Particulier gebruik azijn tegen onkruid en groene aanslag
Gewasbeschermingsbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D52782, datum: 2019-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27858-503).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27858 -503 Gewasbeschermingsbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z25693:
- Indiener: S. van Veldhoven-van der Meer, minister voor Milieu en Wonen
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-01-14 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-22 11:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-11-02 14:00: Gewasbeschermingsmiddelen (Algemeen overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-11-05 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
27 858 Gewasbeschermingsbeleid
Nr. 503 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MILIEU EN WONEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Particulieren gebruiken azijn tegen onkruid en/of groene aanslag1. In het AO Gewasbeschermingsmiddelen van 6 juni 2019 heb ik uw Kamer toegezegd om de risico’s van het gebruik van azijn als bestrijdingsmiddel tegen onkruid (gewasbeschermingsmiddel) en groene aanslag (biocide) te vergelijken met de daarvoor toegelaten middelen. Bijgevoegd treft u het briefrapport aan van het RIVM2.
Het onderzoek geeft een indicatie van risico’s die samenhangen met het niet-toegestane gebruik van azijn, maar is geen alternatief voor een beoordeling door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Uitgangspunt is en blijft dat een dergelijk middel alleen mag worden toegepast indien het Ctgb het als zodanig heeft toegelaten tot de Nederlandse markt.
Het RIVM concludeert, samengevat, dat de toepassing van azijn als bestrijdingsmiddel tegen onkruid en groene aanslag risico’s kan opleveren voor het milieu en de toepasser. De risico’s zijn afhankelijk van de concentratie azijnzuur en de wijze van toepassing. De getoetste hoge concentraties worden niet regulier aangeboden in de supermarkt.
Beleidsreactie
Verantwoord bestrijden van onkruid en groene aanslag begint met het inzetten van preventieve maatregelen en niet-chemische maatregelen en methoden. Die zijn in veel gevallen afdoende. Als dan toch chemische middelen toegepast worden, is het van belang dat alleen toegelaten middelen gebruikt worden en de gebruiksvoorschriften nauwkeurig worden opgevolgd. Er zijn toegelaten azijnzuurhoudende middelen op de markt die in dat geval verantwoord gebruikt kunnen worden als gewasbeschermingsmiddel.
Het is lastig om oneigenlijk gebruik van azijn bij particulieren thuis te controleren, maar ik wil wel dat het voor consumenten zo makkelijk mogelijk is om verstandige keuzes te maken, zodat zijzelf en hun omgeving zo min mogelijk risico’s lopen. Daarin heeft, naast de particulier zelf, zowel de overheid als het bedrijfsleven een rol. Daartoe worden particulieren door zowel overheid als de sector geïnformeerd over het verantwoord bestrijden van onkruid en groene aanslag. Ik zet daarom mijn aanpak voort, zoals ik u die eerder heb toegezonden3, waaronder de acties uit de Green Deal Particulier Gebruik en informatieverschaffing via Milieu Centraal.
Het is daarnaast belangrijk dat azijn aan particulieren wordt aangeboden en verkocht voor de juiste doeleinden. Ik zal hier bij de brancheorganisaties nogmaals op aandringen. De NVWA ziet toe op de verkoop van bestrijdingsmiddelen aan particulieren, zowel in de winkels als via het internet. Voor 2020 zijn extra middelen beschikbaar gesteld om dit toezicht te intensiveren.
De Minister voor Milieu en Wonen,
S. van Veldhoven-van der Meer