[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

35179, eindtekst

Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enkele andere wetten in verband met de registratie van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten ter implementatie van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn (Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten)

Eindtekst

Nummer: 2019D53874, datum: 2019-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2019Z06715:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten-

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

10 december 2019

Wijziging van de Handelsregisterwet 2007, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en enkele andere wetten in verband met de registratie van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten ter implementatie van de gewijzigde vierde anti-witwasrichtlijn (Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten)
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om regels te stellen over de kenbaarheid en registratie in het handelsregister van uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PbEU 2015, L 141), zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering (PbEU 2018, L 156/43);

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Handelsregisterwet 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel o door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

p. uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

q. Financiële inlichtingen eenheid: de Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

B

Aan artikel 2 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. voor het registreren van uiteindelijk belanghebbenden ter voorkoming van

het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en

terrorismefinanciering.

C

Aan artikel 5 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

f. een onderneming die niet in Nederland is gevestigd en die toebehoort aan een in Nederland opgerichte maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap of rederij.

D

Na artikel 15 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 15a

1. In het handelsregister wordt opgenomen wie de uiteindelijk belanghebbende is of de uiteindelijk belanghebbenden zijn van vennootschappen of andere juridische entiteiten als bedoeld in artikel 10a, tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme die overeenkomstig de artikelen 5 of 6, eerste lid, zijn ingeschreven in het handelsregister, met uitzondering van verenigingen van eigenaars en overige privaatrechtelijke rechtspersonen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b.

2. In het handelsregister wordt over een uiteindelijk belanghebbende

opgenomen:

a. het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, indien dat aan hem is toegekend;

b. een fiscaal identificatienummer van een ander land dan Nederland waarvan hij ingezetene is, indien dat door zijn woonstaat aan hem is toegekend;

c. de naam, de geboortemaand en het geboortejaar, de woonstaat en de nationaliteit;

d. de geboortedag, de geboorteplaats, het geboorteland en het woonadres;

e. de aard van het door de uiteindelijk belanghebbende gehouden economische belang en de omvang van dit belang, aangeduid in bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen klassen.

3. In het handelsregister worden ten aanzien van een uiteindelijk

belanghebbende gedeponeerd:

a. afschriften van de documenten op grond waarvan de

gegevens, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b, c en d, zijn

geverifieerd;

b. afschriften van de documenten, behorende tot bij algemene maatregel van

bestuur aan te wijzen categorieën, waaruit de aard en omvang van het

economische belang, bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, blijken.

E

In artikel 19, eerste lid, wordt na “14” ingevoegd “, 15a, tweede lid,”.

F

In artikel 21, eerste lid, wordt na “14” ingevoegd “, 15a, tweede lid, met uitzondering van de onderdelen a, b en d” en wordt na “gedeponeerde bescheiden” ingevoegd “, met uitzondering van de bescheiden, bedoeld in artikel 15a, derde lid,”.

Fa

Aan artikel 22 worden drie leden toegevoegd, luidende:

5. Bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid om gegevens als bedoeld in artikel 15a voorziet de Kamer in gebruik van een voldoende betrouwbaar identificatiemiddel door de verzoeker. De Kamer registreert de bij de identificatie gebruikte persoonsgegevens van de verzoeker en kan daarbij het burgerservicenummer registreren.

6. De Kamer geeft een uiteindelijk belanghebbende op verzoek inzicht in het aantal keer dat zijn gegevens, bedoeld in artikel 15a, zijn verstrekt, met uitzondering van verstrekkingen aan de Financiële inlichtingen eenheid en aan bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 28, tweede lid. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de uiteindelijk belanghebbende inzicht kan krijgen.

7. De registratie van persoonsgegevens, bedoeld in het vijfde lid, kan op verzoek worden ingezien door de Financiële inlichtingen eenheid en door bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 28, tweede lid.

G

Aan artikel 25, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. de gegevens, bedoeld in artikel 15a, tweede lid, en de bescheiden,

bedoeld in artikel 15a, derde lid.

