35218, eindtekst
Wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties)
Eindtekst
Nummer: 2019D53841, datum: 2019-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2019Z11571:
- Indiener: R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-06-11 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-06-20 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-07-09 14:00: Wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties) (35218) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-14 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2019-11-19 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-12-03 17:25: Wet elektronische publicaties (35218) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2019-12-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2019-12-12 11:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 10 december 2019 |
|
Wijziging van de Bekendmakingswet en andere wetten in verband met de elektronische publicatie van algemene bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen (Wet elektronische publicaties) | |
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET | |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regels over elektronische overheidspublicaties te concentreren in de Bekendmakingswet en uit te breiden met regels over de elektronische publicatie en ontsluiting door bestuursorganen van mededelingen en kennisgevingen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1 BEKENDMAKINGSWET
Artikel 1.1 Bekendmakingswet
De artikelen 1 tot en met 11 van de Bekendmakingswet worden vervangen door de volgende artikelen:
Artikel 1
1. De regering geeft het Staatsblad en de Staatscourant uit.
2. De uitgifte van het Staatsblad en de Staatscourant geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze.
3. De zorg voor de uitgifte van het Staatsblad berust bij Onze Minister van Justitie en Veiligheid.
4. De zorg voor de uitgifte van de Staatscourant berust bij Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 2
1. Gedeputeerde staten van de provincie geven een provinciaal blad uit.
2. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente geeft een gemeenteblad uit.
3. Het dagelijks bestuur van het waterschap geeft een waterschapsblad uit.
4. Het bestuurscollege van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, geeft een afkondigingsblad uit.
5. Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie en het gemeenschappelijk orgaan, bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, geven een publicatieblad uit.
6. De zorg voor de uitgifte van de in het eerste tot en met vijfde lid genoemde publicatiebladen berust bij onderscheidenlijk gedeputeerde staten, het college van burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur van het waterschap, het bestuurscollege van het openbaar lichaam, bedoeld in het vierde lid, en het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan, bedoeld in het vijfde lid.
7. Een bestuursorgaan dat behoort tot een van de in het eerste tot en met vijfde lid genoemde openbare lichamen dan wel tot een bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in het vijfde lid, dan wel een gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in het vijfde lid, maakt slechts gebruik van het publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe het behoort, tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald.
8. De uitgifte van de in het eerste, tweede, derde en vijfde lid genoemde publicatiebladen geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze door middel van een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in stand gehouden digitale infrastructuur.
9. Het afkondigingsblad, bedoeld in het vierde lid, kan elektronisch worden uitgegeven.
Artikel 3
1. De in artikelen 1 en 2 genoemde publicatiebladen die elektronisch worden uitgegeven, blijven na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar.
2. Voor de toegang tot deze publicatiebladen worden geen kosten in rekening gebracht.
Artikel 4
De bekendmaking van wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere koninklijke besluiten waarbij algemeen verbindende voorschriften worden vastgesteld, geschiedt door plaatsing in het Staatsblad.
Artikel 5
De bekendmaking van de volgende besluiten geschiedt door plaatsing in de Staatscourant:
a. bij ministeriële regeling vastgestelde algemeen verbindende voorschriften;
b. de overige vanwege het Rijk vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, voor zover deze niet in het Staatsblad geplaatst dienen te worden;
c. algemeen verbindende voorschriften, vastgesteld door bestuursorganen van andere openbare lichamen dan genoemd in artikel 2, eerste tot en met vijfde lid;
d. algemeen verbindende voorschriften, vastgesteld door bestuursorganen die niet behoren tot een openbaar lichaam;
e. beleidsregels, vastgesteld vanwege het Rijk of door de in de onderdelen c en d bedoelde bestuursorganen; en
f. overige besluiten, vastgesteld vanwege het Rijk of door de in onderdeel c of d bedoelde bestuursorganen, die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht.
Artikel 6
Algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en andere besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, vastgesteld door een bestuursorgaan dat behoort tot een van de in artikel 2, eerste tot en met vierde lid, genoemde openbare lichamen, of de in artikel 2, vijfde lid, genoemde openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties en gemeenschappelijke organen, worden bekendgemaakt door plaatsing in het door dat openbaar lichaam, die bedrijfsvoeringsorganisatie of dat gemeenschappelijke orgaan uitgegeven publicatieblad.
Artikel 7
1. Een wet, een algemene maatregel van bestuur of een ander in artikel 4, 5 of 6, genoemd besluit bestaat uit een tekst en kan tevens informatie bevatten die niet uit tekst bestaat.
2. In afwijking van artikel 4, artikel 5 of artikel 6, kan een wet, een algemene maatregel van bestuur of een ander in die artikelen genoemd besluit na voorafgaande instemming van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepalen dat een bij die wet, die algemene maatregel van bestuur of dat besluit behorende bijlage wegens aard of omvang wordt bekendgemaakt door middel van een in die wet, die algemene maatregel van bestuur of dat besluit aangewezen ander algemeen toegankelijk elektronisch medium dan het in die artikelen bedoelde publicatieblad.
3. In geval van een wijziging van informatie als bedoeld in het eerste lid of van een bijlage als bedoeld in het tweede lid wordt die informatie of die bijlage opnieuw vastgesteld.
Artikel 8
Een algemeen verbindend voorschrift treedt niet in werking voordat het op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Artikel 9
Een besluit tot vaststelling van het tijdstip waarop een wet, een algemene maatregel van bestuur of een anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgesteld algemeen verbindend voorschrift in werking treedt, wordt bekendgemaakt op dezelfde wijze als waarop die wet, die algemene maatregel van bestuur of dat algemeen verbindend voorschrift zelf is bekendgemaakt.
Artikel 10
1. Wetten, algemene maatregelen van bestuur en vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgestelde algemeen verbindende voorschriften treden, indien een aanduiding daaromtrent ontbreekt, in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van bekendmaking.
2. Andere algemeen verbindende voorschriften treden in werking met ingang van de achtste dag na de datum van bekendmaking, tenzij bij of krachtens de wet of in het besluit daarvoor een ander tijdstip is aangewezen.
Artikel 11
1. Indien bij of krachtens de wet is bepaald dat na de bekendmaking van een algemene maatregel van bestuur of een vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgesteld algemeen verbindend voorschrift een bepaalde periode dient te verstrijken alvorens de algemene maatregel van bestuur of het algemeen verbindende voorschrift in werking kan treden, kan in afwijking daarvan een eerder tijdstip van inwerkingtreding worden vastgesteld, indien de algemene maatregel van bestuur of het algemeen verbindende voorschrift uitsluitend strekt tot uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie.
2. Artikel 1:8, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12
1. Een bestuursorgaan dat behoort tot een van de in artikel 2, eerste, tweede, derde en vijfde lid, genoemde openbare lichamen, bedrijfsvoeringsorganisaties of gemeenschappelijke organen, doet in het door dat openbaar lichaam, die bedrijfsvoeringsorganisatie of dat gemeenschappelijke orgaan uitgegeven publicatieblad in ieder geval zijn wettelijk voorgeschreven mededelingen in de vorm van een volledige publicatie en kennisgevingen in de vorm van een zakelijke weergave van de inhoud, met vermelding van de wijze waarop en de periode waarin de stukken waar de kennisgeving betrekking op heeft voor eenieder ter inzage liggen.
2. Een bestuursorgaan dat niet behoort tot een van de in artikel 2, eerste tot en met vijfde lid, genoemde openbare lichamen doet in de Staatscourant in ieder geval zijn wettelijk voorgeschreven mededelingen in de vorm van een volledige publicatie en kennisgevingen in de vorm van een zakelijke weergave van de inhoud met vermelding van de wijze waarop en de periode waarin de stukken waar kennisgeving betrekking op heeft voor eenieder ter inzage liggen.
Artikel 13
1. De terinzagelegging waarop een mededeling of kennisgeving als bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, betrekking heeft, geschiedt zowel op elektronische wijze als op een door het bestuursorgaan aan te wijzen locatie.
2. Het bestuursorgaan houdt voor de wijze van terinzagelegging een vaste gedragslijn aan.
3. De terinzagelegging vindt niet plaats in de Staatscourant of in een in artikel 2, eerste tot en met vijfde lid, bedoeld publicatieblad.
4. Indien de terinzagelegging betrekking heeft op stukken die niet door het bestuursorgaan zijn vervaardigd, kan degene die de stukken aan het bestuursorgaan heeft overgelegd, daarbij gemotiveerd verzoeken de terinzagelegging te beperken. Het bestuursorgaan kan degene die een document heeft overgelegd verzoeken om een versie van dat document aan te leveren waaruit de gegevens die niet ter inzage worden gelegd, zijn verwijderd, indien de verwijdering redelijkerwijs niet van het bestuursorgaan kan worden gevergd. Het bestuursorgaan laat terinzagelegging achterwege voor zover artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur aan de terinzagelegging in de weg staat.
Artikel 14
Een termijn die krachtens wettelijk voorschrift aanvangt met een mededeling of een kennisgeving als bedoeld in artikel 12 of een terinzagelegging als bedoeld in artikel 13, geldt niet als aangevangen, zolang met betrekking tot die mededeling, kennisgeving of terinzagelegging de wettelijke voorschriften niet zijn nageleefd.
Artikel 14a
1. Indien in een wet of een algemene maatregel van bestuur normen van niet-publiekrechtelijke aard van toepassing worden verklaard, wordt van deze normen mededeling gedaan in de Staatscourant.
2. Indien in een ander algemeen verbindend voorschrift normen van niet-publiekrechtelijke aard van toepassing worden verklaard, wordt van deze normen mededeling gedaan in het publicatieblad waarin het algemeen verbindend voorschrift is bekendgemaakt.
3. Indien kosteloze beschikbaarheid van de in het eerste of tweede lid bedoelde normen voor alle betrokkenen voldoende verzekerd is, kan worden volstaan met mededeling van de vindplaats van de normen.
4. Indien de mededeling van de in het eerste of tweede lid bedoelde normen niet is toegestaan en de kenbaarheid niet overeenkomstig het derde lid kan worden verzekerd, verleent Onze Minister die het aangaat dan wel het bestuursorgaan, ten minste zolang de in het eerste lid bedoelde wet of algemene maatregel van bestuur of het in het tweede lid bedoelde andere algemeen verbindende voorschrift niet is ingetrokken of vervallen, eenieder op verzoek kosteloos inzage in deze normen. Bij de bekendmaking van het algemeen verbindend voorschrift wordt medegedeeld waar inzage kan worden verkregen. De artikelen 13 en 18 zijn niet van toepassing.
Artikel 15
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de bewaring van oorspronkelijke exemplaren van wetten, koninklijke besluiten en daarbij behorende stukken.
Artikel 16
1. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de plaatsing van de in de artikelen 4, 5, 6 en 12 bedoelde publicaties, waaronder de vormgeving, de structuur en de toegankelijkheid.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de uitgifte en het beschikbaar blijven van de in de artikelen 1 en 2 genoemde publicatiebladen, over de verdere inhoud van de Staatscourant en de in artikel 2 genoemde publicatiebladen en over het beschikbaar blijven van de bekendmakingen waarbij artikel 7, tweede lid, wordt toegepast.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze van terinzagelegging als bedoeld in artikel 13.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de integriteit van de in de artikelen 4, 5, 6, 7, tweede lid, en 12 bedoelde publicaties bij de voorbereiding, bij de vaststelling en bij en na publicatie wordt geborgd.
