstaande aanbevelingen hebben betrekking op de inzet en de communicatie met betrekking tot het behouden van bijzondere cultuurgoederen voor Nederland.

Aanbevelingen uit het advies van de commissie-Pechtold:

Vergroot de kenbaarheid over de regelingen uit de Erfgoedwet en het nieuw op te stellen beleid door middel van aangescherpte, duidelijke voorlichting.

Neem in de wet een bekendmakingsregeling op om betrokkenen op de hoogte te stellen wanneer belangwekkende cultuurgoederen uit Nederland dreigen te verdwijnen, en verleng de termijn waarop potentiële kopers zich kunnen melden bij de Minister. Dit vergroot hun mogelijkheden om middelen te verwerven voor aankoop, en dus om belangrijk werk voor Nederland te behouden.

Ontwikkel een model of protocol om de (internationale) marktwaarde van een cultuurgoed of verzameling te bepalen bij een aanbod tot koop door de Staat.

Waarborg, liefst bij wet, dat er altijd voldoende overheidsmiddelen aanwezig zijn in het Nationaal Aankoopfonds, voor eventuele aankoop van (beschermde) cultuurgoederen en verzamelingen die uit Nederland dreigen te verdwijnen.

Het aanbod van cultuurgoederen op de internationale kunsthandel en de veiling bieden in deze context zowel kansen als bedreigingen. Er zijn kansen om bijzondere werken voor Nederland te verwerven. Vanuit hun taak en netwerk hebben musea een belangrijke rol in het onderhouden van de contacten met particuliere verzamelaars met het oog op het verwerven voor de Collectie Nederland. De praktijk leert dat de meeste musea goed zicht hebben op de objecten die zij graag aan hun collecties zouden willen toevoegen. Ik ondersteun daarom musea via het Mondriaan Fonds of het Museaal Aankoopfonds om uitzonderlijke aankopen ook in de toekomst mogelijk te maken. Ik heb reeds in mijn cultuurbrief Cultuur in een open samenleving gemeld het Museaal Aankoopfonds weer aan te vullen tot in totaal € 50 miljoen om bijzondere aankopen voor de Collectie Nederland mogelijk te blijven maken.6

Cultuurgoederen die in het buitenland terecht zijn gekomen, blijven ook van belang voor Nederland als ambassadeurs voor Nederlandse kunst in het buitenland. Ik denk bijvoorbeeld aan de royale schenking van oude meesters door het Nederlands-Amerikaans echtpaar Eijk en Rose-Marie de Mol van Otterloo aan het Museum of Fine Arts in Boston. Af en toe worden werken uit Nederlandse collecties op de internationale markt gebracht waarbij het wenselijk is om te bezien of, en zo ja op welke wijze, én tegen welke prijs, een werk voor Nederland kan worden behouden. Binnen de Europese Unie geldt een vrij verkeer van goederen dat ook van belang is voor de internationale kunsthandel. Keerzijde van dit vrije verkeer van goederen is dat er weinig zicht is op wat de grenzen passeert naar andere lidstaten. De ambitie om bijzondere cultuurgoederen voor Nederland te behouden betekent uiteraard niet dat de grenzen moeten worden gesloten of particulieren niet langer hun werk zouden mogen verkopen. Verkoop is het goed recht van iedere particuliere eigenaar, verzamelaar of handelaar. Ik maak daarbij geen onderscheid tussen particuliere eigenaren, of dit nu een groot bedrijf is, een kerkelijke stichting of de Koninklijke familie7. Dit betekent wel dat ik hecht aan een zorgvuldige en voorspelbare procedure met beperkte administratieve lasten voor particulieren, de kunsthandel en de overheid. In gesprek met particulieren wil ik verkennen wat een overzichtelijke procedure is om objecten te beoordelen en, indien nodig, van een internationaal erkende taxatie te voorzien en de benodigde middelen te verzamelen in geval van aankoop.

Ik neem de aanbeveling over om duidelijke voorlichting te geven over huidige en toekomstige regelingen met betrekking tot de Erfgoedwet. Ik hecht ook aan vermindering van administratieve lasten, en zie daarom af van het instellen van een nieuwe bekendmakingsregeling van belangwekkende cultuurgoederen die uit Nederland dreigen te verdwijnen. Ik zie meer perspectief in het verlengen van de termijnen waarbinnen cultuurgoederen aangewezen en aangekocht kunnen worden, en zal in het kader van de evaluatie van de Erfgoedwet moeten verkennen wat hierin haalbaar is. Conform de aanbeveling zal ik op basis van artikel 4.14 Erfgoedwet, het model uitwerken om de marktwaarde te bepalen van cultuurgoederen in geval van een voornemen tot aankoop door de Staat. Het wettelijk verankeren van voldoende middelen binnen het Nationaal Aankoopfonds, acht ik op dit moment niet opportuun en laat ik over aan een volgend kabinet.

Acties

Omdat ik de particuliere eigenaren helderheid wil verschaffen over de mogelijkheden bij en consequenties van een betere bescherming, zal ik de communicatie omtrent regelgeving en beleid verhelderen.

In het kader van de evaluatie van de Erfgoedwet zal ik verkennen in hoeverre de termijnen waarbinnen potentiële kopers zich kunnen melden, kunnen worden verlengd.

Ik neem het initiatief om een model te ontwikkelen om de internationaal erkende marktwaarden te bepalen in geval van aankoop.

Ik wil samen met musea, het RKD, particuliere verzamelaars, de kunsthandel en het veilingwezen verkennen op welke wijze beschikbare relevante informatie beter kan worden benut voor potentiële kopers en voor het beschermen en/of verwerven van werken voor de Collectie Nederland. Hierbij wil ik inzetten op een meer gecoördineerd optreden van musea bij aankopen. Ik denk hierbij ook aan het stimuleren van gezamenlijke aankopen door musea, zoals recent het Drents Museum en het Van Gogh Museum een schilderij van Van Gogh aankochten.

Om de beschikbare financiële middelen bij de overheid en particulieren optimaal te benutten, wil ik andere mogelijkheden van verwerving verkennen zoals het gedeeld eigenaarschap van cultuurgoederen. Dat is niet alleen financieel noodzakelijk, maar ook maatschappelijk wenselijk met het oog op het draagvlak voor de Collectie Nederland.

De Collectie Nederland en de evaluatie van de Erfgoedwet

Ik stelde mijn adviesvraag aan de Raad voor Cultuur met het oog op de evaluatie van de Erfgoedwet, die sinds 1 juli 2016 van kracht is.

Aanbevelingen uit het advies van de commissie-Pechtold:

Voeg aan het College van Rijksadviseurs opnieuw een Rijksadviseur roerend erfgoed toe.

Er moet een jaarlijkse informatieplicht aan de Tweede Kamer komen over de toepassing van de regelingen uit de Erfgoedwet, door middel van een jaarverslag.

De commissie heeft met haar advies een belangrijke bijdrage geleverd aan deze evaluatie van de Erfgoedwet. Volgens de adviescommissie is de wettelijke bescherming van cultuurgoederen op papier goed geregeld, maar is er vooral in de uitvoering ruimte voor verbetering. Daarnaast zal ik in breder perspectief de informatievoorziening over de uitvoering van de Erfgoedwet tegen het licht houden.

Acties

Ik neem de aanbeveling een Rijksadviseur voor roerend erfgoed in overweging. Ik zal dit bezien in de context van het College van Rijksadviseurs en de rol van de Raad voor Cultuur, waarbij ik oog heb voor het belang van een boegbeeld voor de sector. Ik kom hierop terug bij de evaluatie van de Erfgoedwet.

Ik zal de informatievoorziening aan het parlement verbeteren en denk daarbij aan de Erfgoedmonitor, de Erfgoedbalans, de (thema)rapporten van de Inspectie-OE, en de jaarverslaglegging van de Inspectie met betrekking tot de beschermde cultuurgoederen en uitvoervergunningen.

Tot slot

Het advies Van terughoudend naar betrokken. Hoe cultuurgoederen en verzamelingen onder de Erfgoedwet adequaat te beschermen beschouw ik als de evaluatie van een onderdeel van de Erfgoedwet. Het advies geeft handvatten om ervoor te zorgen dat belangrijke cultuurgoederen in privaat bezit adequaat beschermd worden. Zo pleit de commissie voor een betrokken aanwijzingsbeleid op basis van een duidelijke visie op de dynamische Collectie Nederland. Ik ben ervan overtuigd dat de genoemde acties dit mogelijk kunnen maken. In het voorjaar van 2020 zal ik de Raad voor Cultuur een adviesaanvraag sturen met betrekking tot deze visie. Op basis van haar advies en de aanvullende acties in het kader van de evaluatie van de Erfgoedwet, is mijn streven het nieuwe beleid ter bescherming van cultuurgoederen in particulier bezit in 2021 te implementeren. Tot die tijd neem ik zelf het voortouw door de terughoudende beleidslijn in te trekken en mij van onafhankelijk advies te voorzien. Zo kan ik beoordelen welke bescherming wenselijk is om bijzondere cultuurgoederen voor de Collectie Nederland te verwerven en te behouden voor toekomstige generaties.

Tot slot wil ik markeren dat ik met deze brief de koers verleg van een terughoudend naar een betrokken aanwijzingsbeleid. Ik ben de commissie-Pechtold dankbaar voor de duidelijke en bruikbare adviezen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Kamerstuk 32 820, nr. 283.↩︎

  2. Kamerstuk 34 109, nr. 3.↩︎

  3. Kamerstuk 32 820, nr. 77. Opgemerkt wordt dat de beschermde cultuurgoederen in particulier bezit in sommige gevallen wél toegankelijk zijn.↩︎

  4. Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 5 januari 2016, nr. WJZ/717829 (10 547).↩︎

  5. Om hier aandacht voor te vragen heb ik recent de Commissie Nationaal kader koloniale collecties ingesteld. Zie: Kamerstuk 32 820, nr. 319.↩︎

  6. Kamerstuk 32 820, nr. 221.↩︎

  7. Ik verwijs in dit verband naar de aangehouden motie van Lid Özütok (Kamerstuk 35 300-I, nr. 6).↩︎