H

Het opschrift van hoofdstuk 5 komt te luiden:

HOOFDSTUK 5. VERSTREKKING VAN GEGEVENS AAN BESTUURSORGANEN EN ANDERE BEVOEGDE AUTORITEITEN EN GEBRUIK VAN GEGEVENS DOOR BESTUURSORGANEN

I

Het opschrift van paragraaf 5.1 komt te luiden:

Paragraaf 5.1. Verstrekking aan bestuursorganen en andere bevoegde autoriteiten

J

Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid,

wordt een lid ingevoegd, luidende:

2. De in artikel 15a, tweede lid, onderdelen a, b en d, genoemde gegevens en

de in artikel 15a, derde lid, genoemde bescheiden kunnen door de Financiële

inlichtingen eenheid of een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen

bevoegde autoriteit worden ingezien.

2. In het derde lid (nieuw) wordt “in het eerste lid” vervangen door “in het

eerste of tweede lid”.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. Bij het verstrekken van gegevens en bescheiden omtrent de uiteindelijk

belanghebbenden worden deze gegevens uitsluitend gerangschikt naar

natuurlijke personen, indien het verzoek daartoe wordt gedaan door de

Financiële inlichtingen eenheid of een krachtens het tweede lid aangewezen

bevoegde autoriteit, voor zover de Financiële inlichtingen eenheid of die

bevoegde autoriteit handelt in het kader van de uitoefening van haar wettelijke

taak of bevoegdheid.

6. De Kamer verstrekt de gegevens en bescheiden omtrent een uiteindelijk

belanghebbende aan de Financiële inlichtingen eenheid of aan een krachtens

het tweede lid aangewezen bevoegde autoriteit op een zodanige wijze dat de

vennootschap of andere juridische entiteit, bedoeld in artikel 15a, eerste lid,

geen weet heeft van de verstrekking.

K

Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38a

1. Een krachtens artikel 28, tweede lid, aangewezen bevoegde autoriteit doet melding aan de Kamer van iedere discrepantie die zij aantreft tussen een gegeven omtrent een uiteindelijk belanghebbende dat zij verstrekt heeft

gekregen uit het handelsregister en de informatie over die uiteindelijk belanghebbende waarover zij uit anderen hoofde beschikt.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien nakoming van de in dat lid

neergelegde verplichting de uitoefening van de wettelijke taak of bevoegdheid

van de betreffende bevoegde autoriteit onnodig zou doorkruisen.

3. Op een melding als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde bij of krachtens

de artikelen 33, 34, 35 en 36 van toepassing.

L

Aan artikel 41a, tweede lid, wordt toegevoegd “Onze Minister handelt daarbij in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid voor het deel van het handelsregister dat betrekking heeft op de gegevens en bescheiden omtrent uiteindelijk belanghebbenden.”

M

Na artikel 47 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 47a

Onze Minister van Financiën kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van overtreding van artikel 47, indien er sprake is van het handelen in strijd met artikel 19, eerste lid, voor zover de daartoe verplichte persoon niet de opgave doet die de Kamer nodig heeft om ervoor te zorgen dat de in artikel 15a, tweede lid, bedoelde gegevens te allen tijde juist en volledig zijn ingeschreven in het handelsregister.

Artikel 47b

1. Onze Minister van Financiën kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van overtreding van artikel 47, indien er sprake is van het handelen in strijd met artikel 19, eerste lid, voor zover de daartoe verplichte persoon niet de opgave doet die de Kamer nodig heeft om ervoor te zorgen dat de in artikel 15a, tweede en derde lid, bedoelde gegevens en bescheiden te allen tijde juist en volledig zijn ingeschreven in het handelsregister.

2. De op grond van het eerste lid op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de vierde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.

N

Aan artikel 57 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking van artikel 20, tweede lid, doen vennootschappen en andere juridische entiteiten die op het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten zijn ingeschreven in het handelsregister, de eerste opgave van gegevens en deponering van bescheiden als bedoeld in artikel 15a, tweede en derde lid, binnen 18 maanden na dat tijdstip.

ARTIKEL II

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

15. Bij het verrichten van het cliëntenonderzoek verlaten de instellingen zich

niet uitsluitend op de informatie in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van

de Handelsregisterwet 2007.

