[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Gewijzigd amendement van het lid Agnes Mulder ter vervanging van nr. 6 over een hardheidsclausule

Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)

Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)

Nummer: 2020D00582, datum: 2020-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35250-13).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35250 -13 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen).

Onderdeel van zaak 2020Z00243:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

35 250 Tijdelijke maatregelen inzake een publiekrechtelijke aanpak van de gevolgen van bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld en de gasopslag bij Norg (Tijdelijke wet Groningen)

Nr. 13 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID AGNES MULDER TER VERVANGING VANDAT GEDRUKT ONDER NR. 6

Ontvangen 13 januari 2020

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 2 wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

4a. Het Instituut kan, indien bijzondere omstandigheden daar naar haar oordeel aanleiding toe geven, afwijken van het bepaalde in het vierde lid, aanhef en onder a of b, teneinde onbillijkheden van overwegende aard te voorkomen.

Toelichting

De indiener beoogt de hardheidsclausule, zoals opgenomen in artikel 14, tweede lid, van het Besluit Mijnbouwschade Groningen, ook op te nemen in het voorliggende wetsvoorstel. Zo wordt het Instituut Mijnbouwschade in staat gesteld om, wanneer een aanvraag op grond van artikel 2, vierde lid, onderdelen a en b, van het wetsvoorstel, niet in behandeling kan worden genomen en de aanvrager daardoor onevenredig of onredelijk benadeeld zou worden, deze aanvraag toch te kunnen behandelen. Het gaat hierbij dan in de regel om een combinatie van (zeer) ernstige schade en een buitengewoon procesverloop. Indiener vind dat het IMG in deze gevallen de ruimte zou moeten hebben om het dossier alsnog (in volle omvang) te beoordelen.


Agnes Mulder