Nader gewijzigde motie van de leden Stoffer en Von Martels over aanpassing van de Europese certificatieregels (t.v.v. 35300-XV-88)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020
Motie (gewijzigd/nader)
Nummer: 2019D53075, datum: 2019-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35300-XV-89).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Stoffer, Tweede Kamerlid (SGP)
- Mede ondertekenaar: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35300 XV-89 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020.
Onderdeel van zaak 2019Z25831:
- Indiener: C. Stoffer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M.R.H.M. von Martels, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2019-12-19 14:45: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen van 17 en 18 december) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2020
Nr. 89 NADER GEWIJZIGDE MOTIE VAN DE LEDEN STOFFER EN VON MARTELS TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 74
Voorgesteld 19 december 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat aantoonbaar veilige, innovatieve methoden voor sanering van asbest ondanks aangenomen moties nog steeds niet zijn toegelaten;
constaterende, dat steeds opnieuw onderzoek gevraagd wordt, terwijl onderzoek van het onafhankelijke TNO op basis van meetgegevens de veiligheid van sommige methoden al heeft bevestigd;
overwegende, dat volgens de Europese regels de certificerende instellingen geaccrediteerd moeten worden door de Raad van Accreditatie en zij vervolgens – na aanwijzing door de Staatssecretaris – verantwoordelijk zijn voor het certificeren van bedrijven en personen, dat de certificerende instellingen gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het schemabeheer, waarvoor zij een schemabeheerder aan stellen, en dat de Raad van Accreditatie verantwoordelijk is voor toetsing van de certificatieschema’s en de staatsecretaris vervolgens beoordeelt of deze certificatieschema’s wettelijk opgelegd kunnen worden;
constaterende, dat in het huidige stelsel SZW met Ascert een convenant heeft voor het schemabeheer door Ascert en dat dit niet meer voor de hand ligt in het nieuwe systeem omdat de certificerende instellingen daarin zelf besluiten welke organisatie zij voor het gezamenlijke schemabeheer willen gebruiken;
overwegende, dat het risicoclassificatiesysteem SMA-rt een belangrijke rol speelt voor de op de werkvloer te hanteren voorschriften, terwijl de juridische positie onduidelijk is;
verzoekt de regering, het convenant dat met Ascert in 2012 is afgesloten te ontbinden en de Arbeidsomstandighedenregeling, inclusief artikel 4.27, zo spoedig mogelijk zo aan te passen dat voor het toezicht relevante normen integraal opgenomen worden in de Arbeidsomstandighedenregeling en dat de gezamenlijke certificerende instellingen en hun schemabeheerder verantwoordelijk worden voor het vaststellen van de certificatieschema’s en de onderliggende protocollen, mits deze getoetst zijn door de Raad voor Accreditatie, en vervolgens door de Staatssecretaris geschikt worden bevonden als wettelijk verbindende eisen;
verzoekt de regering,ten het aanzien van het beheer van risicoclassificatiesysteem SMA-rt bij het afsluiten van een convenant met Ascert ervoor te zorgen dat deze alleen de taak krijgt om in opdracht van de overheid het SMART-systeem te beheren en zij dus geen enkele inhoudelijke invloed hebben of innovatieve werkwijzen wel of niet doorgevoerd kunnen worden, en eveneens een convenant te sluiten met TNO over inhoudelijke advisering voor invulling van SMA-rt,
en gaat over tot de orde van de dag.
Stoffer
Von Martels