[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de uitkomst van het gesprek met de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) over de compensatieregeling

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Brief regering

Nummer: 2019D53718, datum: 2019-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31288-804).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31288 -804 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.

Onderdeel van zaak 2019Z26144:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Nr. 804 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2019

De commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij verzocht de Kamer te informeren over de uitkomst van het gesprek met de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) over de compensatieregeling. Dit betreft een regeling waarmee huidige en eerdere studenten worden gecompenseerd, aan wie hogere bedragen in rekening zijn gebracht dan wettelijk is toegestaan.

Zoals aangegeven in de beantwoording van Kamervragen van het lid Futselaar (SP), heeft de EUR er voor gekozen de regeling te richten op studenten die vanaf 2016–2017 een hoger tarief hebben betaald dan wettelijk is toegestaan en betaalt de EUR deze studenten de helft terug van de totale opleidingskosten.1

Met mijn oproep tot een compensatieregeling heb ik de EUR/RSM willen bewegen goed na te denken over het compenseren van (oud-)studenten. De genoemde regeling is daar de uitkomst van. Noch de inspectie noch ik gaan over de inhoud van de compensatieregeling, we kunnen daarin niets afdwingen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 3802↩︎