[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35063, eindtekst

Voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden buitengesloten van activiteiten

Eindtekst

Nummer: 2019D53873, datum: 2019-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2018Z19427:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer. Zij heeft 

de initiatiefnemers opgedragen 

het voorstel in die Kamer te 

verdedigen.

De Voorzitter,

17 december 2019



	Voorstel van wet van de leden Kwint en Westerveld tot wijziging van
diverse onderwijswetten teneinde te verbieden dat leerlingen van ouders
die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden
buitengesloten van activiteiten







GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is diverse
onderwijswetten te wijzigen teneinde te verbieden dat leerlingen van
ouders die geen vrijwillige geldelijke bijdrage hebben voldaan worden
buitengesloten van activiteiten;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

	De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 22, eerste lid, onderdeel d, wordt voor de komma aan het
slot ingevoegd “en dat het niet voldoen van die bijdrage niet leidt
tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten”.

B

	Na artikel 46 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 46a. Deelname leerlingen aan extra activiteiten

	1. De deelname van leerlingen aan activiteiten die geen onderdeel
uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma en worden georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, wordt niet afhankelijk
gesteld van een bijdrage als bedoeld in artikel 40, eerste lid. 

	2. Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan voor de daar
bedoelde activiteiten, indien:

	a. deze activiteiten buiten de kerndoelen, bedoeld in artikel 13,
zevende lid, langdurig aan leerlingen worden aangeboden door een school
die door dat bevoegd gezag in stand gehouden wordt,

	b. die school is aangesloten bij een verband van scholen die dergelijke
activiteiten organiseren, en

	c. krachtens een door dat verband vastgestelde code een regeling is
getroffen voor de leerlingen ten aanzien van wie niet of niet geheel de
gevraagde ouderbijdrage wordt betaald.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden
gesteld aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en aan
de code, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.	

ARTIKEL II

	De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 13, eerste lid, onderdeel e, wordt voor de komma aan het
slot ingevoegd “en dat het niet voldoen van die bijdrage niet leidt
tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten”.

B

	Na artikel 41 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 41a. Deelname leerlingen aan extra activiteiten

	1. De deelname van leerlingen aan activiteiten die geen onderdeel
uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma en worden georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, wordt niet afhankelijk
gesteld van een bijdrage als bedoeld in artikel 40, eerste lid. 	

	2. Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan voor de daar
bedoelde activiteiten, indien:

	a. deze activiteiten buiten de kerndoelen, bedoeld in artikel 9, vijfde
lid, langdurig aan leerlingen worden aangeboden door een school die door
dat bevoegd gezag in stand gehouden wordt,

	b. die school is aangesloten bij een verband van scholen die dergelijke
activiteiten organiseren, en

	c. krachtens een door dat verband vastgestelde code een regeling is
getroffen voor de leerlingen ten aanzien van wie niet of niet geheel de
gevraagde ouderbijdrage wordt betaald.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden
gesteld aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en aan
de code, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.

ARTIKEL III

	De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 24a, eerste lid, onderdeel d, wordt voor de komma aan het
slot ingevoegd “en dat het niet voldoen van die bijdrage niet leidt
tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten”.

B

	Na artikel 28a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 28b. Deelname leerlingen aan extra activiteiten

	1. De deelname van leerlingen aan activiteiten die geen onderdeel
uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma en worden georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, wordt niet afhankelijk
gesteld van een bijdrage als bedoeld in artikel 27, tweede lid.

	2. Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan voor de daar
bedoelde activiteiten, indien:

	a. deze activiteiten buiten de kerndoelen, bedoeld in artikel 11b, of
eindtermen en eindexamenprogramma’s langdurig aan leerlingen worden
aangeboden door een school die door dat bevoegd gezag in stand gehouden
wordt,

	b. die school is aangesloten bij een verband van scholen die dergelijke
activiteiten organiseren, en

	c. krachtens een door dat verband vastgestelde code een regeling is
getroffen voor de leerlingen ten aanzien van wie niet of niet geheel de
gevraagde ouderbijdrage wordt betaald.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden
gesteld aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en aan
de code, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.

ARTIKEL IV

	De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 16, eerste lid, onderdeel e, wordt voor de komma aan het
slot ingevoegd “en dat het niet voldoen van die bijdrage niet leidt
tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten”.

B

	Na artikel 47 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 47a. Deelname leerlingen aan extra activiteiten

	1. De deelname van leerlingen aan activiteiten die geen onderdeel
uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma en worden georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, wordt niet afhankelijk
gesteld van een bijdrage als bedoeld in artikel 44, eerste lid.

	2. Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan voor de daar
bedoelde activiteiten, indien:

	a. deze activiteiten buiten de kerndoelen, bedoeld in artikel 11,
vierde lid, langdurig aan leerlingen worden aangeboden door een school
die door dat bevoegd gezag in stand gehouden wordt,

	b. die school is aangesloten bij een verband van scholen die dergelijke
activiteiten organiseren, en

	c. krachtens een door dat verband vastgestelde code een regeling is
getroffen voor de leerlingen ten aanzien van wie niet of niet geheel de
gevraagde ouderbijdrage wordt betaald.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden
gesteld aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en aan
de code, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.

ARTIKEL V

	De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

A

	In artikel 51, eerste lid, onderdeel d, wordt voor de komma aan het
slot ingevoegd “en dat het niet voldoen van die bijdrage niet leidt
tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten”.

B

	Na artikel 66 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 66a. Deelname leerlingen aan extra activiteiten

	1. De deelname van leerlingen aan activiteiten die geen onderdeel
uitmaken van het verplichte onderwijsprogramma en worden georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, wordt niet afhankelijk
gesteld van een bijdrage als bedoeld in artikel 64, vierde lid.

	2. Aan het eerste lid wordt in ieder geval voldaan voor de daar
bedoelde activiteiten, indien:

	a. deze activiteiten buiten de kerndoelen, bedoeld in artikel 34, of
eindtermen en eindexamenprogramma’s langdurig aan leerlingen worden
aangeboden door een school die door dat bevoegd gezag in stand gehouden
wordt,

	b. die school is aangesloten bij een verband van scholen die dergelijke
activiteiten organiseren, en

	c. krachtens een door dat verband vastgestelde code een regeling is
getroffen voor de leerlingen ten aanzien van wie niet of niet geheel de
gevraagde ouderbijdrage wordt betaald.

	3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere voorschriften worden
gesteld aan de scholen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, en aan
de code, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c.

ARTIKEL VI

	Onze Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media zendt binnen
drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een
verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de
praktijk.

ARTIKEL VII

	Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.

	Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en
dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,