Amendement van het lid Van der Lee over prejudiciële vragen aan de Hoge Raad
Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)
Amendement
Nummer: 2020D00570, datum: 2020-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35250-12).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 35250 -12 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen).
Onderdeel van zaak 2020Z00234:
- Indiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-01-14 15:15: Tijdelijke wet Groningen (35250) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2019-2020 |
35 250 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)_
Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER LEE
Ontvangen 13 januari 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Aan artikel 16 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien de rechtsvraag, bedoeld in het eerste lid, naar het oordeel van de rechtbank van civiele aard is, stelt de rechtbank deze vraag aan de Hoge Raad. Titel Tiende A van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing op dit verzoek.
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt de mogelijkheid voor de rechtbank geregeld om rechtsvragen door middel van prejudiciële vragen voor te leggen aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aangezien de bestuursrechter ook geconfronteerd kan worden met een civielrechtelijke rechtsvraag is het nuttig deze mogelijkheid te verruimen door prejudiciële vragen van civielrechtelijke aard voor te leggen aan de Hoge Raad.
Aangezien gedupeerden de mogelijkheid hebben om zowel de bestuursrechtelijke als de civielrechtelijke gang te bewandelen bij het verhalen van mijnbouwschade, kan met het huidige wetsvoorstel de situatie voorkomen dat dezelfde rechtsvraag wordt beantwoord door zowel de civiele rechter als bij de bestuursrechter, aangezien de civiele rechter de mogelijkheid heeft prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Dit amendement voorkomt dat.
Van der Lee