Dossierinzage ouders kinderopvangtoeslag
Belastingdienst
Brief regering
Nummer: 2020D00192, datum: 2020-01-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31066-578).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31066 -578 Belastingdienst.
Onderdeel van zaak 2020Z00092:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-01-16 13:35: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-01-22 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-05-27 11:00: Debat over het stopzetten van de kinderopvangtoeslag (Plenair debat (debat)), TK
- 2020-06-04 14:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
31 066 Belastingdienst
Nr. 578 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 januari 2020
Ook in het nieuwe jaar blijft het prioriteit om de situatie met betrekking tot de CAF-problematiek voor alle betrokken ouders zoveel mogelijk te herstellen. Maandag ben ik op werkbezoek geweest bij het dienstonderdeel Toeslagen van de Belastingdienst, vandaag sprak ik de Nationale ombudsman en de heer Donner, woensdag spreek ik betrokken ouders. Later deze maand zal ik samen met de Minister-President meer betrokken ouders spreken. Deze directe contacten met ouders en de medewerkers die uitvoering moeten geven aan de oplossing vind ik zeer waardevol om een goed beeld van de situatie te krijgen. Ik vind het belangrijk aandacht te hebben voor de verhalen van de betrokken ouders, ook om die ervaringen te gebruiken om daarvan te leren voor de toekomst. Ik zal u op korte termijn informeren over de stand van zaken ten aanzien van het CAF-dossier en de stappen die in mijn optiek in het CAF-dossier en voor Belastingdienst/Toeslagen in den brede nodig zijn.
De herstelwerkzaamheden bij Belastingdienst/Toeslagen zijn zeer arbeidsintensief en vergen veel van de capaciteit en daarmee de reguliere werkzaamheden. Daarom wordt momenteel extra personeel geworven en opgeleid. Om voor alle getroffen ouders een zorgvuldig en snel herstel mogelijk te maken heeft de Staatssecretaris u in zijn brief van 17 december jl. laten weten dat naast de huidige organisatie van Belastingdienst/Toeslagen een nieuwe projectorganisatie wordt opgezet. Deze projectorganisatie richt zich op de afwikkeling van zaken uit het verleden. In deze nieuwe projectstructuur kan substantieel meer capaciteit ingezet worden op de afwikkeling van zaken uit het verleden, zonder dat de dagelijkse werkzaamheden daaronder lijden. Tevens zal worden gewerkt aan het omvormen van Belastingdienst/Toeslagen naar een organisatie waarbij de menselijke maat als uitgangspunt geldt.
Op 11 december jl. heeft de Staatssecretaris van Financiën u laten weten dat er naar aanleiding van de 19 verzoeken op 11 november jl. in Rotterdam er aanvullend door 150 ouders verzoeken om dossierinzage zijn gedaan en dat hierbij gestreefd wordt naar inzage binnen twaalf weken na indiening van het verzoek (Kamerstuk 31 066, nr. 577). Nadien zijn nog tientallen soortgelijke verzoeken ontvangen. Binnen deze groep zijn er 22 ouders, die hun verzoek op 12 november jl. hebben gedaan, en aan wie is aangegeven dat zij uiterlijk 7 januari 2020 inzage zouden krijgen. Naar aanleiding van de ook in de brief van 17 december jl. omschreven ongelukkige verstrekking van de eerste 19 dossiers en mijn recente gesprekken met medewerkers van Belastingdienst/Toeslagen, is gebleken dat deze termijn onvoldoende realistisch is om volledig te kunnen voldoen aan de informatiebehoefte van de betrokken ouders. Duidelijk is dat de eerdere verstrekking van dossiers aan ouders hun vragen onvoldoende beantwoordde en ik wil daaruit lessen trekken. Dit moet deze keer anders. Het perspectief van de burger en zorgvuldigheid staan daarbij centraal. Dit kost echter meer tijd, mede gezien de omvang van de verzoeken en de stand van de informatiehuishouding van Belastingdienst/Toeslagen.
Van de 22 ouders die op 12 november jl. een verzoek hebben gedaan, geldt voor het grootste deel, namelijk 13 ouders, dat voor hen relatief eenvoudig een persoonlijk dossier samen is te stellen. Dit komt omdat er voor hen een individuele aanleiding was voor een onderzoek en er daarom geen of weinig persoonsinformatie van derden in voorkomt. Deze ouders zullen uiterlijk eind volgende week hun dossier ontvangen. De overige 9 ouders zijn betrokken in aanzienlijk complexere groepsmatige onderzoeken uit het verleden. Dit betreft zeer omvangrijke dossiers die meer tijd vergen, juist om ouders behulpzaam te zijn en hen het gewenste inzicht te verschaffen. De Belastingdienst/Toeslagen streeft ernaar om voor 1 maart, en waar mogelijk aanzienlijk eerder, deze ouders inzicht te kunnen geven in hun dossiers. De betrokken ouders zijn of zullen hier op korte termijn, zo mogelijk nog vanavond, telefonisch over worden geïnformeerd. Ik heb de Belastingdienst/Toeslagen verzocht om in deze gesprekken de gang van zaken toe te lichten. Hoewel ik besef dat ouders hierdoor langer moeten wachten, weegt een zorgvuldig antwoord op hun vragen voor mij zwaarder.
Ook de afhandeling van de overige inmiddels circa 160 verzoeken tot inzage zullen met urgentie worden behandeld. Verzoeken tot inzage van dossiers kwamen bij Belastingdienst/Toeslagen niet tot nauwelijks voor. Ik heb de Belastingdienst gevraagd om bij het opzetten van de nieuwe projectorganisatie het proces zo aan te passen dat een mogelijk grotere stroom verzoeken zorgvuldig behandeld kan worden. Voor de overige verzoeken zal de nieuwe Staatssecretaris of ik u zo spoedig mogelijk berichten over de te verwachten doorlooptijd. Daarbij spant de Belastingdienst zich in om snel extra capaciteit beschikbaar te krijgen. Zoals aangegeven zal ik u op korte termijn informeren over de stand van zaken ten aanzien van het CAF-dossier en de stappen die in mijn optiek in het CAF-dossier en voor Belastingdienst/Toeslagen in den brede nodig zijn.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra