Reactie op verzoek commissie over toezending van de nota’s naar aanleiding van het verslag inzake de Rijkswet nationaliteit zeeschepen en de Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen
Regels omtrent de verkrijging en het verlies van de nationaliteit van zeeschepen (Rijkswet nationaliteit zeeschepen)
Brief regering
Nummer: 2019D53134, datum: 2019-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33134-14).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 33134 (R1972)-14 Regels omtrent de verkrijging en het verlies van de nationaliteit van zeeschepen (Rijkswet nationaliteit zeeschepen).
Onderdeel van zaak 2019Z25878:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-22 10:15: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-01-28 15:35: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-02-05 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
33 134 Regels omtrent de verkrijging en het verlies van de nationaliteit van zeeschepen (Rijkswet nationaliteit zeeschepen)
34 836 Intrekking van vijf wetten en aanpassing van diverse wetten in verband met de Rijkswet nationaliteit zeeschepen, alsmede goedkeuring van de Regeling vergoeding schade door olieverontreiniging BES (Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen)
Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 december 2019
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft tijdens de procedurevergadering van 4 december 2019 gesproken over de Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Kamerstuk 33 134 (R1972)) en de Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen (Kamerstuk 34 836). De commissie heeft mij daarop verzocht de nota’s naar aanleiding van het verslag aan de Kamer te doen toekomen. Ik kan u hierover het volgende mededelen.
Drie stukken, te weten de nota naar aanleiding van het nader verslag en de tweede nota van wijziging bij de Rnz, en de nota naar aanleiding van het verslag bij de Aanpassingswet Rnz, dienen ten behoeve van het voortzetten van de parlementaire behandeling van het voorstel tot rijkswet en de Aanpassingswet gezamenlijk aan de Kamer te worden verzonden.
De vragen in het nader verslag zien onder meer op de wijze waarop het toezicht op schepen wordt ingevuld en op de imperatieve en facultatieve doorhalingsgronden, waarbij er al dan niet een afwegingsmarge is. De Koninkrijksregering vindt het van groot belang dat de vragen van de commissie zo zorgvuldig en volledig mogelijk beantwoord worden en dat, mede gelet op de complexiteit van de materie, de verschillende sectorpartijen worden geconsulteerd. Met name de ontkoppeling van de privaatrechtelijke teboekstelling en publiekrechtelijke vlagregistratie teneinde het tijdelijk exploiteren van een schip onder een andere vlag (zogenaamde bareboat-out) mogelijk te maken en de eventuele gevolgen hiervan verdienen bijzondere aandacht. Hierover worden gesprekken gevoerd met de relevante brancheverenigingen, die meer tijd vergen dan verwacht.
Eveneens wordt een tweede nota van wijziging van het wetsvoorstel Rijkswet nationaliteit zeeschepen voorbereid als gevolg van de vragen van de Kamercommissie en de afstemming van de beantwoording daarvan met diverse partijen.
Na afronding van de afstemming van de nota naar aanleiding van het nader verslag en de tweede nota van wijziging bij de Rijkswet, zullen deze tezamen met de nota naar aanleiding van het verslag bij de Aanpassingswet Rijkswet nationaliteit zeeschepen aan de Tweede Kamer worden toegezonden. Ik streef ernaar om deze stukken in het eerste kwartaal van 2020 aan uw Kamer toe te zenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga