[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsreactie op de gang van zaken bij het onderzoek naar corruptie bij Douane ‘Als de prooi de jager pakt’ (Kamerstuk 31934-26)

Douane

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D53684, datum: 2019-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D53684).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z22622:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D53684 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 20 december 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over de, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en op verzoek van de commissie toegezonden, kabinetsreactie op de gang van zaken bij het onderzoek naar corruptie bij Douane «Als de prooi de jager pakt» (Kamerstuk 31 934, nr. 26).

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse maar ook zorgen de kabinetsreactie gelezen over de gang van zaken onderzoeken naar corruptie bij de Douane en hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister nogmaals om het conceptrapport «als de prooi de jager pakt» en het onderzoeksresultaat naar de Kamer te sturen.

De leden van de VVD-fractie vragen waarom de Commissie Kennis en Onderzoek (CKO) de opdracht heeft gegeven onderzoek te doen naar de Douane. Vanuit welke onderzoeksvraag of op basis van welke informatie is besloten tot het houden van een extern onderzoek? Waarom is er gekozen voor juist deze onderzoekers en wie heeft de onderzoeksopzet bepaald?

De leden van de VVD-fractie lezen dat het onderzoek is uitgebreid in januari 2017. Waarom is het onderzoek uitgebreid? Wat wordt er bedoeld met «Toezicht, Handhaving, Opsporing en Regelgeving (THOR)1-ontwikkelingen»? Kan de Minister een uitputtende lijst geven van de verschillende THOR-organisaties?

Wanneer is het onderzoek afgerond? Wanneer is specifiek door de onderzoekers besloten het rapport en de onderzoeksresultaten niet naar buiten te brengen?

De leden van de VVD-fractie vragen om het volledige citaat met de specifieke reden om het onderzoeksrapport niet te publiceren. De leden van de VVD-fractie vinden de reden waarom het niet gelukt is duidelijke onderzoeksresultaten te vinden abstract. Kan worden toegelicht waarom het onderzoek niet tot een valide resultaat heeft geleid? Lag dit aan de onderzoeksopzet of aan onvolkomenheden waar de onderzoekers geen invloed op hadden? De leden van de VVD-fractie vragen om een toelichting wat betreft het onvoldoende beschikbaar zijn van het aantal bronnen en registraties, waarbij juist door de grote tijdspanne te verwachten is dat er een grote hoeveelheid aan data beschikbaar zou moeten zijn.

De leden van de VVD-fractie vragen een toelichting op waarom de «THOR-organisaties» in Rotterdam niet wilde meewerken aan het onderzoek? Waarom wilde deze THOR-organisaties niet meewerken? Zou een onderzoek in opdracht van een onafhankelijk adviesorgaan van het Ministerie van Justitie en Veiligheid niet al voldoende moeten zijn voor volledige openheid? Welke rol hebben de verschillende ministeries hierin gespeeld? Hebben de onderzoekers bij de verantwoordelijke ministeries aangegeven dat de THOR-organisaties formeel of feitelijk geen medewerking hebben willen verlenen aan het onderzoek? Zo ja, wat is verder met deze melding gedaan?

De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet om een stand van zaken met betrekking tot het rapport over de Douane door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Zijn de in dat rapport beschreven bevindingen actueel? Is er nog steeds een significante toename in het aantal integriteitsschendingen en in de zwaarte daarvan?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister welke maatregelen er genomen gaan worden om in de toekomst te voorkomen dat er door miscommunicatie of verzuim informatie van een overheidsdienst niet bij onafhankelijke onderzoekers terecht komt.

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister of kan worden gesteld dat het onderzoek in opdracht van (CKO) is mislukt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

De leden van de VVD-fractie vragen de Minister naar een juiste onderzoeksvorm om de complexe THOR-organisaties met de kwetsbaarheden in organisatie en samenwerkingsverbanden wel te kunnen doorgronden.

De leden van de VVD-fractie vragen op welke manier de dienst bezig is om mogelijke corruptie bij de Douane te onderzoeken. Wat is er nodig om mogelijke corruptie wel op een wetenschappelijke manier te onderzoeken?

De leden van de VVD-fractie lezen in het rapport «Drugscriminaliteit in de Rotterdamse haven: aard en aanpak van het fenomeen» (uit Kamerstuk 29 911, nr. 249) dat er een zestal aanbevelingen gedaan worden en dat deze worden omgezet in concrete acties. Op welke manier is ook de Belastingdienst/Douane betrokken bij het concretiseren van de aanbevelingen, wanneer ligt er een concreet plan van aanpak en zijn de aanbevelingen ook nuttig voor andere havens? Kan de Minister een beleidsreactie geven op het rapport «Drugscriminaliteit in de Rotterdamse haven: aard en aanpak van het fenomeen» geven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie merken op dat de Douane in Rotterdam een zeer belangrijke organisatie is. Met de enorme handelsstromen in Nederland en met name in Rotterdam en de georganiseerde misdaad en ondermijning als forse problemen in Nederland, is het terecht dat er grondig gekeken wordt hoe kwetsbaar de douane organisatie is.

De leden van de CDA-fractie hebben dan ook met grote zorg kennis genomen van de verklaring van professor Fijnaut die over het onderzoek «Als de prooi de jager pakt», waarvan hij de begeleidingscommissie voorzit stelt:

«... We weten dat het bij de douane niet altijd fris is, maar ook bij private organisaties zijn problemen. Dat weten we., maar hoe groot is dit probleem nou echt?»