5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het in rekening brengen van publicatiekosten.
Artikel 17
1. Indien elektronische uitgifte van het Staatsblad onderscheidenlijk de Staatscourant op de krachtens artikel 3, eerste lid, bepaalde wijze geheel of gedeeltelijk onmogelijk is, voorziet Onze Minister van Justitie en Veiligheid onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een vervangende uitgave volgens bij ministeriële regeling te stellen regels.
2. Indien elektronische uitgifte van een van de in artikel 2, eerste tot en met vijfde lid, genoemde publicatiebladen op de krachtens artikel 3, eerste lid, bepaalde wijze geheel of gedeeltelijk onmogelijk is, voorziet het voor publicatie verantwoordelijke bestuursorgaan in een vervangende uitgave volgens door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te stellen regels.
3. Zodra de onmogelijkheid is opgeheven, wordt de vervangende uitgave alsnog op de krachtens artikel 3, eerste lid, bepaalde wijze ter beschikking gesteld.
Artikel 18
1. Aan eenieder wordt op verzoek kosteloos inzage verleend in of een papieren afschrift verstrekt van een in artikel 1 of 2 genoemd publicatieblad, een overeenkomstig artikel 7 bekendgemaakte bijlage of de in artikel 12 bedoelde ter inzage gelegde stukken, tenzij de aard daarvan zich daartegen verzet. Een papieren afschrift wordt verstrekt tegen ten hoogste de kosten van het maken van een zodanig afschrift.
2. Onze Minister van Justitie en Veiligheid onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst een uitgiftepunt aan waar de inzage of het afschrift van het Staatsblad en een afschrift van een overeenkomstig artikel 7 bekendgemaakte bijlage bij het Staatsblad, onderscheidenlijk de Staatscourant verkregen kan worden.
3. Het bestuursorgaan dat in de Staatscourant overeenkomstig artikel 7 een bijlage heeft bekendgemaakt of overeenkomstig artikel 12, eerste lid, kennis heeft gegeven van de terinzagelegging van stukken, verstrekt desgevraagd de in het eerste lid bedoelde inzage of afschriften van die bijlage en deze stukken.
4. Een in artikel 2, eerste tot en met vierde lid, genoemd openbaar lichaam of een in artikel 2, vijfde lid, genoemd openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan, wijst een uitgiftepunt aan waar de in het eerste lid bedoelde inzage of het afschrift verkregen kan worden.
Artikel 19
1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de in artikel 6 bedoelde bestuursorganen houden de teksten van bekendgemaakte wetten, algemene maatregelen van bestuur en anders dan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels en gemeenschappelijke regelingen in geconsolideerde vorm voor eenieder kosteloos beschikbaar door middel van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen algemeen toegankelijk elektronisch medium. Hierbij kan worden volstaan met een elektronische verwijzing naar de in artikel 7, eerste lid, bedoelde informatie of de in artikel 7, tweede lid, bedoelde bijlage.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen categorieën van wetten, algemene maatregelen van bestuur en andere in het eerste lid genoemde besluiten worden aangewezen, waarop het eerste lid niet van toepassing is.
3. Een geconsolideerde tekst van een wet, een algemene maatregel van bestuur of een ander in het eerste lid genoemd besluit die op grond van het eerste lid beschikbaar is gesteld, blijft beschikbaar indien de wet, de algemene maatregel van bestuur of het andere in het eerste lid genoemd besluit na de beschikbaarstelling is gewijzigd of ingetrokken.
4. De teksten, bedoeld in het eerste lid, worden beschikbaar gesteld door middel van een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in stand gehouden digitale infrastructuur.
5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan regels stellen over de wijze waarop de teksten, bedoeld in het eerste lid, beschikbaar worden gesteld.
Artikel 20
1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan eenieder een elektronisch bericht zenden over de bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen in de in de artikelen 1 en 2 genoemde publicatiebladen die betrekking hebben op de omgeving van het adres van inschrijving van de ontvanger in de basisregistratie personen.
2. Het bericht wordt niet verzonden als de ontvanger heeft verzocht een dergelijk bericht niet te ontvangen. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan de ontvanger die heeft verzocht een dergelijk bericht niet te ontvangen, in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen uitnodigen zich alsnog voor deze berichten aan te melden.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de wijze van verzenden van het bericht, het verzoek en de uitnodiging, bedoeld in het tweede lid, en de opslag en de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de verzending van deze berichten. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan nadere regels stellen over vanaf welke leeftijd, met welke frequentie en van welk type bestuursorganen en publicaties personen elektronische berichten krijgen toegezonden, alsmede over de grootte van de omgeving van het adres, bedoeld in het eerste lid.
4. In aanvulling op het eerste lid, kan eenieder verzoeken om een elektronisch bericht te ontvangen van bekendmakingen, mededelingen en kennisgevingen in de in de artikelen 1 en 2 genoemde publicatiebladen die betrekking hebben op een bepaalde locatie of een bepaald onderwerp.
5. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan regels stellen over de wijze waarop om een elektronisch bericht kan worden verzocht, alsmede over de categorieën onderwerpen waarvoor een dergelijk verzoek kan worden gedaan.
Artikel 21
Indien het bestuur van een waterschap niet of niet naar behoren uitvoering geeft aan deze wet, zijn de artikelen 121 tot en met 121f van de Provinciewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 22
Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 23
In afwijking van artikel 13, eerste lid, kan een bestuursorgaan de elektronische terinzagelegging achterwege laten voor zover de terinzagelegging voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 13 niet elektronisch plaatsvond.
Artikel 24
De in artikel 19, eerste lid, opgenomen verplichting om beleidsregels in geconsolideerde vorm voor eenieder kosteloos beschikbaar te houden, geldt voor de in artikel 6 bedoelde bestuursorganen voor beleidsregels die zijn bekendgemaakt voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 19 en niet na de inwerkingtreding van genoemd artikel zijn gewijzigd, vanaf een jaar na het tijdstip waarop genoemd artikel in werking is getreden.
Artikel 25
De voorafgaand aan de inwerkingtreding van de artikelen 3.1, onderdeel D, 3.2, onderdeel E, 3.3, onderdeel B, 3.4, onderdeel B, en 3.5, onderdeel C, van de Wet elektronische publicaties elektronisch uitgegeven publicatiebladen, blijven elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar.
Artikel 25a
1. Waar in een algemeen verbindend voorschrift, niet zijnde een wet, met betrekking tot de bekendmaking van een besluit de term âeen dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladâ dan wel een variant van die term wordt gebezigd, wordt in plaats van die term gelezen âhet publicatieblad, genoemd in artikel 1 of artikel 2 van de Bekendmakingswetâ.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op een algemeen verbindend voorschrift afkomstig van een bestuursorgaan van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 26
Deze wet wordt aangehaald als: Bekendmakingswet.
HOOFDSTUK 2 ALGEMENE WET BESTUURSRECHT
Artikel 2.1 Algemene wet bestuursrecht
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3:11 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Het bestuursorgaan legt het ontwerp van het te nemen besluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerp, ter inzage, met uitzondering van stukken waarvoor bij wettelijk voorschrift mededeling op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze is voorgeschreven.
2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde tot derde lid.
B
Artikel 3:12 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt âin een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âin het in artikel 12 van de Bekendmakingswet voor het bestuursorgaan aangewezen publicatieblad op de in dat artikel bepaalde wijzeâ.
b. De laatste zin vervalt.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde tot tweede lid.
3. In het tweede lid (nieuw) vervalt onderdeel a en worden de onderdelen b tot en met d geletterd a tot en met c.
C
In artikel 3:13, tweede lid, wordt âArtikel 3:12, derde lid,â vervangen door âArtikel 3:12, tweede lid,â.
D
In artikel 3:14, tweede lid, wordt âArtikel 3:11, tweede tot en met vierde lid,â vervangen door âArtikel 3:11, tweede tot en met derde lid,â.
E
In artikel 3:16, tweede lid, wordt âter inzage is gelegdâ vervangen door âter inzage is gelegd en daarvan kennis is gegevenâ.
F
In artikel 3:18, vierde lid, wordt âartikel 3:12, eerste en tweede lidâ vervangen door âartikel 3:12, eerste lidâ.
G
Artikel 3:42 komt te luiden:
Artikel 3:42
De bekendmaking van besluiten die niet tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt op de in de artikelen 5 onderscheidenlijk 6 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
H
Artikel 3:44 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden:
1. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt kennisgegeven van de terinzagelegging van het besluit en van de op de zaak betrekking hebbende stukken:
b. In onderdeel a wordt âde artikelen 3:11 en 3:12, eerste of tweede lid, en derde lid, onderdeel a,â vervangen door âde artikelen 3:11 en 3:12, eerste lid,â.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Indien bij de voorbereiding van een besluit dat niet tot een of meer belanghebbenden is gericht toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, wordt gelijktijdig met de bekendmaking van het besluit kennisgegeven van de terinzagelegging van de op de zaak betrekking hebbende stukken. Het eerste lid, onderdelen a en b, is van overeenkomstige toepassing.
3. Het derde lid (nieuw), aanhef, komt te luiden:
3. Indien bij de voorbereiding van het besluit toepassing is gegeven aan afdeling 3.4, kan het bestuursorgaan in afwijking van artikel 3:43, eerste lid:
I
In artikel 6:8, vierde lid, wordt âeen besluitâ vervangen door âeen besluit dat tot een of meer belanghebbenden is gericht enâ.
J
Artikel 8:80 komt te luiden:
Artikel 8:80
1. Indien de bestuursrechter een besluit dat niet tot een of meer belanghebbenden is gericht, geheel of gedeeltelijk vernietigt, doet het bevoegde bestuursorgaan mededeling van de uitspraak op de voor de bekendmaking van dat besluit voorgeschreven wijze.
2. Het eerste lid is eveneens van toepassing indien de bestuursrechter een ander besluit geheel of gedeeltelijk vernietigt en hij daarbij toepassing geeft aan artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b.
K
Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet
2. In de onderdelen betreffende de Ambtenarenwet, onderdelen a en b, de Archiefwet 1995, de Gemeentewet, onderdeel c, de Provinciewet, onderdeel b, de Waterwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, onderdelen c, d, e en f, de Wet gemeenschappelijke regelingen, onderdeel c, en de Wet milieubeheer, onderdeel b, wordt âbetreffende de toepassing vanâ vervangen door âindien overeenkomstige toepassing is gegeven aanâ.
L
Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 1 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
2. In artikel 1 worden in de onderdelen betreffende de Ambtenarenwet, onderdelen a en b de Archiefwet 1995, de Gemeentewet, onderdeel h, de Provinciewet, onderdeel g, de Waterwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, onderdelen b, c, d, en e, de Wet gemeenschappelijke regelingen, onderdeel e, en de Wet milieubeheer, onderdeel e, wordt âbetreffende de toepassing vanâ vervangen door âindien overeenkomstige toepassing is gegeven aanâ.
