Reactie op het verzoek van het lid Kuiken, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 17 december 2019, over het bericht ‘IND wees ultiem verzoek asielzoeker Bahrein af’
Terugkeerbeleid
Brief regering
Nummer: 2019D52883, datum: 2019-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29344-139).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 29344 -139 Terugkeerbeleid.
Onderdeel van zaak 2019Z25735:
- Indiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2019-12-19 15:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-22 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2020-01-23 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
29 344 Terugkeerbeleid
Nr. 139 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Bij de regeling van werkzaamheden van 17 december jl. heeft mw. Kuiken naar aanleiding van het bericht »IND wees ultiem verzoek asielzoeker Bahrein af»1 het verzoek gedaan om het rapport van de Inspectie JenV over deze zaak openbaar te maken (Handelingen II 2019/20, nr. 37, Regeling van Werkzaamheden). Ook is gesproken over een technische briefing door de Inspectie over het rapport.
De Inspectie heeft mij op 22 november jl. het rapport over het proces en de informatiepositie van de IND inzake de uitzetting van de asielzoeker uit Bahrein aangeboden. Dit rapport is een feitelijke weergave van het procesverloop en bevat geen aanbevelingen. De Inspectie heeft mij in overweging gegeven
terughoudendheid te betrachten ten aanzien van de openbaarmaking van het rapport, bijvoorbeeld door het slechts vertrouwelijk ter inzage aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Ik heb het advies van de Inspectie gevolgd en het volledige rapport vertrouwelijk ter inzage bij uw Kamer gelegd (Kamerstuk 29 344, nr. 138). Abusievelijk is de bijlage van de Inspectie met de zienswijzen niet meegestuurd; deze wordt nu alsnog vertrouwelijk ter inzage aangeboden tezamen met de aanbiedingsbrief van de Inspectie aan mij zodat u kennis kunt nemen van de gronden en overwegingen van de Inspectie om niet tot openbaarmaking over te gaan2.
Graag bevestig ik ten slotte de mogelijkheid van een technische briefing door de Inspectie over het rapport.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol