[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport Raad van 21 en 22 november 2019 (Jeugd en Sport)

Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Brief regering

Nummer: 2020D00778, datum: 2020-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-34-322).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 34-322 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport .

Onderdeel van zaak 2020Z00351:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2019-2020

21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 322 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 januari 2020

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg en Sport, het verslag van de onderdelen Jeugd en Sport van de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport Raad (OJCS-Raad) van 21 en 22 november jl.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis

Verslag Formele OJCS-Raad 21 en 22 november 2019 te Brussel

Sportonderdeel 21 november 2019

Raadsconclusies: Corruptie in Sport

Het Fins voorzitterschap stelt dat in de dagelijkse realiteit van de sportwereld corruptie nog steeds voorkomt, ook al zitten regeringen niet stil. De rol van sportorganisaties bij corruptiebestrijding en het belang van samenwerking tussen overheidsorganisaties en de sportsector wordt daarbij benadrukt. De Europese Commissie ondersteunt deze stelling. Daarnaast geeft de Commissie aan dat het belangrijk is om de waarde van de sport te verdedigen.

De Raadsconclusies met daarin aandacht voor de bestrijding van corruptie in de sport, zijn aangenomen.

Raadsconclusies: Veiligheid van Kinderen in Sport

In de conclusies wordt gesteld dat de EU positief staat tegenover het inzetten van methoden of «tools» om de veiligheid van kinderen in de sport te vergroten. In Nederland besteden we hier al langer aandacht aan. Daarnaast wordt benadrukt dat de bescherming van burgers, kinderen in het bijzonder, niet alleen op het terrein van sport speelt, maar dat maatschappij-brede en multi-sectorale initiatieven noodzakelijk zijn.

De Europese Commissie benadrukt de positieve impact van sport zoals sociale inclusie, gezondheid en het aanleren van bepaalde waarden. Zij onderstreept ook het belang dat kinderen in een veilige omgeving kunnen sporten. Deze complexe materie vraagt om een allesomvattend plan.

Een aantal lidstaten beklemtonen het belang van preventie en delen enkele voorbeelden van hun aanpak. Een aantal lidstaten pleiten voor de mogelijkheid tot het opleggen van sancties. Ook wordt benadrukt dat kinderen vooral ook plezier moeten beleven aan sport en positieve ervaringen moeten opdoen.

De Raadsconclusies met maatregelen en initiatieven die de veiligheid van kinderen in de sport vergroten, zijn aangenomen.

Beleidsdebat: Goed Bestuur in Sport

Het beleidsdebat wordt afgetrapt door de nieuw gekozen voorzitter van de WADA Witold Banka, de Poolse Minister voor Sport en Toerisme. Hij gaat in op het WADA-beleid en noemt een aantal maatregelen die goed bestuur van de WADA moeten gaan bevorderen, zoals de instelling van een ethiekcomité, een werkgroep over goed bestuur en de limitering van de zittingstermijn van bestuursleden.

De Europese Commissie stelt dat slecht bestuur geen reden mag zijn voor mensen om te stoppen met sport. Goed bestuur is dan ook cruciaal. De Commissie geeft aan dat de Europese Unie sportfederaties wil ondersteunen bij hervormingen en de uitwisseling van ervaringen. Tot slot spoort de Commissie lidstaten aan om het sporthoofdstuk van Erasmus+ goed in te zetten.

Tijdens het beleidsdebat onderschrijven alle lidstaten dat goed bestuur in de sport een absolute voorwaarde is om het vertrouwen in de positieve waarden van sport te behouden en om dopinggebruik en matchfixing te voorkomen. Nederland heeft benadrukt dat hier ook het voorkomen van racisme en discriminatie op de sportvelden aan moet worden toegevoegd.

Meerdere lidstaten merken op dat een preventieve aanpak essentieel is. Een aantal lidstaten noemen het belang van het opleggen van sancties. Wij hebben echter onze voorkeur uitgesproken voor het hanteren van een positieve benadering, waarbij de nadruk ligt op het stimuleren van goede praktijken in plaats van het opleggen van sancties. Een aantal andere lidstaten konden zich hier ook in vinden.

Veel lidstaten wijzen eveneens op het belang van het onderling uitwisselen van goede praktijken. Ook transparantie en integriteit in de sportwereld worden genoemd als belangrijke thema’s.

Nederland heeft ook het belang van goede samenwerking tussen overheden en de sportsector benadrukt. Een standpunt dat door een meerderheid van de lidstaten werd gedragen. Een aantal, met name Oost Europese lidstaten, stellen dat de autonomie van de sportsector hierbij niet ondermijnd moet worden.

Een aantal lidstaten merken op dat voldoende financiële ondersteuning van sportorganisaties ook noodzakelijk is. Andere lidstaten beargumenteren dat hier echter wel bepaalde voorwaarden aan verbonden moeten worden, zoals goed bestuur. Ook wordt de noodzaak beklemtoond dat de EU het Verdrag van de Raad van Europa inzake de manipulatie van sportwedstrijden (Magglingen conventie) onderschrijft, omdat het uitblijven hiervan de geloofwaardigheid van de EU niet ten goede komt.

Wij hebben ten slotte onze nationale aanpak uiteengezet, met bijzondere aandacht voor het Sportakkoord (Kamerstuk 30 234, nr. 185). Andere lidstaten benoemden ook nationale voorbeelden, zoals een antidoping wet die binnenkort in Frankrijk in werking treedt en een raad die in Malta integriteit in sport gaat bevorderen.

Het Fins voorzitterschap voegt toe dat er goed geluisterd moet worden naar atleten en dat duurzame ontwikkeling van belang is.

Overige Punten

• Roemeense gedelegeerden in het WADA-stichtingsbestuur en het Fins voorzitterschap geven informatie over de WADA-bestuursvergadering en de Wereldconferentie in Katowice. Hier werd onder andere de bijgestelde antidoping code goedgekeurd en de nieuwe voorzitter en vice-voorzitter gekozen. Zij starten hun taken in juni 2020. De nieuwe doping regelgeving geldt vanaf 1 januari 2021. De voorzitter van het atleten comité heeft het handvest atletenrechten gepresenteerd in het stichtingsbestuur.

Kroatië geeft toelichting op haar prioriteiten tijdens haar voorzitterschap: sport kwalificaties en competenties van coaches, en de rol en invloed van media in de sport.

Jeugddeel 22 november

Verslag Fins Voorzitterschap – Gestructureerde Jeugddialoog

Het Fins Voorzitterschap doet verslag van de EU-Jeugddialoog met jongeren-vertegenwoordigers welke voorafgaand aan de Raad heeft plaatsgevonden. Er is gesproken over mobiliteit onder jongeren. Hierbij ging het voornamelijk over het bevorderen van klimaatvriendelijke mobiliteit. Dit vergt o.a. verbetering van Europese treinverbindingen. Daarnaast werd gesteld dat het goed zou zijn om de virtuele mobiliteit te vergroten en jongeren actiever te betrekken bij de verdere ontwikkeling van mobiliteit.

Raadsconclusies: Digitaal Jeugdwerk

Nederland vindt het belangrijk dat alle jongeren beschikken over de digitale vaardigheden die nodig zijn voor toekomstig werk en het dagelijkse leven. In Nederland is de lokale overheid echter deels verantwoordelijk voor ondersteuning van jongerenwerk en de uitvoering ervan. Wij hebben daarom met succes gepleit dat de conclusies rekening houden met het subsidiariteits- en proportionaliteits-beginsel.

De Europese Commissie staat positief tegenover de doelstellingen van de conclusies. De Commissie onderstreept dat het potentieel van jongeren moet worden erkend en dat zij goed ondersteund moeten worden om hun digitale skills verder te ontwikkelen.

De Raadsconclusies waarin het belang van digitale vaardigheden voor jongeren en jongerenwerkers wordt benadrukt, zijn aangenomen.

Raadsconclusies: Opleiding en Training van Jeugdwerkers

Nederland heeft benadrukt dat de opleiding en training van jongerenwerkers een nationale bevoegdheid betreft. In Nederland is de rijksoverheid verantwoordelijk voor de inrichting van het opleidingsstelsel en de lokale overheid (deels) verantwoordelijk voor de uitvoering en het ondersteunen van jongerenwerk. Ook bij deze conclusies hebben wij daarom met succes gepleit voor het in acht nemen van de subsidiariteit en proportionaliteit.

Het Fins voorzitterschap geeft aan dat de raadsconclusies evenwicht bieden tussen een kader voor kwalitatieve educatie en training van jeugdwerkers, enerzijds, en de mogelijkheid voor lidstaten om dit kader toe te passen op de nationale situatie, anderzijds. Er wordt zo voldoende rekening gehouden met verschillen tussen lidstaten in de nationale organisatie van het jeugdwerk.