3. In artikel 2 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap
4. In artikel 2 worden in de onderdelen betreffende de Ambtenarenwet, onderdelen a en b de Archiefwet 1995, de Gemeentewet, onderdeel f, de Provinciewet, onderdeel e, de Waterwet, onderdeel a, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, onderdelen a, b, c en d, de Wet gemeenschappelijke regelingen, onderdeel e, en de Wet milieubeheer, onderdeel d, wordt âbetreffende de toepassing vanâ vervangen door âindien overeenkomstige toepassing is gegeven aanâ.
Artikel 2.2
Indien het bij koninklijke boodschap van 10 juli 2019 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht (35256) tot wet is of wordt verheven, en artikel 1, onderdeel B, van die wet in werking treedt of is getreden, vervalt in artikel 3:25, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht onderdeel i, onder verlettering van onderdeel j tot onderdeel i.
HOOFDSTUK 3 ORGANIEKE WETTEN
Artikel 3.1 Gemeentewet
De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 81i, tweede lid, vervalt âen maakt het bekend op de in artikel 139, tweede lid, bedoelde wijzeâ.
B
In de artikelen 83, derde lid, 84, vierde lid, 156, vierde lid, en 165, tweede lid, wordt âDe artikelen 139, tweede lid, 140 en 141 zijnâ vervangen door âArtikel 19 van de Bekendmakingswet isâ.
C
In artikel 124, vierde lid, eerste zin, wordt âeen dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âhet gemeentebladâ.
D
Hoofdstuk VIII, paragraaf 5, vervalt.
E
In de artikelen 155a, zevende lid, en 178, derde lid, wordt âzijn de artikelen 139, tweede lid, 140 en 141â vervangen door âis artikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
F
In artikel 203, vierde lid, wordt âbekend makenâ vervangen door âbekendmakenâ.
G
In artikel 222, tweede lid, vervalt de derde zin.
H
In artikel 234, zevende lid, eerste zin, wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ.
I
In artikel 277 wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en âopenbaar kennis gegevenâ door âkennisgegeven in het gemeentebladâ.
J
In artikel 279 wordt âhet Staatsbladâ vervangen door âde Staatscourantâ.
K
In de bijlage bij artikel 124b, eerste lid, wordt aan onderdeel A toegevoegd:
8. Bekendmakingswet.
Artikel 3.2 Provinciewet
De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 79i, tweede lid, vervalt âen maakt het bekend op de in artikel 139, tweede lid, bedoelde wijzeâ.
B
In de artikelen 81, derde lid, 82, vierde lid, 152, vierde lid, en 163, tweede lid, wordt âDe artikelen 136, tweede lid, 137 en 138 zijnâ vervangen door âArtikel 19 van de Bekendmakingswet isâ.
C
In artikel 107, vijfde lid, wordt âzijn de artikelen 136 tot en met 138â vervangen door âis artikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
D
In artikel 121, vierde lid, eerste zin, wordt âeen dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âhet provinciaal bladâ.
E
Hoofdstuk VIII, paragraaf 5, vervalt.
F
In de artikelen 151a, zevende lid, en 152, vierde lid, wordt âzijn de artikelen 136, tweede lid, 137 en 138â vervangen door âis artikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
G
In artikel 270 wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en âopenbaar kennis gegevenâ door âkennisgegeven in het provinciaal bladâ.
H
In artikel 272 wordt âhet Staatsbladâ vervangen door âde Staatscourantâ.
Artikel 3.3 Waterschapswet
De Waterschapswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 24, eerste lid, wordt âmaakt de benoeming bekend met toepassing van artikel 73, tweede lidâ vervangen door âgeeft van de benoeming kennis in het waterschapsbladâ.
B
Hoofdstuk IX, paragraaf 5, vervalt.
C
Artikel 161 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en âopenbaar kennis gegevenâ door âkennisgegeven in het waterschapsbladâ.
2. De laatste zin vervalt.
Artikel 3.4 Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
De Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 118, vierde lid, wordt âDe artikelen 129, tweede lid, 143 en 144 zijnâ vervangen door âArtikel 19 van de Bekendmakingswet isâ.
B
Hoofdstuk IV, afdeling I, paragraaf 3, vervalt.
C
In artikel 160, zevende lid, wordt âzijn de artikelen 142, tweede lid, 143 en 144â vervangen door âis artikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
D
In artikel 166, vierde lid, wordt âDe artikelen 142, tweede lid, 143 en 144 zijnâ vervangen door âArtikel 19 van de Bekendmakingswet isâ.
E
In artikel 225 wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en âopenbaar kennis gegevenâ door âkennisgegeven in het afkondigingsbladâ.
F
In artikel 227 wordt âhet Staatsbladâ vervangen door âde Staatscourantâ.
Artikel 3.5 Wet gemeenschappelijke regelingen
De Wet gemeenschappelijke regelingen wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 25, eerste lid, wordt âArtikel 22 van de Gemeentewet en de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, 32k en 32l van deze wetâ vervangen door âArtikel 22 van de Gemeentewet, de artikelen 21, 23, eerste en tweede lid, van deze wet en artikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
B
Artikel 26, eerste en tweede lid, komt te luiden:
1. Het gemeentebestuur dat daartoe bij de regeling is aangewezen onderscheidenlijk het bestuur van de gemeente van de plaats van vestiging maakt de regeling in alle deelnemende gemeenten bekend in het door dat gemeentebestuur uitgegeven gemeenteblad.
2. Het openbaar lichaam, de bedrijfsvoeringsorganisatie, het gemeenschappelijk orgaan of het gemeentebestuur, bedoeld in artikel 8, vierde lid, of bij gebreke hiervan, het gemeentebestuur, bedoeld in het eerste lid, voegt in het register, bedoeld in artikel 136, eerste lid, de gegevens toe, bedoeld in artikel 136, tweede lid.
C
De artikelen 27, 42, 53, 62a, 75 en 85 vervallen.
D
In artikel 32b, vierde lid, eerste zin, wordt âeen dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad dat in alle deelnemende gemeenten verschijnt, dan wel op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âhet publicatieblad, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Bekendmakingswetâ.
E
Hoofdstuk I, afdeling 3, paragraaf 3, hoofdstuk II, afdeling 3, paragraaf 3, hoofdstuk III, afdeling 3, paragraaf 3, hoofdstuk IV, afdeling 3, paragraaf 3, hoofdstuk V, afdeling 3, paragraaf 3, hoofdstuk VI, afdeling 3, paragraaf 3, en hoofdstuk VII, afdeling 3, paragraaf 3, vervallen.
F
In artikel 33a, derde lid, wordt âDe artikelen 32k en 32l zijnâ vervangen door âArtikel 19 van de Bekendmakingswet isâ.
G
In artikel 39a wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en âopenbaar kennis gegevenâ door âkennisgegeven in het publicatiebladâ.
H
In artikel 39d wordt âhet Staatsbladâ vervangen door âde Staatscourantâ.
I
Artikel 41, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âDe artikelen 8 tot en met 25 en 27â vervangen door âDe artikelen 8 tot en met 26â.
2. In onderdeel i wordt â23, eerste en tweede lid. 32k en 32l van deze wetâ vervangen door â23, eerste en tweede lid, van deze wetâ en vervalt â45c en 45dâ.
3. Onderdeel k komt te luiden:
k. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor âgemeentebestuurâ wordt gelezen âprovinciebestuurâ, voor âgemeenteâ wordt gelezen âprovincieâ, voor âgemeentenâ wordt gelezen âprovinciesâ en voor âgemeentebladâ wordt gelezen âprovinciaal bladâ.
J
Artikel 50a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âen 26 tot en met 29â vervangen door â, 26, 28 en 29â.
2. Onderdeel e komt te luiden:
e. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor âgemeentebestuurâ wordt gelezen âwaterschapsbestuurâ, voor âgemeenteâ wordt gelezen âwaterschapâ, voor âgemeentenâ wordt gelezen âwaterschappenâ en voor âgemeentebladâ wordt gelezen âwaterschapsbladâ.
K
Artikel 50i wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âopenbaar kennis gegevenâ vervangen door âkennisgegeven in het publicatiebladâ.
2. De laatste zin vervalt.
L
Artikel 52, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âDe artikelen 8 tot en met 25 en 27â vervangen door âDe artikelen 8 tot en met 26â.
2. In onderdeel i vervallen â32k en 32lâ en â45c en 45dâ.
3. Onderdeel k komt te luiden:
k. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor âgemeentebestuurâ wordt gelezen âprovinciebestuurâ, voor âgemeenteâ wordt gelezen âprovincieâ, voor âgemeentenâ wordt gelezen âprovinciesâ en voor âgemeentebladâ wordt gelezen âprovinciaal bladâ.
M
In artikel 62 wordt âDe artikelen 8 tot en met 25 en 27 tot en met 29â vervangen door âDe artikelen 8 tot en met 26, 28 en 29â.
N
Artikel 74, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âDe artikelen 8 tot en met 25 en 27â vervangen door âDe artikelen 8 tot en met 26â.
2. In onderdeel i vervallen â32k en 32lâ en â45c en 45dâ.
3. Onderdeel k komt te luiden:
k. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor âgemeentebestuurâ wordt gelezen âprovinciebestuurâ, voor âgemeenteâ wordt gelezen âprovincieâ, voor âgemeentenâ wordt gelezen âprovinciesâ en voor âgemeentebladâ wordt gelezen âprovinciaal bladâ.
O
Artikel 84, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âDe artikelen 8 tot en met 25 en 27â vervangen door âDe artikelen 8 tot en met 26â.
2. In onderdeel i vervallen â32k en 32lâ en â45c en 45dâ.
3. Onderdeel k komt te luiden:
k. bij de toepassing van artikel 26, eerste en tweede lid, voor âgemeentebestuurâ wordt gelezen âprovinciebestuurâ, voor âgemeenteâ wordt gelezen âprovincieâ, voor âgemeentenâ wordt gelezen âprovinciesâ en voor âgemeentebladâ wordt gelezen âprovinciaal bladâ.
P
Na het opschrift van Hoofdstuk XII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 136
1. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties houdt een openbaar elektronisch register in stand van krachtens deze wet getroffen regelingen.
2. In het register wordt van iedere regeling in ieder geval vermeld:
a. de deelnemende bestuursorganen en de datum van hun toetreding;
b. de openbare lichamen waarvan de deelnemende bestuursorganen onderdeel uitmaken;
c. het bestuursorgaan, bedoeld in artikel 26, tweede lid, artikel 41, eerste lid, artikel 50a, eerste lid, artikel 52, eerste lid, artikel 62, artikel 74, eerste lid, of artikel 84, eerste lid;
d. de wettelijke voorschriften waardoor de bevoegdheden van het samenwerkingsverband worden beheerst;
e. de bevoegdheden die bij de regeling dan wel, met toepassing van artikel 10, tweede lid, tweede zin, krachtens de regeling zijn overgedragen;
f. het adres, gegevens over bereikbaarheid en de plaats van vestiging;
g. of een openbaar lichaam, een bedrijfsvoeringsorganisatie of een gemeenschappelijk orgaan is ingesteld en onder welke naam, dan wel toepassing of overeenkomstige toepassing wordt gegeven aan artikel 8, vierde lid, alsmede de datum van hun instelling onderscheidenlijk vanaf welke datum toepassing of overeenkomstige toepassing wordt gegeven;
h. een verwijzing naar de geconsolideerde tekst van de regeling;
i. een overzicht van de wijzigingen van de regeling en een verwijzing naar de bijbehorende geconsolideerde versies van de regeling.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven over de inrichting van het register en de toevoeging van gegevens.