B

Na paragraaf 2.4 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2.4a. Informatie over uiteindelijk belanghebbenden

Artikel 10a

1. In afwijking van artikel 1, eerste lid, wordt in deze paragraaf onder uiteindelijk belanghebbende verstaan: de natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een vennootschap of andere juridische entiteit.

2. In deze paragraaf wordt onder vennootschap of andere juridische entiteit verstaan: een in Nederland opgerichte vennootschap of andere juridische entiteit die een van de volgende rechtsvormen heeft:

a. een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap, niet zijnde een vennootschap die als uitgevende instelling is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PbEU 2004, L 390), dan wel aan vergelijkbare internationale standaarden met inbegrip van een 100 procent dochtermaatschappij van een dergelijke vennootschap, een Europese naamloze vennootschap met de statutaire zetel in Nederland en een Europese coöperatieve vennootschap met de statutaire zetel in Nederland;

b. een kerkgenootschap;

c. een vereniging, een vereniging van eigenaars, een onderlinge waarborgmaatschappij, een coöperatie of een stichting;

d. een maatschap, een commanditaire vennootschap, een vennootschap onder firma, een rederij of een Europese economisch samenwerkingsverband;

e. overige privaatrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van de Handelsregisterwet 2007.

3. Bij algemene maatregel van bestuur worden de categorieën natuurlijke personen aangewezen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10b

1. Vennootschappen en andere juridische entiteiten winnen de gegevens en de bescheiden, bedoeld in artikel 15a, tweede, onderscheidenlijk derde lid, van de Handelsregisterwet 2007, over wie hun uiteindelijk belanghebbenden zijn in en houden deze bij. Deze gegevens en bescheiden zijn toereikend, accuraat en actueel.

2. Een uiteindelijk belanghebbende verschaft de vennootschap of andere juridische entiteit alle informatie die noodzakelijk is om te voldoen aan het eerste lid.

Artikel 10c

1. Een instelling doet melding aan de Kamer van Koophandel van iedere discrepantie die zij aantreft tussen een gegeven omtrent een uiteindelijk belanghebbende dat zij verstrekt heeft gekregen uit het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en de informatie over die uiteindelijk belanghebbende waarover zij uit anderen hoofde beschikt.

2. Op een melding als bedoeld in het eerste lid is het bepaalde bij of

krachtens de artikelen 33, 34, tweede en derde lid, 35 en 36 van de

Handelsregisterwet 2007 van toepassing.

3. Het eerste lid is niet van toepassing indien een instelling op grond van artikel 16 een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie meldt aan de Financiële inlichtingen eenheid.

4. Ten behoeve van de naleving van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 11a van de Advocatenwet, en zijn de instellingen, bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, niet gehouden aan de geheimhoudingsplicht in artikel 22 van de Wet op het notarisambt.

C

In de artikelen 29, onderdeel a, en 30, onderdeel a, wordt in de opsomming van artikelen uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme in de rangschikking telkens ingevoegd “10c, eerste lid,”.

ARTIKEL III

Na artikel 289 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt een artikel ingevoegd, luidende :

Artikel 290

1. Het bestuur van de stichting houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle personen worden opgenomen aan wie een uitkering is gedaan die niet meer bedraagt dan 25 procent van het voor uitkering vatbare bedrag in een bepaald boekjaar, alsmede het bedrag van de uitkering en de datum waarop deze uitkering is gedaan.

2. Het register wordt regelmatig bijgehouden.

ARTIKEL IV

Na artikel 51 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 51a

1. Het bestuur van een stichting houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle personen worden opgenomen aan wie een uitkering is gedaan die niet meer bedraagt dan 25% van het voor uitkering vatbare bedrag in een bepaald boekjaar, alsmede het bedrag van de uitkering en de datum waarop deze uitkering is gedaan.

2. Het register wordt regelmatig bijgehouden.

ARTIKEL V

Artikel 1 van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder 2° wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme na “9, eerste lid,” ingevoegd “10b, eerste en tweede lid, 10c,”.

2. Onder 4° wordt in de zinsnede met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek, Boek 2, na “264, derde lid,” ingevoegd “290,”.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van vennootschappen en andere juridische entiteiten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Financiën,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

De Minister van Financiën,

De Minister van Justitie en Veiligheid,

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,