De onderzoekers hebben tal van aanwijzingen en signalen gevonden, geven ze aan in hun verklaring.

Er was een tussenrapport en uiteindelijk een eindrapport. We hebben samen gezeten en onszelf de vraag gesteld: kunnen we dit publiceerbaar maken? Want al die aanwijzingen kunnen we niet wetenschappelijk maken. Onze conclusie was: nee, we kunnen het niet doen.

De THOR organisaties besloten niet meer mee te werken. Wat bizar was: de signalen werden steeds meer, de medewerking van die organisaties werd steeds minder.

Onlangs reageerde de Minister op het stopzetten van het onderzoek. Hij zei, ik moet me er niet mee bemoeien., er zijn genoeg van dit soort onderzoeken. DAT IS NIET JUIST> Hardcases van non-integriteit zin er niet. Het blijft bij een aantal zaken die al bekend zijn. Maar ga je als onderzoekers een groef dieper kijken, dan is het een heel ander geval.

Alleen een parlementaire enquête kan erachter komen hoe groot dit probleem is ...»

De leden van de CDA-fractie vragen de Minister:

– Hoeveel geld is er tot nu toe betaald om dit onderzoek uit te voeren (door de Commissie Kennis en Onderzoek van de Politieonderwijsraad)?

– Wie heeft kopieën van het tussenrapport en het (derde concept-) eindrapport? Kan de Minister precies aangeven wie die twee rapporten hebben of hebben gehad bij de overheid? (denk aan Belastingdienst, Douane, ministerie, OM)

– Heeft de Minister het tussenrapport en het eindrapport gelezen?

– Geeft het eindrapport aanleiding om nadere actie te ondernemen?

– Kan de Minister volledige verklaring die de onderzoekers gegeven hebben voor het stopzetten van het onderzoek aan de Kamer doen toekomen?

Deze leden zouden ook graag beide rapporten vertrouwelijk willen inzien. De reden is duidelijk. Als professor Fijnaut pleit voor een parlementaire enquête, dan is dat een zeer serieus signaal. Maar om dat signaal op waarde te schatten is natuurlijk meer nodig dan een verklaring van een halve pagina. Daarom verzoeken wij de Minister een methode te vinden waardoor de Kamer kennis kan nemen van de inhoud van beide rapporten.

De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat los van de inzage en actie van bewindspersonen en van Kamerleden er ook binnen de Douane een persoon is die het tussenrapport en het concept eindrapport dient te lezen. Dat is namelijk de integriteitscoördinator. Is hij op de hoogte gesteld van het tussenrapport en het concepteindrapport en heeft hij het kunnen lezen? Zo nee, wil de Minister daar onmiddellijk voor zorgen? En kan de Minister de datum geven waarop deze functionaris elk van de rapporten gekregen heeft.

Hebben het OM, de rijksrecherche en/of de integriteitscoördinator actie ondernomen naar aanleiding van het rapport.

Nu er enige onduidelijkheid is rondom de kwetsbaarheid voor corruptie van de Douane, verzoeken de leden van de CDA-fractie de Minister inzage te geven in welke problemen zij zelf ziet en welke maatregelen zij genomen heeft.

In het debat hebben de leden van de CDA fractie gevraagd om de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van douaniers net zo te behandelen als de VOG van taxichauffeurs en medewerkers in de kinderopvang. Daarop hebben zij nog geen reactie gehad. Kan de Minister die alsnog geven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de beantwoording van de vragen aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Financiën over corruptie douaniers en de Kabinetsreactie gang van zaken onderzoeken naar corruptie bij de Douane. Deze leden hebben een aantal vragen.

De leden van de D66-fractie vragen of het kabinet bij de Commissie Kennis en Onderzoek van de Politieonderwijsraad op enige wijze heeft aangegeven dat er behoefte bestaat tot het delen en/of verstrekken van het concept-rapport. De leden van de D66-fractie begrijpen dat niets zich ertegen verzet dat de onderzoekers hun bevindingen openbaar maken. Is dat juist?

De leden van de D66-fractie lezen dat de onderzoekers noemen dat een aantal THOR-organisaties in de Rotterdamse haven formeel of feitelijk geen medewerking heeft willen verlenen aan het onderzoek. Deze leden vragen of de Minister kan bevestigen dat dit betekent dat het dus niet gaat om een enkele THOR-organisatie, maar om meerdere THOR-organisaties. Kan de Minister een uitputtend overzicht geven van de THOR-organisaties in de Rotterdamse haven en daarbij aangeven welke toezichthoudende, handhavende, opsporende en regelgevende organisaties, naast de Douane, formeel of feitelijk geen medewerking hebben willen verlenen? Kan de Minister per afzonderlijke THOR-organisatie die formeel of feitelijk geen medewerking hebben willen verlenen aangeven hoe en wanneer het kabinet hen daarop heeft aangesproken en welke acties het kabinet heeft genomen om te borgen dat THOR-organisaties nu wel open staan voor medewerking?

De leden van de D66-fractie vragen welke voortgang er is geboekt met de verbeterde screening sinds de brief van 22 augustus jl. Welke eerste signalen zijn zichtbaar? Dit in aanloop naar de beoordeling die in de eerste helft van 2020 zal plaatsvinden.