4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kan het register ambtshalve aanvullen met gegevens uit openbare bron.
HOOFDSTUK 4 BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Artikel 4.1 Crisis- en herstelwet
In artikel 2.11 van de Crisis- en herstelwet wordt de eerste zin vervangen door âOp de voorbereiding van de beslissing tot vaststelling van het projectuitvoeringsbesluit, is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.â.
Artikel 4.2 Huisvestingswet 2014
In artikel 33, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014 wordt âde Staatscourantâ vervangen door âhet gemeentebladâ.
Artikel 4.3 Interimwet stad-en-milieubenadering
De Interimwet stad-en-milieubenadering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt de puntkomma aan het slot vervangen door â; enâ.
2. Onderdeel d vervalt.
3. Onderdeel e wordt verletterd tot onderdeel d.
B
Artikel 11, derde lid, komt te luiden:
3. Van de melding, bedoeld in het eerste lid, wordt kennisgegeven op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
Artikel 4.4 Invoeringswet Omgevingswet
Indien het bij koninklijke boodschap van 29Â juni 2018 ingediende voorstel van wet tot aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) (Kamerstukken 34986) tot wet is of wordt verheven en artikel 2.45, onderdeel DE, onder 2, van die wet later inwerking treedt dan artikel 7.12, onderdeel W, van deze wet, vervalt artikel 2.45, onderdeel DE, onder 2 van die wet.
Artikel 4.5 Kadasterwet
De Kadasterwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 7u wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt âof doet daarin een kennisgeving op welke plaatsen en gedurende welke tijden dat protocol ter inzage ligtâ.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. De Dienst geeft kennis van de terinzagelegging van de resultaten van de controle, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a, op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
B
Artikel 48, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âdoet mededeling van de vaststelling of wijziging van de catalogus basisregistratie kadasterâ vervangen door âmaakt de vastgestelde of gewijzigde catalogus basisregistratie kadaster bekendâ.
2. De laatste zin vervalt.
C
In de artikelen 85, vierde lid, 92, vierde lid, en 98a, derde lid, wordt in de laatste zin âdoet overeenkomstig artikel 48, zesde lid, mededeling van de vaststelling of wijziging van die catalogus en van de raadpleegbaarheid daarvanâ vervangen door âmaakt de vastgestelde of gewijzigde catalogus overeenkomstig artikel 48, zesde lid, bekendâ.
D
[Vervallen]
Artikel 4.6 Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
In artikel 21 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
Artikel 4.7 Kieswet
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel G 1, achtste lid, wordt âbrengt het centraal stembureauâ vervangen door âdoet het centraal stembureau vanâ, âde namenâ door âvan de namenâ en âter openbare kennisâ door âmededelingâ.
B
Artikel G 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde, laatste zin, en zevende, aanhef, wordt âde Staatscourantâ vervangen door âhet provinciaal bladâ.
2. In het achtste lid wordt âbrengt het centraal stembureauâ vervangen door âdoet het centraal stembureau vanâ, âde namenâ door âvan de namenâ en âter openbare kennis in de Staatscourantâ door âmededeling in het provinciaal bladâ.
C
Artikel G 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt â, alsmede ter openbare kennis gebracht op de in het waterschap gebruikelijke wijzeâ vervangen door â. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in het waterschapsbladâ.
2. In het zevende lid, aanhef, wordt âen brengt dit ter openbare kennis op de in het waterschap gebruikelijke wijzeâ vervangen door âen doet hiervan mededeling in het waterschapsbladâ.
D
Artikel G 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt â, alsmede ter openbare kennis gebracht op de in de gemeente gebruikelijke wijzeâ vervangen door â. Van de beslissing wordt mededeling gedaan in het gemeentebladâ.
2. In het zevende lid, aanhef, wordt âen brengt dit ter openbare kennis op de in de gemeente gebruikelijke wijzeâ vervangen door âen doet hiervan mededeling in het gemeentebladâ.
E
Artikel G 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âter openbare kennis is gebrachtâ vervangen door âis medegedeeldâ.
2. In het derde lid, eerste zin, wordt âde Staatscourant waarin de openbare kennisgevingâ vervangen door âde Staatscourant of het provinciaal blad waarin de mededelingâ.
F
Artikel G 5, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt âde artikelen G 1 en G 2â vervangen door âde artikelen G 1, G 2, G 2a en G 3â en wordt âde Staatscourantâ gewijzigd in âhet publicatiebladâ.
2. Onderdeel b vervalt, onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel b.
G
In artikel G 6, tweede lid, wordt âopenbare kennisgevingenâ vervangen door âmededelingenâ.
H
Artikel H 1, tweede lid, komt te luiden:
2. Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling doet het centraal stembureau mededeling waar en wanneer kandidatenlijsten, alsmede de daarbij horende stukken, kunnen worden ingeleverd. De mededeling geschiedt indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten, het algemeen bestuur of de gemeenteraad, in de Staatscourant, het provinciaal blad, het waterschapsblad onderscheidenlijk het gemeenteblad.
I
In de artikelen H 10a en R 9a wordt in het vierde lid, laatste zin, âde volgorde zo spoedig mogelijk in de Staatscourant wordt bekendgemaaktâ vervangen door âvan de volgorde zo spoedig mogelijk mededeling wordt gedaan in de Staatscourant dan wel, indien het de verkiezing van de leden van provinciale staten betreft, in het provinciaal bladâ.
J
Artikel I 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âmaakt de voorzitter openbaarâ vervangen door â, doet de voorzitter mededelingâ.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De mededeling geschiedt indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, provinciale staten, het algemeen bestuur of de gemeenteraad, in de Staatscourant, het provinciaal blad, het waterschapsblad onderscheidenlijk het gemeenteblad.
3. Het derde lid vervalt.
K
Artikel I 17, tweede lid, komt te luiden:
2. De openbaarmaking geschiedt:
a. indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer of van provinciale staten van een provincie met meer dan Ă©Ă©n kieskring, door plaatsing van de lijsten naar de kieskringen gerangschikt en met vermelding van hun nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen in de Staatscourant; en
b. indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten van een provincie die Ă©Ă©n kieskring vormt, het algemeen bestuur dan wel de gemeenteraad, door plaatsing van de lijsten met vermelding van hun nummers en, in voorkomend geval, de aanduidingen van de politieke groeperingen in het provinciaal blad, het waterschapsblad onderscheidenlijk het gemeenteblad.
L
Artikel J 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, laatste zin, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en âter openbare kennisâ door âmededeling in het gemeentebladâ.
2. In het vierde lid, laatste zin, wordt âopenbare kennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
M
In artikel J 4, eerste lid, laatste zin, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en âter kennis vanâ door âmededeling aanâ.
N
Artikel J 4a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, laatste zin, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en ter openbare kennisâ door âmededeling in het gemeentebladâ.
2. In het tweede lid, laatste zin, wordt âopenbare kennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
O
In artikel K 3, tweede lid, laatste zin, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en âter openbare kennisâ door âmededeling in het gemeentebladâ.
P
In artikel L 7, tweede lid, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en âter openbare kennisâ door âmededeling in het gemeentebladâ.
Q
In artikel L 8, eerste lid, wordt de laatste zin vervangen door âVan een daartoe strekkend besluit doet hij mededeling in het gemeenteblad.â.
R
In artikel W 7, eerste lid, wordt âIedere benoemingâ vervangen door âVan iedere benoemingâ, âbekendgemaaktâ door âmededeling gedaanâ en âop de in de provincie, het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente, gebruikelijke wijzeâ door âin het provinciaal blad, het waterschapsblad onderscheidenlijk het gemeentebladâ.
S
In de artikelen X 7, X 7a, en X 8 wordt in het vierde lid âVan de beslissingâ vervangen door âHet besluitâ en âmededeling gedaanâ door âbekendgemaaktâ.
T
In artikel Y 32, negende lid, wordt âbrengt de burgemeester de mogelijkheidâ vervangen door âdoet de burgemeester van de mogelijkheidâ en âter openbare kennisâ door âmededeling in het gemeentebladâ.
U
Artikel Y 33, derde lid, komt te luiden:
3. Burgemeester en wethouders maken het besluit tot schrapping van de registratie van de kiesgerechtigdheid onverwijld aan de betrokkene bekend. Ook doen zij mededeling van deze beschikking aan de door de desbetreffende lidstaat aangewezen autoriteit waarvan betrokkene onderdaan is.
V
In artikel Y 34 wordt âopenbare kennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
W
In artikel Ya 3, eerste lid, wordt onder verlettering van onderdeel f tot onderdeel g een onderdeel ingevoegd, luidende:
f. «gemeenteblad»; afkondigingsblad;
X
In artikel Ya 15, tweede lid, wordt âbrengt het centraal stembureauâ vervangen door âdoet het centraal stembureau vanâ, âde namenâ door âvan de namenâ en âter openbare kennis op de in het openbaar lichaam gebruikelijke wijzeâ door âmededeling in het afkondigingsbladâ.
Y
In artikel Ya 25, vierde lid, wordt âbrengtâ vervangen door âdoet vanâ en âter openbare kennis op de in het openbaar lichaam gebruikelijke wijzeâ vervangen door âmededeling in het afkondigingsbladâ.
Z
Artikel Ya 26, tweede lid, komt te luiden:
2. In artikel G 4, derde lid, wordt in plaats van «uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de Staatscourant of het provinciaal blad waarin de mededeling, bedoeld in artikel G 1, achtste lid, onderscheidenlijk artikel G 2, achtste lid, is gedaan» gelezen: uiterlijk op de veertiende dag na de dagtekening van de Staatscourant of het afkondigingsblad waarin de mededeling, bedoeld in artikel G 1, achtste lid, onderscheidenlijk artikel Ya 15, tweede lid, is gedaan.
AA
Na artikel Z 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel Z 14
Op een terinzagelegging die plaatsvindt op grond van deze wet, is artikel 12 van de Bekendmakingswet niet van toepassing.
Artikel 4.8 Omgevingswet
De Omgevingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
[Vervallen]
A0a
In artikel 9.4, vierde lid, wordt âeen jaarâ vervangen door âtwee jaarâ en wordt âdat jaarâ vervangen door âdie termijnâ.
Aa
In het opschrift van artikel 13.1 wordt na ârechtenâ ingevoegd âRijkâ.
Ab
Na artikel 13.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 13.1a (heffen van rechten gemeente en provincie)
Een gemeente of provincie kan van de aanvrager of van degene ten behoeve van wie die aanvraag wordt gedaan voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning, een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning of intrekking van een omgevingsvergunning rechten heffen als bedoeld in artikel 229, eerste lid, van de Gemeentewet of artikel 223, eerste lid, van de Provinciewet.
Ac
In artikel 13.2, onderdeel d, wordt âartikel 13.1â vervangen door âde artikelen 13.1 en 13.1aâ.