De Europese Commissie herhaalt de boodschap van de EU-Jeugdconferentie: jeugdwerkers mogen nooit stoppen met leren en moeten voldoende toegang krijgen tot leermogelijkheden. De Commissie benoemt hierbij ook het belang van Erasmus+.

De Raadsconclusies over de opleiding en training van jeugdwerkers zijn aangenomen.

Beleidsdebat: Klimaatverandering, Jongeren en Jongerenwerk in Europa

Het beleidsdebat wordt geopend door de vicevoorzitter van de Finse Nationale Jeugdraadalliantie. Zij benadrukt dat klimaat de nummer één prioriteit is voor aankomende generaties. Een radicale omslag is daarom van groot belang. Hierbij moet worden gekeken naar de lange termijn en niet naar snelle economische winst.

De Europese Commissie geeft aan jongeren te willen ondersteunen, bewustwording onder jongeren te willen creëren en zorg te dragen dat jongeren verantwoording nemen voor hun eigen levensstijl.

Tijdens het beleidsdebat onderschrijven alle lidstaten dat het cruciaal is, zowel voor lidstaten als voor de EU, om goed naar jongeren te luisteren, hen te betrekken bij het vormen van beleid en hen te ondersteunen bij hun klimaat-initiatieven. Erasmus+ en het Europees Solidariteitskorps worden herhaaldelijk genoemd als geschikte middelen hiervoor op EU-niveau. Ook jeugdwerk kan hier in meer of mindere mate volgens verschillende lidstaten een rol spelen.

Meerdere lidstaten vinden het van belang om jongeren mee te nemen in het proces van beleids- en besluitvorming, zodat jongeren zien dat hervormingen ingewikkeld en tijdrovend zijn. De verwachting is dat hun vertrouwen in de overheid hierdoor zal groeien.

Nederland benadrukt het belang van kwalitatieve klimaat educatie en informeel leren, zowel onder jongeren als jeugdwerkers. Dit wordt breed gedragen onder de lidstaten.

Een aantal lidstaten onderstrepen het belang van digitale instrumenten om de kwaliteit van jeugdwerk te verbeteren. Twee lidstaten zien een rol weggelegd voor jeugdwerkers om als schakel te fungeren tussen de overheid en jongeren. Meerdere lidstaten stellen ook dat klimaatverandering een horizontale, intersectorale aanpak behoeft.

De lidstaten presenteren diverse voorbeelden van goede praktijken. Nederland benoemt hier de betrokkenheid van jongeren in debatten over klimaat en het initiatief van Boyan Slat en zijn Ocean Cleanup team. Ook halen wij het voorbeeld van de gemeente Arnhem aan. Hier worden jongeren via het jeugdwerk aangemoedigd om actief deel te nemen aan discussies over de energie transitie binnen de gemeente.

Spanje kondigt aan dat er tijdens de COP 25 over klimaat in Madrid een speciaal programma en ruimte voor jongeren zal zijn.

Het Fins voorzitterschap concludeert dat de hoofdpunten uit het beleidsdebat, zoals het belang van digitale middelen, luisteren naar jongeren, kwalitatieve opleidingen, investeren in mobiliteitsprogramma’s en het belang van een intersectorale aanpak, brede instemming hebben gekregen van de lidstaten en de Europese Commissie.

Overige Punten

• Portugal geeft een terugkoppeling van de Wereldconferentie van Ministers van Jeugdzaken en het Jeugdforum in Lissabon in juni 2019. Hier is een stap vooruitgezet om de duurzame ontwikkelingsdoelen (SDG’s) te bereiken.

• Litouwen informeert de Raad over het 4e Oostelijk Partnerschap Jeugdforum in Vilnius in juni 2019. Hier is verkend hoe de samenwerking tussen de EU en landen uit het oostelijk partnerschap op het gebied van jeugd verbeterd kan worden. Ook werden er ronde tafel discussies georganiseerd over kritisch denken, media geletterdheid en actieve participatie.

• Het Kroatisch voorzitterschap presenteert haar prioriteiten op het gebied van Jeugd: kansen voor jongeren in landelijke en afgelegen gebieden en het versterken van de jeugddialoog.

De volgende OJCS-Raad vindt plaats op 18 en 19 mei 2020 in Brussel.