B
Artikel 16.2 komt te luiden:
Artikel 16.2 (totstandkoming consolidatie omgevingsplan)
Ter uitvoering van artikel 19 van de Bekendmakingswet rust op een bestuursorgaan dat met toepassing van artikel 4.16, 5.52 of 16.21 een omgevingsplan wijzigt ook de verplichting om deze wijziging te verwerken in een nieuwe geconsolideerde versie van het omgevingsplan.
C
In de artikelen 16.13, tweede lid, en 16.14, tweede lid, wordt âter inzage is gelegdâ vervangen door âter inzage is gelegd en daarvan kennis is gegevenâ.
D
In artikel 16.21, vierde lid, wordt âovereenkomstig artikel 3:44, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage is gelegdâ vervangen door âis bekendgemaaktâ.
E
In artikel 16.30, tweede lid, wordt âde afdelingen 3.6 en 3.7â vervangen door âde artikelen 3:43 tot en met 3:45 en afdeling 3.7â en vervalt âArtikel 139 van de Gemeentewet is niet van toepassing.â.
F
Artikel 16.32b komt te luiden:
Artikel 16.32b (mededeling voorkeursrechtbeschikking)
Op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze wordt door het bestuursorgaan van de voorkeursrechtbeschikking kennisgegeven van de terinzagelegging van de op de beschikking betrekking hebbende stukken. De ten behoeve van de terinzagelegging aan te wijzen locatie, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Bekendmakingswet is gelegen binnen de gemeente of gemeenten waarin de onroerende zaak ligt.
G
In artikel 16.33d, tweede lid, aanhef, wordt âmededelingâ vervangen door âkennisgevingâ.
Ga
Onder vernummering van artikel 16.57 tot 16.58 wordt na artikel 16.56 een artikel ingevoegd:
Artikel 16.57 (kennisgeving aanvraag)
Het bevoegd gezag geeft bij toepassing van afdeling 4.1 of 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ook onverwijld kennis van de aanvraag om een omgevingsvergunning op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze. Daarbij wordt de dag van ontvangst van de aanvraag vermeld.
H
[Vervallen]
I
Artikel 16.63 vervalt.
J
In artikel 16.64, derde lid, wordt âdezelfde wijze als het heeft kennisgegeven van de aanvraagâ vervangen door âde in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
K
In artikel 16.64a, tweede lid, vervalt â, en wordt deze mededeling in de Staatscourant geplaatstâ.
L
In artikel 16.77b, eerste lid, aanhef, wordt âter inzage gelegdâ vervangen door âbekendgemaaktâ.
M
In artikel 16.78, eerste en derde lid, wordt âhet besluit (âŠ) ter inzage is gelegdâ vervangen door âhet besluit bekend is gemaaktâ.
N
[Vervallen]
O
Artikel 16.91 vervalt.
P
In de artikelen 16.96 en 16.98 wordt in het tweede lid âter inzage is gelegdâ vervangen door âter inzage is gelegd en hiervan kennis is gegevenâ.
Q
De artikelen 16.114 en 16.115 worden vervangen door een artikel, luidende:
Artikel 16.114 (mededeling uitspraak)
Het bestuursorgaan geeft kennis van de uitspraak van de rechtbank op een verzoek als bedoeld in artikel 16.93:
a. op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze;
b. door toezending van de uitspraak aan de belanghebbenden aan wie de onteigeningsbeschikking op grond van artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.
R
Artikel 16.138 komt te luiden:
Artikel 16.138 (kennisgeving overeenkomst kostenverhaal)
Van de terinzagelegging van een overeenkomst als bedoeld in artikel 13.14, eerste lid, wordt binnen twee weken na het aangaan daarvan door het bevoegd gezag kennisgeven op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
Ra
Artikel 16.139 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt âof de Algemene wet bestuursrechtâ vervangen door â, bij de Algemene wet bestuursrecht, of bij of krachtens de Bekendmakingswetâ.
2. Van het derde lid komt de aanhef luiden:
3. Bij ministeriële regeling kunnen, voor zover daarin niet bij of krachtens de Bekendmakingswet is voorzien, regels worden gesteld over:
Rb
In artikel 16.140 wordt âartikel 16.88â vervangen door âartikel 16.139â.
S
In artikel 20.26 wordt onder vernummering van het tweede, derde en vierde lid tot onderscheidenlijk derde, vierde en vijfde een lid ingevoegd, luidende:
2. Tot de informatie behoort in elk geval informatie uit besluiten en andere rechtsfiguren op grond van deze wet die bij ministeriële regeling zijn aangeduid als omgevingsdocument.
T
In artikel 22.5, vijfde lid, wordt âartikel 140 van de Gemeentewetâ vervangen door âartikel 19 van de Bekendmakingswetâ.
U
In artikel 22.18, vierde lid, wordt â16.77a, tweede lid, en 16.88â vervangen door â16.77b,
tweede lid, en 16.139â.
V
In de bijlage, onder B, in de omschrijving van Ospar-verdrag wordt ânoodoostelijkâ vervangen door ânoordoostelijkâ.
Artikel 4.9 Tracéwet
De artikelen 2, vijfde lid, en 7, eerste lid, van de Tracéwet worden als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âdoor middel van plaatsing in de Staatscourantâ vervangen door âop de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
2. De laatste zin vervalt.
Artikel 4.10 Uitvoeringswet EGTS-verordening
In artikel 7, tweede lid, van de Uitvoeringswet EGTS-verordening wordt âeen mededeling in de Staatscourant van de plaats waar de statuten ter inzage worden gelegdâ vervangen door âkennisgeving op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
Artikel 4.11 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.9a, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âde mededeling van dat besluit krachtens artikel 3.12, tweede lid, onder b, langs elektronische weg beschikbaar is gesteld, overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regelsâ vervangen door âvan dat besluit kennis is gegeven als bedoeld in artikel 3:44, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ.
2. In de tweede zin wordt âop de voorgeschreven wijze beschikbaar is gesteldâ vervangen door âis gedaanâ.
B
In de artikelen 3.8, eerste zin, en 3.15, eerste lid, onderdeel a, wordt âin een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âop de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
C
Artikel 3.12, tweede en derde lid, komt te luiden:
2. Een kennisgeving als bedoeld in artikel 3:12 of artikel 3:44, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht worden, indien toepassing is gegeven aan artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 3°, gezonden aan diegenen die in de kadastrale registratie staan vermeld als eigenaar van de in het ontwerpbesluit begrepen gronden of als beperkt gerechtigde op die gronden, voor zover dat nodig is met het oog op de toepassing van artikel 85 van de onteigeningswet.
3. In gevallen waarin een ander bestuursorgaan dan het college van burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, is de ten behoeve van de terinzagelegging van het ontwerpbesluit en de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerpbesluit aan te wijzen locatie, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Bekendmakingswet gelegen in de gemeente waar het betrokken project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd.
D
In artikel 3.13, tweede lid, vervalt de tweede zin.
Artikel 4.12 Wet basisregistratie personen
In artikel 3.2, zesde lid, van de Wet basisregistratie personen wordt âdraagt zorg voor onverwijlde publicatie van het besluitâ vervangen door âmaakt het besluit bekendâ.
Artikel 4.13 Wet beschikbaarheid goederen
In artikel 3, eerste lid, van de Wet beschikbaarheid goederen vervalt de laatste zin.
Artikel 4.14 Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba
In de artikelen 3, vierde lid, laatste zin, en 5, zesde lid, van de Wet financiĂ«n openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wordt âde afkondigingbladen van de openbare lichamen, bedoeld in artikel 142, tweede lid, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Sabaâ vervangen door âhet afkondigingsblad, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Bekendmakingswetâ.
Artikel 4.15 Wet hergebruik van overheidsinformatie
In artikel 7, vijfde lid, van de Wet hergebruik van overheidsinformatie wordt âdoor kennisgeving van de zakelijke inhoud ervan in een van overheidswege uitgegeven blad of op een andere geschikte wijzeâ vervangen door âop de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
Artikel 4.16 Wet open overheid
Indien het bij geleidende brief van 5Â juli 2012 aanhangig gemaakte voorstel van wet van de leden Snels en Van Weyenberg houdende regels over de toegankelijkheid van informatie van publiek belang (Wet open overheid) (Kamerstukken 33328) tot wet is of wordt verheven en artikel 5.1 van die wet in werking treedt of is getreden, wordt:
a. in artikel 13, vierde lid, van de Bekendmakingswet âartikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuurâ vervangen door âartikel 5.1 van de Wet open overheidâ.
b. in de alfabetische rangschikking van de bijlage bij artikel 8.8 van de Wet open overheid ingevoegd:
âą Bekendmakingswet: artikel 13
Artikel 4.17 Wet privatisering ABP
Artikel 4, zesde lid, van de Wet privatisering ABP wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âDe overeenkomstâ vervangen door âVan de overeenkomstâ, âeen wijzigingâ door âvan een wijzigingâ en âworden door Onze Minister in de Staatscourant geplaatstâ door âwordt door Onze Minister in de Staatscourant mededeling gedaanâ.
2. In de laatste zin wordt âde Staatscourant waarin deze worden geplaatstâ vervangen door âde Staatscourant waarin daarvan mededeling is gedaanâ.
Artikel 4.18 Wet ruimtelijke ordening
De Wet ruimtelijke ordening wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2.4 vervallen het eerste lid alsmede de aanduiding â2.â voor het tweede lid.
B
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid vervalt de laatste zin.
2. Het vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de tweede zin wordt âter gemeentesecretarie voor een iederâ vervangen door âvoor eeniederâ.
b. De laatste zin vervalt.
C
In artikel 3.7, zevende lid, vervalt de laatste zin.
D
Artikel 3.8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Onderdeel a vervalt.
b. De onderdelen b, c, d en e worden verletterd tot onderdeel a, b, c onderscheidenlijk onderdeel d.
c. In onderdeel a (nieuw) wordt âde kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, onder aâ vervangen door âde kennisgeving, bedoeld in artikel 3:12 van die wet,â.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De bekendmaking van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan geschiedt binnen twee weken na de vaststelling. In afwijking van artikel 3:1, eerste lid, onder b, van de Algemene wet bestuursrecht zijn op een besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan de artikelen 3:43, 3:44 en 3:45 en afdeling 3.7 van die wet van toepassing.
3. In het zesde lid vervalt de derde zin.
E
In artikel 3.8, derde lid, wordt na de eerste zin ingevoegd âIn afwijking van artikel 6 van de Bekendmakingswet geschiedt de bekendmaking door kennisgeving van het besluit of van de zakelijke inhoud ervan in het gemeenteblad.â en vervalt â3:40, 3:42â.
F
In artikel 3.9a, eerste lid, eerste zin, vervalt âdat de kennisgeving bedoeld in artikel 3:12 van die wet, tevens langs elektronische weg geschiedt, dat het ontwerpbesluit met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar wordt gesteld,â.
G
Artikel 3.31, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt âbesluiten, bedoeld in het eerste lid,â vervangen door âbesluiten als bedoeld in het eerste lidâ.
2. Onderdeel a vervalt.
3. De onderdelen b tot en met h worden verletterd tot onderdeel a tot en met g.
H
In de artikelen 3.32, 3.38, eerste lid, 4.1, eerste lid, 4.2, vierde lid, 4.3, eerste lid, en 4.4, vierde lid, vervalt de laatste zin.
I
In artikel 4.1, zesde lid, wordt âin de Staatscourant, langs elektronische weg en op de in de provincie gebruikelijke wijzeâ vervangen door âin het provinciaal bladâ.
J
In de artikelen 4.3, vijfde lid, 6.13, tiende lid, en 10.8, tweede lid, vervalt âen langs elektronische wegâ.
K
Artikel 6.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt âen voorts langs elektronische weg geschiedtâ.
2. In het tweede lid, tweede zin, vervalt âen voorts geschiedt de kennisgeving langs elektronische wegâ.
L
In artikel 6.24, derde lid, wordt âdoor burgemeester en wethouders kennis gegeven in een van gemeentewege uitgegeven blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladâ vervangen door âdoor het college van burgemeester en wethouders kennisgegeven in het gemeentebladâ.
Artikel 4.19 Wet verplaatsing bevolking
De Wet verplaatsing bevolking wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, tweede lid, eerste zin, wordt âaanplakking aan het gemeentehuisâ vervangen door âplaatsing in het gemeentebladâ en âbekend gemaaktâ door âbekendgemaaktâ.
B
In artikel 10, zesde lid, vervalt de laatste zin.
Artikel 4.20 Wet voorkeursrecht gemeenten
Artikel 7 van de Wet voorkeursrecht gemeenten komt te luiden:
Artikel 7
1. Het besluit tot aanwijzing of voorlopige aanwijzing wordt door het college van burgemeester en wethouders bekendgemaakt. Het besluit treedt in werking de dag na dagtekening van het gemeenteblad waarin het is bekendgemaakt.
2. Van het besluit tot aanwijzing of voorlopige aanwijzing wordt door het college van burgemeester en wethouders mededeling gedaan aan ieder van de in het besluit vermelde eigenaren en beperkt gerechtigden.
Artikel 4.21 Woningwet
De Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 19, vijfde lid, wordt âEen besluitâ vervangen door âVan een besluitâ en âin de Staatscourant geplaatstâ door âmededeling gedaan in de Staatscourantâ.
B
In artikel 41b, eerste lid, laatste zin, wordt âHet besluitâ vervangen door âVan het besluitâ en âin de Staatscourant geplaatstâ door âmededeling gedaan in de Staatscourantâ.
Artikel 4.22 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Indien het bij koninklijke boodschap van 15Â april 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Woningwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen en de versterking van de positie van de bouwconsument (Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) (Kamerstukken 34453) tot wet is of wordt verheven en die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A0
Na artikel 1 wordt een opschrift ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK II. VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET BOUWEN, BESTAANDE BOUWWERKEN EN HET GEBRUIKEN EN HET SLOPEN VAN BOUWWERKEN
2. Onderdeel A wordt als volgt gewijzigd:
a. De aanhef komt te luiden:
Na het opschrift âHoofdstuk II. Voorschriften betreffende het bouwen, bestaande bouwwerken en het gebruiken en het slopen van bouwwerkenâ wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
b. De aanhef van het voorgestelde artikel 7aa komt te luiden:
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze paragraaf bepaalde wordt verstaan onder:
c. In de voorgestelde artikelen 7aa, onder a, 7ab, vierde lid, tweede volzin, 7ac, eerste lid, 7ae, derde lid, tweede volzin, en 7af, vierde lid, tweede volzin, wordt âbij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, en vierde lidâ vervangen door âop grond van artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onder a, of vierde lid, van de Omgevingswetâ.
d. Aan het voorgestelde artikel 7aa wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in de Omgevingswet.
e. In het voorgestelde artikel 7ab, vierde lid, eerste volzin, wordt âOnverminderd artikel 2, worden bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid,â vervangen door âOp grond van artikel 4.3, eerste lid, aanhef en onder a, of vierde lid, van de Omgevingswet wordenâ.
3. Onderdeel B komt te luiden:
B
In artikel 92 wordt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. De toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw, bedoeld in artikel 7ak, eerste lid, is bevoegd tot het opleggen van een last onder bestuursdwang ter handhaving van de artikelen 7ac tot en met 7ah.
4. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
C
Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. In afwijking van het derde lid zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 7ac en 7ah belast de bij besluit van de toelatingsorganisatie kwaliteitsborging bouw, bedoeld in artikel 7ak, eerste lid, aangewezen ambtenaren die deel uitmaken van het personeel, bedoeld in artikel 7am.
2. In het vijfde lid (nieuw) wordt âtweede en derde lidâ vervangen door âtweede tot en met vierde lidâ.
3. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:
6. De ambtenaren die zijn belast met het toezicht op de naleving ter zake van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken II en III, met uitzondering van de ambtenaren, bedoeld in het vierde lid, zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner.
B
Artikel II vervalt.
HOOFDSTUK 5 ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Artikel 5.1 Elektriciteitswet 1998
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
Zodra het energierapport is vastgesteld, zendt Onze Minister dit aan beide Kamers der Staten-Generaal en geeft hij kennis van het energierapport in de Staatscourant.
B
In artikel 4a, tweede lid, laatste zin, wordt âervanâ vervangen door âvan het verslagâ en vervalt â, onder vermelding van de wijze waarop het verslag kan worden geraadpleegdâ.
C
Artikel 16, zevende lid, komt te luiden:
7. Van een besluit als bedoeld in het tweede lid, onderdeel f, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
D
Artikel 37a, tweede lid, laatste zin, vervalt.
Artikel 5.2 Gaswet
De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 10a, zesde lid, komt te luiden:
6. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
B
In de artikelen 12h, zesde lid, en 18h, dertiende lid, eerste zin, wordt âEenâ vervangen door âVan eenâ en âbekendgemaaktâ door âmededeling gedaanâ.
C
In artikel 52a, tweede lid, laatste zin, wordt âdoet mededeling ervan in de Staatscourant, onder vermelding van de wijze waarop het verslag kan worden geraadpleegdâ vervangen door âgeeft kennis van het verslag in de Staatscourant.
Artikel 5.3 Instellingswet Autoriteit Consument en Markt
Artikel 3, zevende lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âmaakt Onze Minister een besluit tot ontslag bekend door kennisgeving van de zakelijke inhoud van dat besluitâ vervangen door âdoet Onze Minister mededeling van een besluit tot ontslagâ.
2. In de laatste zin wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
Artikel 5.4 Mijnbouwwet
In artikel 124, tweede lid, van de Mijnbouwwet wordt âlegt het voor een ieder ter inzage. Hij doet van deze terinzagelegging mededeling in de Staatscourantâ vervangen door âen geeft in de Staatscourant kennis van de terinzagelegging van het verslagâ.
Artikel 5.5 Uitvoeringswet EFRO
Artikel 7, derde lid, van de Uitvoeringswet EFRO komt te luiden:
3. Op een besluit tot delegatie is artikel 19 van de Bekendmakingswet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.6 Wet handhaving consumentenbescherming
Artikel 2.4 van de Wet handhaving consumentenbescherming wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
2. Het vierde lid vervalt.
Artikel 5.7 Wet op de Kamer van Koophandel
In artikel 37, laatste zin, van de Wet op de Kamer van Koophandel wordt âdoetâ vervangen door âgeeftâ en âmededelingâ door âkennisâ.
Artikel 5.8 Wet op de Sociaal-Economische Raad
De Wet op de Sociaal-Economische Raad wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 38 vervalt het derde lid, onder vernummering van het vierde tot derde lid.
B
Artikel 38a vervalt.
HOOFDSTUK 6 FINANCIĂN
Artikel 6.1 Wet op het financieel toezicht
In artikel 1:25b van de Wet op het financieel toezicht vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
Artikel 6.2 Wet vervanging referentierentes
In artikel 4 van de Wet vervanging referentierentes wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ en vervalt âen in een landelijk verspreid dagbladâ.
HOOFDSTUK 7 INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Artikel 7.1 Drinkwaterwet
De Drinkwaterwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 6, vierde lid, eerste zin, wordt âvaststellingâ vervangen door âbeleidsnotaâ en vervalt â, onder vermelding van de plaats of plaatsen waar de beleidsnota voor eenieder ter inzage ligtâ.
B
In artikel 21, vijfde lid, laatste zin, vervalt âalsmede in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladâ.
C
In artikel 40, vijfde lid, wordt âde goedkeuring van een protocolâ vervangen door âeen goedgekeurd protocolâ en vervalt â, onder vermelding van de plaats waar dat protocol voor een ieder ter inzage wordt gelegdâ.
D
In de artikelen 43, derde lid, en 45, tweede lid, wordt âhiervanâ vervangen door âvan het verslagâ en vervalt â, onder vermelding van de plaats of plaatsen waar het verslag voor eenieder ter inzage ligtâ.
Artikel 7.2 Havenbeveiligingswet
De Havenbeveiligingswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4b, derde lid, wordt âde autoriteiten voor havenveiligheid gezamenlijk mededeling gedaan in de Staatscourantâ vervangen door âde aangewezen autoriteit voor havenveiligheid mededeling gedaan in het door het bestuur van de gemeente waarvan die autoriteit burgemeester is uitgegeven gemeentebladâ.
B
In artikel 4c, derde lid, wordt âeen aanwijzing, bedoeld in het tweede lid,â vervangen door âeen aanwijzing als bedoeld in het tweede lidâ en âde autoriteiten voor havenveiligheid gezamenlijk mededeling gedaan in de Staatscourantâ door âeen van de autoriteiten voor havenveiligheid mededeling gedaan in het door het bestuur van de gemeente waarvan die autoriteit burgemeester is uitgegeven gemeentebladâ.
Artikel 7.3 Kernenergiewet
De Kernenergiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âmaakt een besluit tot ontslag bekend door kennisgeving van de zakelijke inhoud van dat besluitâ vervangen door âdoet mededeling van een besluit tot ontslagâ.
2. In de tweede zin wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
B
In de artikelen 22, vierde lid, en 33, vierde lid, wordt de tweede zin vervangen door âDeze doet van de overdracht mededeling in de Staatscourant.â.
C
In artikel 24, eerste lid, laatste zin, wordt âgeeft hiervan kennis in de Staatscourant en een of meer nieuwsbladenâ vervangen door âdoet hiervan mededeling in de Staatscourantâ.
D
In artikel 49a, tweede lid, vervalt â, vooruitlopend op de gebruikelijke bekendmaking,â.
Artikel 7.4 Spoorwegwet
De Spoorwegwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 18a, tweede lid, wordt âdit besluitâ vervangen door âvan dit besluitâ en âgepubliceerdâ door âmededeling gedaanâ.
B
Indien artikel I, onderdeel BB, van de Wet van 30 januari 2019 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en enige andere wetten (Stb. 2019, 61) niet in werking is getreden, vervalt in artikel 93, zevende lid, âdoor kennisgevingâ.
Artikel 7.5 Verenwet
De Verenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âde Staatscourantâ vervangen door âhet provinciaal bladâ.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. Van het besluit wordt mededeling gedaan aan de gerechtigden tot het veerrecht en aan degenen die het veer bedienen.
B
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, aanhef, wordt âkennis gegevenâ vervangen door âmededeling gedaan op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
2. In het eerste lid, onder b, en derde en vierde lid wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
3. Het tweede lid komt te luiden:
2. Mededeling wordt tevens gedaan aan de gerechtigden tot het veerrecht en aan degenen die het veer bedienen.
4. Het zesde lid vervalt.
C
Artikel 30, onder 2°, komt te luiden:
2°. de mededeling, bedoeld in artikel 19.
D
Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âde Staatscourantâ vervangen door âde Staatscourant onderscheidenlijk het provinciaal bladâ.
2. De laatste zin vervalt.
E
In artikel 44, vierde lid, laatste zin, wordt âde Staatscourant,â vervangen door âde Staatscourant onderscheidenlijk het provinciaal bladâ en âbekend gemaaktâ door âbekendgemaaktâ.
Artikel 7.6 Waterwet
In artikel 2.7, tweede lid, laatste zin, van de Waterwet wordt âDe verkrijgbaarstellingâ vervangen door âVan de verkrijgbaarstellingâ en âbekendgemaaktâ door âmededeling gedaanâ.
Artikel 7.7 Wegenverkeerswet 1994
In artikel 61c, eerste lid, laatste zin, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt âEen zodanig besluitâ vervangen door âVan een zodanig besluitâ en âbekend gemaaktâ door âmededeling gedaanâ.
Artikel 7.8 Wegenwet
De Wegenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 12 wordt âEen afschrift van een uitspraakâ vervangen door âVan een uitspraakâ en âgedurende tenminste twee weken voor een ieder ter gemeentesecretarie ter inzage gelegd, nadat van die terinzagelegging vooraf op de in die gemeente gebruikelijke wijze mededeling is gedaanâ door âmededeling gedaan op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
B
Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt âeene openbare kennisgevingâ vervangen door âeen mededeling als bedoeld in artikel 12 van de Bekendmakingswetâ.
2. Het vierde lid vervalt.
C
In artikel 22, tweede lid, wordt âtweede, derde en vierde lidâ vervangen door âtweede en derde lidâ.
Artikel 7.9 Wet bodembescherming
In artikel 28, zevende lid, laatste zin, van de Wet bodembescherming wordt âkennisgeving in Ă©Ă©n of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen dan wel langs elektronische wegâ vervangen door âkennisgeving op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
Artikel 7.10 Wet inzake de luchtverontreiniging
Artikel 52 van de Wet inzake de luchtverontreiniging wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ.
2. In de laatste zin wordt âde Staatscourant en zo nodig in een of meer dag- of nieuwsbladenâ vervangen door âhet provinciaal blad,â en âdaarvanâ door âvan dat besluitâ.
Artikel 7.11 Wet luchtvaart
De Wet luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
Na titel 7.5 wordt een titel ingevoegd, luidende:
TITEL 7.6 BEKENDMAKING INTERNATIONALE NORMEN
Artikel 7.7
In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de Bekendmakingswet kunnen bijlagen bij een krachtens deze wet vastgesteld algemeen verbindende voorschrift worden bekendgemaakt door terinzagelegging op een in dat voorschrift bepaalde locatie, indien dit voortvloeit uit internationaalrechtelijke verplichtingen.
B
In artikel 8.23a, achtste lid, vervalt âen in een regionaal dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladâ.
C
Artikel 8.30, tweede lid, komt te luiden:
2. De openbaarmaking geschiedt door kennisgeving op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
D
In artikel 8a.44, eerste lid, wordt âpubliceertâ vervangen door âdeeltâ en wordt na âStaatscourantâ ingevoegd âmeeâ.
E
Artikel 8a.47 komt te luiden:
Artikel 8a.47
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat geeft binnen Ă©Ă©n maand na de vaststelling van de geluidbelastingkaart, bedoeld in artikel 8a.45, eerste of tweede lid, op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze kennis van deze vaststelling, van die geluidbelastingkaart en van een overzicht van de belangrijkste punten van die kaart.
Artikel 7.12 Wet milieubeheer
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4.5, tweede lid, vervalt de laatste zin.
B
Artikel 4.11, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âde Staatscourantâ vervangen door âhet provinciaal bladâ.
2. De tweede zin vervalt.
C
In artikel 4.12, tweede lid, laatste zin, wordt âde Staatscourantâ vervangen door âhet provinciaal bladâ.
D
In de artikelen 4.18, tweede lid, en 4.23, derde lid, wordt in de eerste zin âĂ©Ă©n of meer dag- of nieuwsbladen die in de gemeente verspreid wordenâ vervangen door âhet gemeentebladâ.
E
Artikel 5.12, veertiende lid, komt te luiden:
14. Binnen zes weken nadat een instemming als bedoeld in het dertiende lid is verkregen, wordt door de betrokken bestuursorganen op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze kennisgegeven van de bij de melding aangegeven wijziging of wijzingen en van de daarmee verleende instemming.
F
Artikel 7.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Het bevoegd gezag geeft kennis van zijn beslissing op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze en, indien sprake is van mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu in een ander land, door middel van een publicatie in dat andere land, in welk geval artikel 12 van de Bekendmakingswet van overeenkomstige toepassing is.
2. Het zesde lid vervalt.
G
Artikel 7.19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. Het bevoegd gezag geeft kennis van zijn beslissing op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze en, indien sprake is van mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu in een ander land, door middel van een publicatie in dat andere land, in welk geval artikel 12 van de Bekendmakingswet van overeenkomstige toepassing is.
2. Het vijfde lid vervalt.
H
Artikel 7.27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vierde lid komt te luiden:
4. In de kennisgeving, bedoeld in het derde lid, wordt vermeld of de commissie of een andere onafhankelijke instantie in de gelegenheid wordt gesteld advies uit te brengen over het voornemen.
2. In het vijfde lid vervalt de laatste zin.
I
Artikel 7.29, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt ârespectievelijk het eerste en tweede lidâ vervangen door âhet eerste lidâ.
2. De laatste zin vervalt.
J
Artikel 7.30, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt ârespectievelijk het eerste, tweede en derde lidâ vervangen door âhet eerste en derde lidâ.
2. De laatste zin vervalt.
K
Artikel 8.41, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt âopenbaar kennisgegeven in Ă©Ă©n of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladenâ vervangen door âkennisgegeven op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
2. In de tweede zin wordt âopenbare kennisgevingâ vervangen door âkennisgevingâ.
L
In artikel 8.42, vijfde lid, wordt âdoor kennisgeving in Ă©Ă©n of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladenâ vervangen door âop de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
M
In artikel 11.4, tweede lid, wordt âpubliceertâ vervangen door âdeeltâ en wordt na âStaatscourantâ ingevoegd âmeeâ.
N
Artikel 11.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid worden vervangen door een lid, luidende:
1. Onze Minister, gedeputeerde staten onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders geven binnen Ă©Ă©n maand na de vaststelling van een geluidsbelastingkaart als bedoeld in artikel 11.6, eerste, tweede en vierde lid, op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze kennis van deze vaststelling, van die geluidbelastingkaart en van een overzicht van de belangrijkste punten van die kaart.
2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede onderscheidenlijk derde lid.
O
In artikel 11.18 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
P
Artikel 11.22, tweede lid, komt te luiden:
2. Onze Minister geeft kennis van het verslag in de Staatscourant op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
Q
In artikel 15.37, vierde lid, vervalt âde tekstâ en wordt âgeplaatstâ vervangen door âmededeling gedaanâ.
R
In artikel 15.51, derde lid, laatste zin, wordt âgepubliceerdâ vervangen door âbekendgemaaktâ.
S
In artikel 16.30, vierde lid, eerste zin, vervalt âdoor kennisgeving van het besluitâ.
T
In de artikelen 16.39l, derde lid, en 16.39p, vierde lid, vervalt in de laatste zin âtevensâ en âdoor kennisgeving ervanâ.
U
In de artikelen 17.2, vierde lid, en 17.3, derde lid, wordt in de laatste zin âdoor kennisgeving in Ă©Ă©n of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladenâ vervangen door âop de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijzeâ.
V
In artikel 17.19, vierde lid, wordt âgeeft vanâ vervangen door âmaaktâ en âvan de intrekking daarvan kennis in de Staatscourant, alsmede op zodanige wijzeâ door âde intrekking daarvan bekend in de Staatscourant. Daarnaast bevordert hijâ.
W
Artikel 19.1b, tweede lid, komt te luiden:
2. Nadat een beschikking krachtens een in het eerste lid genoemde wet tot verlening of wijziging van een vergunning die betrekking heeft op een installatie als bedoeld in Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334) onherroepelijk is geworden, doet het bevoegd gezag daarvan in afwijking van het eerste lid mededeling in het publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe het behoort.
Artikel 7.13 Wrakkenwet
De Wrakkenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âeen of meer nieuwsbladen kennisgeving gedaanâ vervangen door âhet publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe hij behoort mededeling gedaanâ en âde kennisgevingâ door âde mededelingâ.
2. In het tweede lid wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
B
In artikel 4 wordt âde in het vorige artikel bedoelde kennisgevingâ vervangen door âde mededeling, bedoeld in artikel 3,â en âkennisgevingâ door âmededelingâ.
Artikel 7.14 Wet tot wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van artikel 83bis van het op 7Â december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109)
Indien het bij koninklijke boodschap van 29Â november 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van artikel 83bis van het op 7Â december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) (Kamerstukken 35100) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel D, van die wet in werking treedt of is getreden:
a. vervalt artikel 7.11, onderdeel A;
b. wordt in de Wet luchtvaart na titel 7.6 een titel ingevoegd, luidende:
Titel 7.7 Bekendmaking internationale normen
Artikel 7.8
In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de Bekendmakingswet kunnen bijlagen bij een krachtens deze wet vastgesteld algemeen verbindende voorschrift worden bekendgemaakt door terinzagelegging op een in dat voorschrift bepaalde locatie, indien dit voortvloeit uit internationaalrechtelijke verplichtingen.
HOOFDSTUK 8 JUSTITIE EN VEILIGHEID
Artikel 8.1 onteigeningswet
De onteigeningswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 64a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âartikel 3:11, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ vervangen door âartikel 3:11, derde lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ.
2. In het derde lid wordt de derde zin vervangen door âIn de kennisgeving van de terinzagelegging worden datum en nummer van het koninklijk besluit en van de Staatscourant waarin het is geplaatst, vermeld.â.
B
Artikel 65, derde lid, komt te luiden:
3. Van het besluit wordt mededeling gedaan op de in artikel 12 van de Bekendmakingswet bepaalde wijze.
C
In artikel 66, tweede lid, laatste zin, wordt âde Staatscourant en van het nieuws- of advertentieblad, waarinâ vervangen door âhet publicatieblad waarin op grond van artikel 65, derde lid, vanâ en âis openbaar gemaaktâ door âmededeling is gedaanâ.
D
Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid komen de tweede en derde zin te luiden:
De kennisgeving, bedoeld in artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt in afwijking van artikel 12, eerste lid, van de Bekendmakingswet gedaan door de burgemeester van de gemeente waar de betrokken onroerende zaken zijn gelegen in het gemeenteblad. De ten behoeve van de terinzagelegging aan te wijzen locatie, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Bekendmakingswet is gelegen binnen de betrokken gemeente.
2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt âartikel 3:11, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ vervangen door âartikel 3:11, derde lid, van de Algemene wet bestuursrechtâ.
b. In de laatste zin wordt âbekend gemaaktâ vervangen door âbekendgemaaktâ.
3. In het zevende lid wordt de derde zin vervangen door âDe kennisgeving van de terinzagelegging wordt in afwijking van artikel 12, eerste lid, van de Bekendmakingswet gedaan door de burgemeester van de betrokken gemeente in het gemeenteblad. In de kennisgeving worden datum en nummer van het koninklijk besluit en van de Staatscourant waarin het is geplaatst, vermeld.â.
Artikel 8.2 Onteigeningswet BES
In de artikelen 85, laatste zin, en 87, vierde lid, van de Onteigeningswet BES wordt âop de wijze, bedoeld in artikel 142, tweede lid, van de Wet openbare lichamen BES,â vervangen door â, in het afkondigingsblad, bedoeld in artikel 2, vierde lid, van de Bekendmakingswetâ.
Artikel 8.3 Wet giraal effectenverkeer
In artikel 4, laatste zin, van de Wet giraal effectenverkeer wordt âvan deze regels mededeling doetâ vervangen door âdeze regels bekendmaaktâ.
Artikel 8.4 Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
In artikel 21, tweede zin, van de Wet Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen wordt âmededeling gedaanâ vervangen door âkennisgegevenâ.
HOOFDSTUK 9 LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Artikel 9.1 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In de artikelen 31 en 99a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt in de laatste zin âartikel 4 van de Bekendmakingswetâ vervangen door âartikel 5, aanhef en onder a, van de Bekendmakingswetâ en âbekend makenâ door âbekendmakenâ.
Artikel 9.2 Wet agrarisch grondverkeer
De Wet agrarisch grondverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 38 komt te luiden:
Artikel 38
De aanwijzing, bedoeld in artikel 37, derde lid, wordt bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant.
B
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt âzendt een kennisgeving van de aanwijzingâ vervangen door âdoet mededeling van de aanwijzing,â.
b. In de tweede zin wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
c. In de laatste zin wordt âgeeftâ vervangen door âdoetâ en âkennisâ door âmededelingâ.
2. Het derde lid komt te luiden:
3. De aanwijzing, bedoeld in artikel 37, derde lid, treedt in werking een week na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.
Artikel 9.3 Wet dieren
In artikel 5.2, tweede lid, van de Wet dieren wordt âartikel 4, eerste lid, van de Bekendmakingswetâ vervangen door âartikel 5, aanhef en onder a, van de Bekendmakingswetâ.
Artikel 9.4 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
De artikelen 38, vierde lid, en 46, tweede lid, van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt na âonmiddellijkâ ingevoegd âna haar bekendmakingâ.
2. De laatste zin wordt vervangen door âIn dat geval kan het vrijstellingsbesluit op andere dan de in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde wijze worden bekendgemaakt.â.
Artikel 9.5 Wet natuurbescherming
In artikel 1.6, derde lid, van de Wet natuurbescherming wordt âdraagt zorg voor publicatie vanâ vervangen door âmaaktâ en wordt na âwijzigingenâ ingevoegd âbekendâ.
Artikel 9.6 Wet onafhankelijke risicobeoordeling Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Artikel 5 van de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt.
2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede onderscheidenlijk derde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt âderde lidâ vervangen door âtweede lidâ.
HOOFDSTUK 10 ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Artikel 10.1 Erfgoedwet
Artikel 4.9 van de Erfgoedwet wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt âKennisgevingâ vervangen door âMededelingâ.
2. In het eerste lid, aanhef, wordt âgeeft op een geschikte wijze en in ieder geval door plaatsing in de Staatscourant kennisâ vervangen door âdoet door plaatsing in de Staatscourant mededelingâ.
3. In het tweede en derde lid wordt âkennisgevingâ vervangen door âmededelingâ.
Artikel 10.2 Mediawet 2008
In artikel 8.19 van de Mediawet 2008 wordt âmaaktâ vervangen door âdoet vanâ en âbekendâ door âmededelingâ.
Artikel 10.3 Spellingwet
Artikel 3, derde lid, van de Spellingwet vervalt.
Artikel 10.4 Wet College voor toetsen en examens
In artikel 2, negende lid, van de Wet College voor toetsen en examens wordt âartikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Bekendmakingswetâ vervangen door âartikel 5, aanhef en onder b, van de Bekendmakingswetâ.
Artikel 10.5 Wet educatie en beroepsonderwijs
Artikel 7.2.10, vijfde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste zin wordt na âbekendâ ingevoegd âin de Staatscourantâ.
2. De laatste zin vervalt.
Artikel 10.6 Wet op de erkende onderwijsinstellingen
In artikel 26, tweede lid, van de Wet op de erkende onderwijsinstellingen wordt âde beschikkingâ vervangen door âvan de beschikkingâ, âdie tot intrekkingâ door âvan die tot intrekkingâ, âhet vervallenâ door âvan het vervallenâ en âbekend wordt gemaaktâ door âmededeling wordt gedaanâ.
Artikel 10.7 Wet op de expertisecentra
In artikel 84, negende lid, van de Wet op de expertisecentra wordt âin de Staatscourant enâ vervangen door âervan inâ.
Artikel 10.8 Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek
Artikel 17, derde lid, van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek komt te luiden:
3. Onze Minister maakt het vastgestelde wetenschapsbudget bekend in de Staatscourant.
Artikel 10.9 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 2.4, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek komt te luiden:
3. Onze Minister maakt het vastgestelde plan bekend in de Staatscourant.
Artikel 10.10 Wet op het voortgezet onderwijs
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 67, zesde lid, wordt âeen besluitâ vervangen door âvan een besluitâ en âgepubliceerdâ door âmededeling gedaanâ.
B
In artikel 74b, vierde lid, wordt âeen besluit tot bekostiging van een onderwijsvoorziening op grond van dit artikel gepubliceerdâ vervangen door âvan een besluit tot bekostiging van een onderwijsvoorziening mededeling gedaan.
Artikel 10.11 Wet tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen)
Indien het bij koninklijke boodschap van 2Â oktober 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen) (Kamerstukken 35050) tot wet is of wordt verheven en:
a. artikel I, onderdeel D, van die wet in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 75, tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs de zinsnede âworden besluiten, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid, gepubliceerdâ vervangen door âwordt van de besluiten, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid, mededeling gedaanâ.
b. artikel II, onderdeel I, van die wet in werking treedt of is getreden:
1°. vervalt artikel 10.10, onderdeel A;
2°. wordt in artikel 67, zevende lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs de zinsnede âworden de besluiten, bedoeld in het vierde, vijfde en zesde lid gepubliceerdâ vervangen door âwordt van de besluiten, bedoeld in het vierde, vijfde en zesde lid, mededeling gedaanâ.
HOOFDSTUK 11 SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Artikel 11.1 Pensioenwet
In artikel 166a van de Pensioenwet vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
Artikel 11.2 Wet arbeid vreemdelingen
Artikel 9, derde lid, onderdeel c, van de Wet arbeid vreemdelingen komt te luiden:
c. van het convenant nadat het tot stand is gekomen mededeling doet door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel 11.3 Wet kinderopvang
In de artikelen 1.57a en 1.64 van de Wet kinderopvang vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
Artikel 11.4 Wet verplichte beroepspensioenregeling
In artikel 161a van de Wet verplichte beroepspensioenregeling vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding â1.â voor het eerste lid.
HOOFDSTUK 12 VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Artikel 12.1 Geneesmiddelenwet
In artikel 28, vierde lid, laatste zin, van de Geneesmiddelenwet wordt âzodanige overeenkomsten in de Staatscourant bekend worden gemaaktâ vervangen door âvan zodanige overeenkomsten in de Staatscourant mededeling wordt gedaanâ.
Artikel 12.2 Wet inzake bloedvoorziening
De Wet inzake bloedvoorziening wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, derde lid, laatste zin, vervalt âde vaststelling vanâ.
B
In artikel 3c, tweede lid, wordt de laatste zin vervangen door âVan de beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.â.
C
In artikel 3e, derde id, laatste zin, wordt âmaakt de beschikking bekendâ vervangen door âdoet van de beschikking mededelingâ.
Artikel 12.3 Wet marktordening gezondheidszorg
Artikel 20, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg komt te luiden:
2. De zorgautoriteit geeft in de Staatscourant kennis van de terinzagelegging van:
a. de beschikkingen met betrekking tot aanmerkelijke marktmacht onder vermelding van de opgelegde verplichting en de tijdsduur van de verplichting;
b. de beschikkingen met betrekking tot tarieven en prestatiebeschrijvingen.
Artikel 12.4 Wet op het bevolkingsonderzoek
Artikel 8 van de Wet op het bevolkingsonderzoek wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt âkennis gegevenâ vervangen door âmededeling gedaanâ.
2. In het tweede lid wordt âkennis gegeven door plaatsing in de Staatscourantâ vervangen door âmededeling gedaan in de Staatscourantâ.
Artikel 12.5 Wet publieke gezondheid
In artikel 20, vijfde lid, laatste zin, van de Wet publieke gezondheid wordt âartikel 4, eerste lid, onder a, van de Bekendmakingswetâ vervangen door âartikel 5, aanhef en onder a, van de Bekendmakingswetâ en âbekend makenâ door âbekendmakenâ.
Artikel 12.6 Wet tot wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg
Indien het bij koninklijke boodschap van 8Â april 2016 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg en enkele andere wetten in verband met aanpassingen van de tarief- en prestatieregulering en het markttoezicht op het terrein van de gezondheidszorg (Kamerstukken 34445) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel I, van die wet in werking treedt of is getreden:
a. vervalt artikel 12.3;
b. komt artikel 20, vierde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg te luiden:
4. De zorgautoriteit geeft in de Staatscourant kennis van de terinzagelegging van de beschikkingen die zij op grond van de artikelen 52 en 53 heeft genomen.
HOOFDSTUK 13 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 13.0
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel 13.1
Artikel 23 van de Bekendmakingswet vervalt.
Artikel 13.1a
1. Voor in het Besluit elektronische publicaties opgenomen wijzigingen van bepalingen in andere besluiten geldt niet enig wettelijk voorschrift op grond waarvan:
a. over het ontwerp van een regeling of het voornemen tot het treffen van een regeling advies moet worden gevraagd of extern overleg moet worden gevoerd,
b. van het ontwerp van een regeling kennis moet worden gegeven,
c. een regeling niet eerder in werking kan treden dan nadat sedert haar vaststelling of bekendmaking een bepaalde termijn is verstreken,
d. een regeling bij de wet moet worden goedgekeurd,
e. door of namens een van de Kamers van de Staten-Generaal of een aantal leden daarvan kan worden verlangd dat het onderwerp of de inwerkingtreding van de regeling bij de wet wordt geregeld, of
f. de voordracht voor een algemene maatregel van bestuur moet worden gedaan door een andere minister dan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is niet van toepassing op het horen als bedoeld in artikel 17, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet op de Raad van State, van de Afdeling advisering van de Raad van State.
Artikel 13.2
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 13.3
Deze wet wordt aangehaald als: Wet elektronische publicaties.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,